Hun oudere broers Jan Vertonghen en Olivier Deschacht zijn beiden linksvoetig, Rode Duivel en spelen aan de top met Ajax en Anderlecht. Lode Vertonghen en Xavier Deschacht strijden voor een eindrondeticket met SK Sint-Niklaas.

Gezellig keuvelen in het Waasland Shopping Center, Lode Vertonghen (21) en Xavier Deschacht (25) genieten er duidelijk van. Geen enkele voorbijganger stopt en herkent hen, met een redelijk onbevangen blik spreken ze vol hartstocht over hun voetbalpassie en de bewondering voor hun meer getalenteerde broers. Vertonghen is de serieuze van het duo, Deschacht duidelijk een speelvogel met heel zenuwachtige trekjes. Meermaals spiekt hij even in de richting van zijn mobiele telefoon, knippert met de ogen door de priemende zonnestralen en wordt vaker afgeleid door voorbijgangers.

Kot te klein

Een paar dagen voor het interview werd Xavier Deschacht voor het eerst oom, want broer Olivier (30) en zijn vriendin Annelien Coorevits kregen met Elena een eerste dochter. De ogen van de aanvaller fonkelen. “Dit zorgt echt waar voor een fantastisch gevoel. Wat zeg ik? Het is gewoonweg super, want mijn broer keek daar al zeker twee jaar naar uit. Elena is gezond en iedereen volop gelukkig. Wat moet een mens nog meer hebben? Eindelijk zitten we ook eens met een meisje in de familie.”

Lode Vertonghen knikt, want met Ward (25) en Jan (24 sinds afgelopen zondag) groeide hij op in een gezin met alleen maar jongens. Ravotten en spelen in de tuin met de bal was hun geliefkoosde ontspanning tijdens de jeugdjaren. “Het talent van onze Jan stak er toen al boven uit. Vandaar dat hij via VK Tielrode snel bij Germinal Beerschot terechtkwam en op zijn zestiende naar Ajax vertrok. Hij kon zichzelf snel opwerken. Ik ben meer een diesel, iemand die lang rond de kerktoren bleef hangen. Op mijn dertiende ging ik van Tielrode naar VW Hamme, maar daar werd ik te licht bevonden. Een jaar later trok ik naar Nieuwkerken Sint-Niklaas, waar ik nog altijd aangesloten ben. Onze Ward speelt momenteel bij eersteprovincialer JV Kruibeke. Hij is een stevige targetman, met een serieuze carrure. Nen hevigen! Ik ben een realist, je moet rekening houden met de capaciteiten waarover je beschikt. Mocht ik ooit in tweede klasse kunnen uitkomen, dan zou dat al een prachtige prestatie zijn. Maar dat is voorlopig toekomstmuziek, want ik studeer nog sport en management in Brugge.”

Deschacht: ( komt snel tussen) “Jij moet dat kunnen als verdediger. Ik speelde er met Deinze en Oostende, het niveauverschil is echt niet zo groot. Normaal gezien ligt mijn profbestaan volledig achter de rug, ook al zou ik het graag nog eens meemaken. Ik kreeg drie jaar lang een overeenkomst bij Lokeren. Maar stel je daar niet al te veel bij voor. Het was een beginnerscontract voor de jonge gasten, ik kreeg er weinig echte kansen en besloot dan maar te kiezen voor meer speelminuten op een lager niveau. Bij Oostende zat ik op de bank voor Benjamin Mokulu van Lokeren. Die gast was een aanval op zich. Ik moet niet beschaamd zijn dat ik daardoor niet aan de bak kwam.

“Dit seizoen hervond ik mijn voetbalplezier in Sint-Niklaas, door het enthousiasme van die jonge spelersgroep. Voor eerste klasse kwam ik wat kracht en snelheid te kort, ik had het ook moeilijk met de hogere snelheid van uitvoering. Ik heb geen moeite om dat toe te geven.”

Vertonghen: “Thuis werd bij ons heel nuchter gereageerd en gekeken naar de mogelijkheden als profvoetballer. De studie stond altijd voorop, eigenlijk kwam het voetbal maar op de tweede plaats. Het klinkt misschien vreemd, maar lang was dat een bijzaak waarop we ons niet mochten fixeren. Dat was ook goed voor Jan. Hij sjotte lange tijd enkel voor zijn plezier. Maar het was wel altijd zijn grootste motivatiebron. Zelfs nu nog, wanneer hij eens thuiskomt, moet Jan een bal aan zijn voet hebben. Hij is daar altijd mee bezig, echt ongelofelijk.”

Deschacht: Oli mag je ook een plaats geven in die vorm van fanatisme. Wij hadden doeltjes in de tuin, maakten veel plezier maar ook ruzie. Oli is heel competitief ingesteld, hé. ( lacht) Hij wil altijd en overal winnen, zelfs het stomste spelletje. Het maakt niet uit wat – tennis, fietsen of PlayStation – achteraf is het gegarandeerd grote oorlog als een van ons beiden verliest. Maar misschien is het net dat aspect dat ervoor zorgt dat zij meedraaien aan de top en het al zo ver brachten. Ik voel me daardoor helemaal niet de mindere van ons tweeën. Zijn hardheid in de duels én vooral zijn overgave bewonder ik.”

Vertonghen: “Die verbetenheid en winnersmentaliteit, dat is ook iets wat Jan blijft typeren. Ik herinner me nog dat vroeger een van ons altijd in doel moest staan, zodat de twee anderen een matchke konden spelen. Achteraf, toen we terug naar binnen moesten, was het bijna altijd ambras en het kot veel te klein. Ook nu nog, bij gelijk welk gezelschapsspel: als Jan voelt dat er ook maar iemand tegen hem is, dan kan hij weleens gevaarlijk uit de hoek komen. Je merkt dat ook op het veld: Jan schrikt er niet voor terug om zijn eigen ploeggenoten, met goede bedoelingen, eens stevig verbaal aan te pakken. Het siert hem zelfs. ( grijnst) Dat leerde hij duidelijk in Amsterdam. Qua karakter bloeide hij in Nederland volledig open, leerde Jan meer op te komen voor zichzelf. Een harde leerschool waarschijnlijk, maar hij schuwt zijn verantwoordelijkheid nooit.

“In de 70e minuut, bij een 0-0-tussenstand, is hij de eerste om eens iedereen op zijn taken en plichten te wijzen. En van zijn professionalisme kan ik zeker iets bijleren. Tijdens de voorbereiding kruipt hij meestal om halftien al in zijn bed. Hij is heel strikt en punctueel, ook inzake voeding. Ik zie hem dus, als mens en voetballer, wel ergens als een voorbeeld.”

Ambetanterik

Deschacht: “Ze zijn toch dé patrons van hun ploeg. Het is geen toeval dat ze allebei de aanvoerdersband dragen en de afgelopen jaren uitgroeiden tot leidersfiguren. Zoiets dwing je af. Mijn broer is heel rechtuit en kan hard zijn. In de kleedkamer durft hij met de vuist op tafel te slaan en zijn mening te geven. Als de ploeg het minder goed doet, is Oli echt de ambetanterik. Dat hij na tien jaar zijn eerste grote blessure kent, speelt hem soms ook parten. We moeten hem tegenhouden, want hij is heel ongeduldig en zou tijdens de rust naar de kleedkamer trekken om de andere spelers op te peppen. Toen hij zes weken in het gips zat, was ik niet alleen zijn chauffeur, maar ook diegene die hem wat moed moest inspreken of kalmeren. ( knipoogt) Een goed klankbord.”

Vertonghen: “Jan kreeg vroeger wel- eens de stempel van grappenmaker. Maar hij weet ondertussen heel goed wanneer het er serieus aan toe moet gaan.

“Ik vind hem trouwens op zijn best als centrale verdediger, want daar komen zijn kwaliteiten – kracht, overzicht en een fantastische trap – het best tot hun recht. Jan mist de wendbaarheid om als controlerende middenvelder of linkerverdediger te spelen. Hij moet meer kunnen sturen en het spel voor zich hebben.”

Deschacht: ” Oli kan ook centraal uit de voeten, maar voor mij blijft hij linksback. Daar kan hij goed mee inschuiven, offensief de ploeg wat bijbrengen, maar ook een mannetje uit de match houden én aandacht besteden aan zijn positiespel.

“Het vreemde is dat wij onder elkaar weinig of niet over voetbal praten. Ik ga ervan uit dat mijn broer, die ondertussen al twee- of driehonderd wedstrijden speelde in eerste klasse, zelf weet wat goed is en wat nog voor verbetering vatbaar. Van de tien matchen zullen er misschien twee iets minder zijn.”

Vertonghen: “Ik schat dat Jan en ik elkaar twee tot drie keer wekelijks horen. Maar met ons moeder belt Jan bijna dagelijks. En elke keer als hij naar de Rode Duivels komt, passeert hij weleens.”

Deschacht: “Onze band is heel innig. Kan moeilijk anders, want we wonen op amper een straat van elkaar. Ook onze hobby’s zijn min of meer dezelfde, terwijl onze vriendenkring nagenoeg identiek blijkt. Ik vind het leuk dat Oli mijn broer is, maar als voetballer krijg ik van de supporters iets meer verwensingen naar mijn hoofd en viseren tegenstanders me iets sneller. Gelukkig raakt me dat niet meer. Ik probeer de concentratie te bewaren en speel gewoon altijd mijn eigen wedstrijd. Die provocaties, dat hoort er blijkbaar bij. Een oor in, en het ander weer uit. In het begin kon Oli ook niet veel goed doen, nu constateer ik vooral veel respect.”

Vertonghen: “Het heeft veel te maken met volwassenheid, denk ik.”

Schaduw

Vertonghen: Thomas Vermaelen, die vrij probleemloos de overstap van Ajax naar Arsenal verteerde, is het voorbeeld voor Jan. Hij zette ook de juiste stap, daar kan hij zich wat op richten. Ik ben ervan overtuigd dat hij hetzelfde kan realiseren. Zijn interesse voor het Engels voetbal was altijd groot. Van klein af supporterde Jan voor Manchester United.”

Deschacht: ” Oli wil niet langer naar een middenmoter in het buitenland, want dan mist hij Champions League of de Europa League. Het moet echt iets beter zijn! Hij is het ook niet gewoon om te verliezen. Nee, ik ga ervan uit dat hij zijn loopbaan zal afsluiten bij Anderlecht. Oli wil echt een clubmonument zijn, hij zit er nu al minstens vast tot zijn 34e. Alleen een WK ontbreekt nog, maar daar maakt hij werk van. ( heel serieus) In 2014 ben ik kandidaat om mee te gaan naar Brazilië.”

Vertonghen:“Ik heb er alleszins geen moeite mee om in de schaduw van mijn broer zelf mijn weg te zoeken. Bij ons primeert dat de tegenslagen stilaan mogen ophouden. Wij hebben een heel hechte familie, wat de afgelopen jaren goed van pas kwam. Na het overlijden van ons vader werd Ward een jaar later getroffen door teelbalkanker en kende ook mama wat gezondheidsproblemen. Jan was daar emotioneel erg door geraakt, maar werd goed opgevangen door zijn vriendin en kreeg – in alle stilte – van Ajax wat verlof. Ik vind het sterk dat hij die tegenslagen een plaats kon geven en dat geen negatieve invloed had op zijn sportieve prestaties. Wij staan altijd klaar voor elkaar.”

Deschacht: “Ik herken dat. Mijn vader en broer kwamen vanuit het niets en werden succesvol in hun branche, ik probeer hun goede voorbeeld te volgen. Op eigen kracht, zonder te veel hulp. Misschien dat Oli en ik later samen iets uit de grond stampen, zoals een restaurant of winkel. Dat zou pas tof zijn. Beschouw het maar als toekomstmuziek. Want over de taakverdeling zal er nog uitgevoerd gekibbeld worden.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – BEELD CHRISTOPHE VANDER EECKEN (REPORTERS)

“Als broer van Oli viseren de tegenstanders me iets sneller.” Xavier Deschacht

“Ik vind Jan op zijn best als centrale verdediger.” Lode Vertonghen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content