Als KVSK United vijf jaar na het failliet van Lommel naar de eerste klasse wil, moet het morgen absoluut gaan winnen op Tubeke. De ambitieuze Limburgse club begon met een drie op negen immers zwak aan de eindronde.

Ik heb nog de helft van mijn abonnement te goed.” Vraag de gemiddelde Lommelsupporter waarom hij niet meteen gewonnen is voor het project ‘KVSK United’ en je krijgt bovenstaand antwoord. Ter verduidelijking een korte flashback naar 2003: Lommel SK, twee jaar voordien nog de trotse maar verliezende bekerfinalist (1-0 tegen Westerlo), gaat halverwege het seizoen 2002/03 op de fles. Reddingspogingen mislukken, want samen met het stamnummer moeten ook de schulden aan de Belgische voetbalbond worden overgenomen en daar bedanken zelfs de fanatiekste kandidaat-investeerders voor. Enige oplossing is een fusie met KVV Overpelt-Fabriek, een derdenationaler. De nieuwe club heet vanaf dan dus KVSK United.

Hoewel die nieuwe club in het oude stadion van Lommel gaat spelen, haakt een groot deel van de supporters af. Derdeklassevoetbal tot daar, maar samen onder één dak met Overpelt, dat is een brug te ver. “Wie het voetbal hier een beetje volgt, weet dat beide clubs nooit de beste vrienden zijn geweest”, verduidelijkt Kees Lepelaars, momenteel algemeen manager van KVSK United maar voorheen ook al aan de slag bij Lommel als commercieel medewerker. “Voor ons is het dus zieltjes winnen. Aanvankelijk liep dat erg moeilijk, maar nu gaat het steeds vlotter.”

Wellicht is het daarom ook geen toeval dat United steeds meer op het oorspronkelijke Lommel gaat lijken. De clubkleuren waren aanvankelijk het esthetisch moeilijk te verzoenen viertal groen, wit, rood, blauw. Die laatste twee, de kleuren van Overpelt-Fabriek, vielen weg. Ook de jeugd, aanvankelijk ondergebracht in het complex van Overpelt, verhuist weer naar Lommel. De club lijkt de banden met Overpelt dus door te knippen. “Die indruk is misschien niet helemaal verkeerd,” zegt Lepelaars, “maar eigenlijk speelt ook het toeval een rol. Rood-blauw is nu de kleurencombinatie van onze tweede uitrusting. En wat het jeugdcomplex betreft: het stadsbestuur van Lommel was bereid een inspanning te doen die in Overpelt blijkbaar niet mogelijk was. Volgend seizoen komt er een gloednieuwe jeugdacademie. De kostprijs bedraagt 750.000 euro , integraal gefinancierd door het stadsbestuur van Lommel.”

Nu KVSK eindronde speelt, is de agenda van Lepelaars er een pak dikker op geworden. Hij moet nu rekening houden met twee scenario’s. Want eerste of tweede klasse, dat is natuurlijk een wereld van verschil. “Budgettair maakt het een verschil van twee miljoen euro”, rekent Lepelaars voor. “Ons budget bedraagt momenteel 1,5 miljoen euro. In de eerste klasse willen we dat optrekken tot 3,5 miljoen. Zo’n stijging is absoluut haalbaar. Ook de supportersaantallen, momenteel gemiddeld zo’n 2300 mensen, zouden dan verdubbelen. We hebben ons licht opgestoken bij KV Mechelen, zij verzekerden ons dat die prognoses realistisch zijn.”

Promotie kan de ontwikkeling van de club dus in een stroomversnelling brengen, maar de vraag is of de club daar klaar voor is. Lepelaars hoeft niet lang na te denken over zijn antwoord. “Momenteel niet, nee.” KVSK United heeft namelijk nog een aantal pijnpunten weg te werken. Onvoldoende lichtintensiteit, onvoldoende zitplaatsen en onvoldoende profspelers, om er maar een paar te noemen. Maar Lepelaars is ervan overtuigd dat die stuk voor stuk uit de wereld geholpen kunnen worden. “Momenteel hebben we één profspeler onder contract: Kevin Oris. Voor de eerste klasse moeten er dat verplicht 20 zijn. In geval van promotie gaan we dus met de spelers rond de tafel zitten. Bedoeling is om de tv-gelden daarbij aan te wenden voor het sportieve luik, maar dat blijft voorlopig koffiedik kijken. Het probleem van de zitplaatsen, daar passen we sowieso een mouw aan. Nu hebben we er 2300, voor de eerste klasse moeten er 2700 bijkomen. Die bouwplannen liggen vast. Ook de lichtsterkte zullen we indien nodig opschroeven.”

Toch heeft Lepelaars gemengde gevoelens bij de promotiekansen van zijn club: “Om eerlijk te zijn, we hadden vorig seizoen een heel moeilijk jaar. Ik had daarom gedacht dat het een overgangsseizoen zou worden. Een rustig jaartje om nadien weer helemaal mee te doen voor de prijzen. Ja, het is hinken op twee gedachten, maar daar moeten we niet over zeuren. Wees gerust, we hebben wel degelijk lessen getrokken uit het verleden. Als we effectief de eerste klasse halen, dan gaan we niet koste wat het kost proberen om erin te blijven.”

Bolletjes bewegen niet

Blijft nog de vraag of United sterk genoeg is om te promoveren. De trainer meent alvast van wel. Want voor het bestuur mag de eindronde dan een overhoopt succes zijn, Guido Brepoels achtte zijn spelersgroep er wel toe in staat. Hij wilde er zelfs een berekend risico voor nemen. “Ik heb mijn trainingen aangepast aan de eindronde”, aldus Brepoels. “Lang voor we zekerheid hadden over deelname, ben ik gaan nadenken over de manier om mijn team optimaal klaar te stomen voor die eindronde. Ik ben de duur en de intensiteit van de trainingen gaan aanpassen. Een risico, want halen we de eindronde niet, dan pieken mijn spelers na hun laatste wedstrijd.”

Brepoels durft dus al eens af te wijken van de platgetreden paden. Niet alleen in de trainingsopbouw, ook ‘de theorie’ vult hij op zijn eigen manier in. Brepoels: “Ik laat mijn spelers zelf de wedstrijdanalyse maken. Twee spelers krijgen een videoband met een wedstrijd van onze volgende tegenstander mee naar huis en moeten later voor de groep een uiteenzetting geven. Welke spelers van dienst zijn, hangt af van de tegenstander. Tegen een sterke tegenstander komen we meer in de verdrukking, voor die wedstrijden zijn het vaak verdedigers. Bij thuiswedstrijden zetten we hoog druk, dus dan nemen de aanvallers de analyse voor hun rekening.

“Het is echt ongelooflijk wat je op die manier van je spelersgroep gedaan krijgt. Iedereen denkt mee, iedereen is ermee begaan. Mijn spelers weten alles van een tegenstander. Ik kan zelf de theorie geven, alles uittekenen op een groot blad papier. Maar al die bolletjes bewegen niet. Op het veld gaat het heel anders. Tijdens een wedstrijd hoor ik mijn spelers elkaar nu constant bijsturen. Bij het begin van het seizoen was dat gewoon ondenkbaar. Coachen en praten, dat is iets wat je nochtans heel moeilijk in een spelersgroep krijgt, maar nu gebeurt het dus wel. Spelers waarderen ook dat hun mening telt. Na een gewonnen wedstrijd denken ze ook: ‘Dat hebben we nu eens helemaal zelf voor elkaar gekregen.'” S

door jan-pieter de vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content