Met 23 op 30 maakte Zulte Waregem zijn beste competitiestart ooit en zit het op schema om het vorige successeizoen (63 op 90) minstens te herhalen. De gelijkenissen en verschillen met toen in cijfers.

DE VERSCHILLEN Beter thuis, slechter uit

Vorig seizoen was Zulte Waregem met 36 op 45 (80 %) een van de beste uitploegen in Europa. Een merkelijk beter rapport dan thuis (27 op 45, 60 %). Dit seizoen is dat omgekeerd: in eigen stadion liet Essevee nog geen punt liggen (15 op 15), uit gaat het minder: 8 op 15 (53,33 %). Dat blijkt ook uit het aantal tegengoals: 10 van de 15 incasseerde Zulte Waregem op verplaatsing (66,66 %), vorig seizoen moest Sammy Bossut zich uit slechts 10 keer omdraaien op 29 tegengoals (34,48 %).

Meer goals én tegengoals

Met 0,97 tegendoelpunten per match en 12 clean sheets was de Essevee-defensie vorig seizoen de op een na beste in de reguliere competitie (na Anderlecht). Nu staat Zulte Waregem met al 15 tegengoals (1,67 per match) pas gedeeld zevende in die rangschikking, een voortzetting van play-off 1 vorig seizoen (20 doelpunten in 10 wedstrijden).

Opvallend: Bossut hield zijn netten wel 3 keer schoon, maar moest in 4 matchen 12 goals incasseren. Niet toevallig was in 3 van die wedstrijden Steve Colpaert out met een blessure, waardoor Karel D’Haene centraal achterin gekoppeld werd aan Frédéric Duplus en Junior Malanda en de automatismen ontbraken.

Het grotere aantal tegengoals is ook te merken aan het aantal doelpogingen van de tegenstander (13,7 tegen 11,37 vorig seizoen, plus 20,5 %) en het aantal toegestane corners (6,2 tegen 5,3 vorig seizoen, plus 17 %).

Zulte Waregem zet dat echter ruimschoots recht met een betere aanval. Met 2,2 doelpunten per match – 3e na Anderlecht (2,8) en Standard (2,3) – is het offensief veel efficiënter dan vorig seizoen (1,63 goals per partij, 6e beste aanval). Logisch dus dat ook het aantal doelpogingen per 90 minuten sterk gestegen is: van 11,98 naar 14,25, plus 19 %.

Dat alles leidt ook tot meer spektakel. Gemiddeld vallen er in matchen van Essevee 3,7 goals, evenveel als in die van Lokeren, 0,6 minder als in die van Anderlecht, koploper in die rangschikking. Een vervolg van play-off 1 (toen zelfs gemiddeld 4 doelpunten per partij), maar wel een duidelijk verschil met de vorige reguliere competitie: slechts 2,6 goals per wedstrijd, het op 3 na minste van alle eersteklassers.

Meer scoren uit stilstaande fases

Het gestegen aantal doelpunten heeft Zulte Waregem ook te danken aan een betere afwerking op stilstaande fases. De twee penalty’s niet meegerekend vielen 8 van de 22 goals (36,36 %) op corners en (on)rechtstreekse vrijschoppen. Niet toevallig 5 na een voorzet van Thorgan Hazard, die zelf ook twee keer scoorde op een stilstaande fase. Daaruit vielen vorig seizoen 11 van de 49 Essevee-goals (22,44 %), waarvan slechts 2 op assist van Franck Berrier, en toen al 3 na een vrijschop/corner van Hazard, die op dat vlak een beter rendement haalt dan de Fransman.

Een gelijkenis met vorig seizoen is de defensieve discipline op spelhervattingen. Op 4 penalty’s na incasseerden de troepen van Francky Dury nog geen enkele goal op vrijschop of corner. Ook vorig seizoen bleef dat percentage beperkt: 4 op 29 (13,8 %), naast nog 3 strafschoppen.

Belgen bepalender

De Belgen zijn duidelijk bepalender dan vorig seizoen: 13 van de 22 goals (59,09 %) en 10 van de 14 assists (71,42 %), tegenover 11 Belgische doelpunten op 49 (22,44 %) en 16 assists op 39 (41,02 %) in 2012/13.

Hoofdzakelijk te verklaren doordat Hazard de scepter overnam van (Fransman) Berrier en zelfs nog bepalender is: met 7 goals, 7 assists en 1 voorassist had hij een voet in 68,18 % van de Essevee-doelpunten, beter dan Berrier vorig seizoen (57,14 %).

Gemiddeld staan ook meer Belgen aan de aftrap: 7,50 tegenover 6,93. Onder meer omdat Jens Naessens een vaste basisstek verworven heeft en omdat Sven Kums de plaats innam van Fransman Jonathan Delaplace.

DE GELIJKENISSEN

Het belang van het eerste

doelpunt

Als Essevee het eerst scoort, gaat het vaak met de zege lopen: 5 keer op 7 won het al na een 1-0 of 0-1, één keer moest het een gelijkspel en een nederlaag toestaan. Het rapport van vorig seizoen was nog indrukwekkender: 17 keer winst, 1 gelijkspel en 1 nederlaag na 19 keer het eerst op voorsprong te zijn gekomen.

Ook iets dat terugkeert: 4 van zijn 7 zeges behaalde Zulte Waregem met 1 doelpunt verschil (waaronder 2 keer 1-0). Vorig seizoen won rood-groen 11 maal op 19 met de kleinste marge, 6 keer won het toen met 1-0 of 0-1 (het meest in eerste klasse).

Elke match een goal

Samen met Club en Lokeren is Essevee een van de drie ploegen die al in elke match een doelpunt maakte. Van de laatste 32 competitiematchen (play-off 1 inbegrepen) scoorde Zulte Waregem het liefst 30 keer. Alleen tegen Genk en Standard bleef het in PO1 zonder doelpunt. In de reguliere competitie is het zelfs al van 1 december 2012 geleden (0-0 tegen Beerschot) dat Hazard en co scoreloos bleven.

Sterke tweede helft

Zulte Waregem behaalde na 90 minuten liefst 9 punten meer (23 op 30, 76,66 %) dan aan de rust (14 op 30, 46,66 %). Ook vorig seizoen was de tweede helft vaak beslissend: ‘slechts’ 49 op 90, of 54,44 % na 45 minuten, 63 op 90 of 70 % op het einde.

Niet verwonderlijk dus dat de West/Oost-Vlamingen 15 van hun 22 doelpunten (68,18 %) in de tweede helft maakten, waaronder 12 in het laatste halfuur (54,54 %) en 6 in het slotkwartier (27,27 %). Liefst 4 keer maakte Essevee ook de winning goal vanaf minuut 75, één keer maakte het de gelijkmaker. Ook vorig seizoen vielen 15 van de 49 doelpunten (30,61 %) in de laatste 15 minuten.

Mannen van ijzer

Veel spelers beschikken over een ijzeren conditie en gestel. Zes van hen stonden al meer dan 90 % van het totale aantal minuten op het veld: Bossut, De fauw, D’Haene, Conte, Hazard en Naessens. Ook Kums heeft sinds zijn komst nog geen seconde gemist. Ook vorig jaar haalden 5 spelers de kaap van de 90 %, het meest van alle POI-teams.

Opvallend is wel dat Dury, ondanks dat vast geraamte, nog geen enkele keer met dezelfde 11 begon. Wegens late in- en uitgaande transfers (Berrier, Kums, Cacérès…), blessures/ziekte van Leye, Colpaert, Habibou en Godeau, plus schorsingen van Malanda en Skúlason. Hij gebruikte al 17 basisspelers, 23 in totaal, van wie er wel 4 minder dan 20 minuten op het terrein stonden. De gemiddelde leeftijd van de basiself in vergelijking met vorig seizoen bleef nagenoeg stabiel: 25,54 vs 25,35 jaar.

Gouden wissels

5 van de 22 goals (22,72 %) werden gemaakt door invallers. Al drie keer leverde dat een zege op: tegen KV Kortrijk (Skúlason), Anderlecht (Berrier) en OHL (Habibou, Sylla). Ook vorig seizoen pakte Dury vaak uit met een geslaagde wissel: 10 invallersdoelpunten op 49 (20,4 %), goed voor 5 overwinningen.

DOOR JONAS CRETEUR – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Vier keer maakte Essevee de winning goal vanaf minuut 75.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content