Aanstaande zaterdag wordt er weer geracet tijdens de 24 Uren van Zolder. Bert Longin gaat er op zoek naar een derde titel.

Bert Longin kent het parcours van Heusden-Zolder maar al te goed. Hij won er al tweemaal en verdedigt er zaterdag vanaf 17 . 30 uur zijn titel. Ook de editie van 2004 belooft volgens Longin een fysieke uitputtingslag te worden. “Vaak is het weer erg warm, waardoor je wagen al snel in een sauna verandert. Bovendien moet je op het parcours van Zolder voortdurend in de remmen, zonder pauze. Niet te vergelijken met Francorchamps, waar je hogere snelheden haalt, maar kan uitrusten op de rechte stukken.”

Het wordt bovendien erg druk op de piste…

Bert Longin : “Ja, vijftig concurrenten op vier kilometer samengepropt, dat wordt drummen. Zoals bij alle uithoudingsraces vormen de grote snelheidsverschillen en het gebrek aan ervaring van sommige rijders een extra hindernis. Vooral ’s nachts is inhalen gevaarlijk.”

Hoe zwaar worden de wagens belast ?

“De remmen krijgen het hard te verduren, net zoals de versnellingsbak. Maar ik heb vooral schrik voor de veringen, die al de schokken moeten opvangen. Om te winnen zal het erop aankomen om zo proper mogelijk te rijden, zonder al te veel bumpers en drempels te raken. Wanneer je echter zoveel wagens voorbij moet, kan je de boordstenen soms niet vermijden. Je moet aanvallen, maar toch voorzichtig blijven.”

Kan je Zolder vergelijken met de 24 Uren van Spa ?

“In Spa krijg je meer mogelijkheden om in te halen. Met slechts 40 wagens op een strook van zeven kilometer is het er veel minder druk op de baan. Globaal gezien moet je ook stellen dat het niveau op de 24 Uren van Spa iets hoger ligt.”

Je rijdt in het FIA-GT-kampioenschap en in de Belcar, heb je niet het gevoel achteruit te gaan door in het Belgische circuit te blijven ?

“Helemaal niet. Het gevecht in de kopgroep van de Belcar is intens en het niveau hoog. Ik herinner me dat de Chrysler Viper van Anthony Kumpen tijdens de testritten op de Nürburgring sneller was dan de beste Saleen die datzelfde weekend de 1000 km in de Le Mans Endurance Series reed. Dat zegt voldoende over het niveau van de Belcar. Ik ben blij voor Anthony en voor mezelf, want ik beschouw hem een beetje als mijn kleine broer. Ik ben er 38 en hij is 13 jaar jonger, maar we komen uitstekend overeen, we gaan zelfs samen op vakantie. Volgens mij is dat onontbeerlijk als je een goed team wil vormen.”

Je rijdt ook samen met Karl Wendlinger, een voormalig F1-rijder. Niet te veel sterallures ?

“Zeker niet ! Karl integreerde zich perfect in het team, hij speelt zijn rol zonder al te veel de vedette uit te hangen. We zitten zozeer op dezelfde golflengte dat ik hem al vroeg om mee te werken aan een project voor 2005.”

Je bent geen rijder om den brode, toch geniet je heel wat waardering bij je collega’s. Hoe leg je dat uit ?

“Ik verbaas mij daar nog steeds over, want het betekent dat jongens die van deze sport hun beroep hebben gemaakt en die leven voor de competitie blijkbaar, vinden dat iemand die een schoonmaakbedrijf leidt een efficiëntere aanpak heeft dan zij. Ik ben pas op mijn 29e de autosport ingestapt, maar ik heb mij van begin af aan kunnen omringen met specialisten. Ik doe een beroep op een manager, Evert Maeschalk, die werkt voor SEM. Ik hou mij ook strikt aan een conditioneel voorbereidingsschema, samengesteld door een specialist die mij laat fietsen, joggen en fitnessen. En regelmatig passeer ik langs de KU Leuven voor medische tests.”

In Zolder ben jij in je Viper GLPK weer de grote favoriet…

“Dat is duidelijk. Ons team kent het parcours uit het hoofd en de wagen wordt in die optiek tot in de kleinste details afgestemd. Voor ons is dit de belangrijkste afspraak van het seizoen.”

door Eric Faure

Voor ons is dit de be-langrijkste afspraak van het seizoen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content