Niemand die hem kende, maar na de winst in de Champions League ruim drie maanden geleden is de naam van ex-FC Porto-en huidig Chelsea-trainer José Mourinho gevestigd.

Motivatie, ambitie, team en inzet, het zijn volgens José Mourinho (41) de vier basisingrediënten voor succes. Begin juli stuurde de Portugees elke speler van Chelsea een brief waarin hij op een niet mis te verstane wijze verwoordt wat hij van zijn mannen verwacht, eindigend met de zojuist genoemde vier factoren. “Vanaf nu moet elke oefening, elke wedstrijd, elke minuut van jullie sociale leven gericht zijn op het doel om kampioenen te zijn”, schrijft hij onder meer. En verder : “Het woord basisspeler zal niet meer van toepassing zijn. Ik heb jullie allemaal nodig. Jullie hebben elkaar nodig. We zijn een team.”

Eenzelfde epistel viel in januari 2002 op de deurmatten van de in mineur verkerende spelers van FC Porto. Vaker dan de fans lief was, werd er verloren in de Portugese competitie, de club stond op instorten. “Het slechtste Porto van de afgelopen 26 jaar”, aldus de man die de herstelwerkzaamheden moest gaan verrichten. Ruim een jaar na het aantreden van Mourinho was het aangezicht van FC Porto alweer spectaculair veranderd. De wonderdokter had de ploeg weer aan het voetballen gekregen. En hoe. Twee landstitels, de Portugese beker, een Uefaup en een Champions League, allemaal in een tijdsbestek van slechts 29 maanden.

Knap werk met een begroting van nog geen 35 miljoen euro, weet ook Mourinho. “Ik denk dat ik vrij speciaal ben”, zegt hij zonder gêne. Het zelfvertrouwen van de superheld van Porto kent wat dat betreft geen grenzen. SirAlex Ferguson ondervond het tijdens de afgelopen editie van de Champions League aan den lijve, nadat hij direct na afloop van de achtste finale tussen FC Porto en Manchester United openlijk kritiek uitte op de speelwijze van de Portugezen en geen hand wenste te geven aan zijn collega. De ultieme wraak kwam twee weken later op het heilige gras van Old Trafford. Porto hield stand (1-1) en kwalificeerde zich voor de kwartfinale. De gigantische successen van José Mourinho wekten de interesse van onder andere de steenrijke Roman Abramovich, de Russische voorzitter van Chelsea, die Mourinho aantrok.

Als kleine jongen al kwam Mourinho in aanraking met topvoetbal. Zijn vader Félix was doelman bij Vitória Setúbal, Belenenses en het Portugese nationale elftal. Talent om het te schoppen tot prof ontbrak echter bij de enige zoon uit het gezin. Zo probeerde hij op zijn negentiende een basisplaats te veroveren bij het nietige Rio Ave, destijds een laagvlieger in de hoogste Portugese voetbalafdeling. Mourinho senior, begin jaren tachtig coach van Rio Ave, durfde zijn zoon echter niet op te stellen. Niet alleen omdat hij de geruchtenstroom van vriendjespolitiek voor wilde zijn, maar meer nog uit liefde voor zijn zoon. Die zou zich toch maar belachelijk maken op het veld.

Toen Félix wegens blessures in 1982 toch een beroep deed op zijn zoon, was Mourinho nog voor hij het speelveld wist te bereiken alweer een illusie armer. De voorzitter van de club stelde zijn vader onmiddellijk een keihard ultimatum. Ontslag of , zoals de voetbalnaam van Mourinho luidde, op de tribune. Félix koos eieren voor zijn geld. Een ontredderde en vernederde Mou-rinho zag vervolgens toe hoe Rio met 7-1 klop kreeg. Dit was hét moment dat de Portugees besloot om het profvoetbal te laten voor wat het was en zich toe te leggen op het trainerschap.

De opmerkelijke opkomst van de trainer Mourinho begon onder de vleugels van SirBobby Robson bij Sporting Lissabon. Daar kwam hij in de technische staf terecht vanwege zijn voorbeeldige kennis van de Engelse taal. “Een zeer belangrijk moment in mijn leven”, analyseert Mourinho. “Toen ik hem voor de eerste keer zag, dacht ik : jij bent daar voor hem, geef alles wat in je mogelijkheden ligt.” De Engelsman zag al snel dat zijn tolk meer kon dan persconferenties leiden en de bevelen op de trainingen vertalen.

“Hij kreeg gaandeweg steeds meer verantwoordelijkheden”, herinnert Robson zich. “Ik liet hem ook spelers scouten en wedstrijden analyseren. Dat deed hij voortreffelijk.” Toch nam de net bij Newcastle United ontslagen trainer zijn voortreffelijke partner in 1998 niet mee naar PSV. Robson adviseerde zijn pupil nog een aantal jaren te rijpen achter de schermen van een topclub. “Dat was een moeilijk moment”, zegt Mourinho. “Ik had drie keuzes : doorgaan als assistent bij Barcelona, met Robson naar Nederland of voor het eerst hoofdtrainer worden in Portugal. Het advies van Robson gaf de doorslag. ‘Het is beter als je blijft’, zei hij me. ‘ Louis van Gaal vertegenwoordigt een heel andere voetbalschool, eentje waarvan je nog heel veel kunt leren.’ Ook nadat onze wegen gescheiden waren, bleef hij me in de gaten houden. Nadat ik met FC Porto in 2003 de Uefacup gewonnen had, belde hij me op : ‘Blijf nog een jaar in Porto’, was zijn raad. Hij dacht dat mijn elftal goed genoeg was om de Champions League te winnen.”

Voordat Mourinho zijn megasuccessen kende, leerde hij ook de mindere kanten van een trainersloopbaan kennen. Zijn eerste zelfstandige klus bij Benfica werd er eentje om snel te vergeten. “Ik had een contract voor een jaar getekend met voorzitter V ale de Aze-vedo. Als hij de presidentsverkiezingen zou winnen, werd in de verbintenis een optie voor nog twee jaar opgenomen. Hij verloor de verkiezingen echter van Manuel Vilarinho. Dit alles speelde zich af terwijl ik pas twee weken bij de club zat. De nieuwe voorzitter zei : ‘Jij blijft aan tot het eind van dit seizoen, maar daarna neem ik míjn man.’ Vijf weken gingen voorbij, vijf overwinningen. De kraker tegen Sporting Lissabon wonnen we zelfs met 3-0. Na die overwinning ben ik naar hem toegestapt. ‘Als je wilt,’ zei ik, ‘werk ik keihard voor je aan het Benfica van de toekomst. De supporters snakken weer naar een groot Benfica dat prijzen pakt en de waardigheid van een kampioen uitstraalt. Geef me twee jaar en niet slechts vijf maanden. Het komt hierop neer : ik wil het contract zoals afgesproken met De Azevedo of ik stap op.’ ‘Oké je kunt gaan’, antwoordde hij me.”

Principieel als hij is, nam Mourinho direct ontslag. Hierna volgde een tussenjaar bij de Portugese middenmoter Uniao Leiria en begon zijn persoonlijke zegetocht over de voetbalvelden. Hoe het kon gebeuren, weten de professoren uit zijn geboorteland nog altijd niet, maar Mourinho presteerde het om Uniao naar een vijfde plaats in de competitie te loodsen – bij zijn vertrek in januari 2002 naar FC Porto stond de club zelfs derde. Het betekende voor de club de hoogste ranking ooit.

Ervaring met gearriveerde vedetten deed Mourinho op in de hoedanigheid van assistent. Ronaldo maakte hij bijvoorbeeld mee in zijn periode bij Barcelona. In Porto bewees hij ook om te kunnen gaan met diep in de put zittende talenten. Onder zijn leiding bloeide Ma-niche, die wegkwijnde in het tweede elftal van Benfica, weer helemaal op en groeide uit tot de verpersoonlijking van FC Porto : passie en werklust in combinatie met technische perfectie.

Zelf gebruikt de Portugees de Braziliaan CarlosAlberto als voorbeeld. “Talent, dat telt. Hard werken kun je leren. Toen Carlos Alberto in Porto arriveerde, wist hij niets van voetbal. Van organisatie en tactiek had hij nog nooit gehoord. Maar wat hij met een bal kan… Dat vind je nergens anders op de wereld. Als trainer moet je de intrinsieke kwaliteiten van een speler zien uit te buiten.”

De voetballers waar Mourinho nu mee moet werken hebben hun rijpingsproces grotendeels al meegemaakt. Het zijn gearriveerde vedetten, helden die op handen gedragen worden. Vaak ontbreekt dan het heilige vuur, de absolute wil om te winnen. Mourinho : “Daar ben ik niet zo bang voor. Bij Chelsea heeft nog niemand iets van betekenis gewonnen. Alleen Claude Make-lele, Paulo Ferreira en RicardoCarvalho weten hoe het is om een Europese beker omhoog te houden. Winst in de PremierLeague zal voor iedereen nieuw zijn. Bovendien bestrijd ik dat grote voetballers niet bereid zijn hard te werken. Ook ik dacht dat het zo werkte, totdat ik bij Barcelona kwam. Het probleem op het hoogste niveau is juist het gedrag buiten het veld. Wat doen ze na de wedstrijd ? Een modeshow lopen in Milaan voor merken als Versace en Armani… Maar met de motivatie van grote sterren is niets mis. Ze willen allemaal prijzen pakken.”

De wil om te winnen is bij de Portugees zelf in ieder geval aanwezig. “Elke dag teken ik ’s avonds mijn ervaringen van de dag op. Hoe de training verliep, de reacties van spelers, welke oefeningen ik moet aanpassen, wat ik een bepaalde voetballer de volgende keer kan meegeven en ik denk ook na over mijn pedagogische rol in relatie tot mijn spelers.”

Zijn perfectionistische inslag is niet iets van vandaag of gisteren. Mourinho houdt al sinds zijn periode bij Estrela Amadora een handboek bij. De reden is van pragmatische aard. “Als trainer moet je je oefenstof constant aanpassen”, legt de controlefreak uit. “Ik kan niet accepteren dat een oefening in het begin slechts goed uitgevoerd wordt door een enkeling en drie maanden later door iedereen op het gemak gedaan wordt. De oefening is dan te simpel en moet verbeterd worden. Aan zulke zaken denk ik zo’n beetje de hele dag.”

door Süleyman Öztürk

‘Bij Chelsea heeft nog niemand iets van betekenis gewonnen.’

‘Als jongetje was ik al meer trainer dan speler.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content