Het ontslag van Paul Put zorgde niet voor een kentering bij Lierse. De club neemt nu ook de rode lantaarn over van Germinal Beerschot. Er wacht de nieuwe trainer René Trost veel werk.

De frietjes op het Kiel (in echte puntzakken !) zijn nog altijd van uitstekende kwaliteit. Dat geeft een mens moed, zo vlak voor een weinig aantrekkelijke affiche van een wedstrijd om de rode lantaarn. Toch viel dat zaterdagavond heel erg mee. Beide ploegen gooiden zich vanaf de aftrap in de strijd. Daarbij legden ze zichzelf zo’n hoog tempo op dat ze meermaals naar adem snakten en de combinaties stokten. Het verschil tussen beide ploegen heette zaterdag Tosin Dosunmu. Of die fit blijft en goed bediend wordt, zal dit seizoen bepalen of Germinal Beerschot opschuift naar de middenmoot dan wel onderaan blijft klungelen.

Lierse had zaterdag geen Tosin Dosunmu.

Het verloor dan ook met 4-0.

Eén keer slechts kreeg de Lierse-aanhang zaterdag een warm gevoel. Dat was toen de spelers net voor de aftrap allemaal samen bij de bank in een kring gingen staan als een hecht geheel.

Derderangs- buitenlanders

Aan goede wil ontbrak het geel-zwart zaterdag niet. Net als de vorige weken probeerde Lierse zelf het spel te maken. Dat uitte zich opnieuw in de foutenlast, waar de Liersespelers van alle eersteklassers het meest geviseerd worden. Helaas kan Lierse dat dominante voetbal niet omzetten in doelpunten, zelfs nauwelijks in kansen. Misschien mist het gewoon de kwaliteit om dominant te voetballen. Niet dat het daar helemaal onderaan op zijn waarde gerangschikt staat. De spelers die het inhaalde, zijn geen echte toppers, maar ook niet allemaal derderangsbuitenlanders. Zo’n Iakovenko bijvoorbeeld, nog maar achttien en Oekraïens jeugdinternationaal, bezit het potentieel om een meerwaarde te bieden in de Belgische competitie. Ook de Kroatische belofteninternationals Vukojevic en Mujanovic moeten beter kunnen dan wat ze de laatste weken tonen : Vukojevic – bijgenaamd ‘de Gattuso van Kroatië’ – toonde al in de voorbereiding dat hij in een goed draaiend team vooropgaat in de strijd.

Maar zij zijn niet de sterkhouders waarrond het nieuwe Lierse op het veld gebouwd werd. Dat zijn Tony Vairelles en Daniel Cruz. Ploegen van het niveau van Lierse en Germinal Beerschot hebben maar een paar spelers die de motor kunnen doen aanslaan. Als zij het niet waarmaken, deemsteren ook de anderen weg. Hoe het moet, toonden zaterdag Dosunmu en Mo Messoudi. Niet toevallig viel de eerste sterke prestatie van Germinal Beerschot in weken samen met het wederoptreden van de jonge belofteninternationaal die sinds eind augustus met een blessure ontbrak. Zonder Messoudi en met een Öztürk die niet in vorm is, ontbeert Germinal Beerschot finesse in de omschakeling, zo bleek de voorbije weken.

Dat gaf ook Jos Daerden aan, toen hij na de wedstrijd duidelijk maakte dat hij nu pas echt zicht krijgt op de kwaliteiten en gebreken van alle spelers. Hij verwees daarbij nadrukkelijk naar Messoudi, maar doelde ook op de uitstekende organisatie achterin. Daar kreeg naast de nieuwe kapitein Van der Weerden ook Jonas De Roeck nog eens een kans. De Roeck werd voor het seizoen nog genoemd als vervanger voor Carl Hoefkens als leider op het veld, maar het was nog maar de tweede keer dat hij aan de aftrap kwam. Daerden : “Hij bleef flink doortrainen tot ik als trainer niet meer om hem heen kon.”

Buikpijn

Bij Lierse drong interimtrainer Patrick Deman zaterdag aan op een snelle afhandeling van het trainersdossier. Zondagavond hakte het trio Theyskens-Aras-Lallo de knoop door. Maandag al stond René Trost op het trainingsveld. De veertigjarige Nederlander leidde vorig jaar heel even Patro Maasmechelen en was voordien als speler en assistenttrainer aan de slag bij Roda JC.

In een paar maanden moest Theyskens zich meer met voetbal bezighouden dan hij van plan was. Tot een jaar geleden wist Leo Theykens niets van voetbal. Dat vond hij zelf bij zijn aantreden niet zo’n handicap. Op voorwaarde dat hij als voorzitter beschikte over een ervaren man die fungeert als adviseur en klankbord en zich loyaal loont tegenover club en voorzitter. Bij de keuze van zulke mensen, vertrouwde Theyskens dit blad bij zijn aantreden toe, gaat hij af op zijn buikgevoel : “Dat bedriegt me zelden of nooit.”

Theyskens buikgevoel dreef hem voor de sportieve zaken naar twee pijlers : trainer Paul Put en sportief adviseur Bob Van Jole. Wat rest is buikpijn : met Van Jole kwam het een maand geleden al tot een breuk, ook Put is nu weg. Zonder een persoonlijke actie van Theyskens had Put al op 29 april zijn ontslagbrief van het oude bestuur gekregen toen hij, nukkig om aanslepende sportieve dossiers, even flirtte met ex-club Lokeren waar hij Patrick Deman mee naartoe wilde nemen. De nieuwe eigenaar draaide na een ultiem gesprek met Put bij : Paul, vond hij, was de geschikte man om de spelers beter te maken.

Dat is niet gelukt. Zelden kreeg een trainer zo zijn zin als Put afgelopen zomer bij Lierse. Nauwelijks noemde hij een positie waar hij nog versterking nodig had of daar stond met Theyskens centen al een nieuwe speler. Op het Lisp volgden de nieuwkomers elkaar zo snel op dat zelfs de eigen officiële website de gegevens niet meer kon bijhouden. Probeer op de spelerslijst van dit seizoen maar eens informatie te vinden over pakweg Dragan Mrdaja of Marko Andic.

Nog eens bleek dat het niet makkelijk is van een verzameling lukraak bijeen gekochte spelers van diverse pluimage een hecht team te maken. Dertien keer probeerde Put het met een andere bezetting, maar voor het falen van zijn sterkhouders Cruz en Vairelles vond hij geen oplossing. Toen Put verzuchtte dat de club alles in het werk moest stellen om Marius Mitu terug te halen, lachten ze bij Lokeren, waar ze zich een soortgelijk verhaal herinnerden. Zo lang het goed gaat, merkte men daar op, kan een club zich geen betere trainer wensen dan Paul Put. Als geen ander geeft hij mensen een goed gevoel en kan hij uit spelers waar hij het voor heeft het maximum halen. Zodra het tegenzit, waarschuwde men vorig jaar al in het Waasland, gaat hij aan de klaagmuur zitten en nieuwe, liefst ervaren spelers vragen. Dan wil Put een extra verzekering bovenop zijn verzekering.

Niet dat de getalenteerde jongeren op het Lisp de malaise meteen kunnen oplossen. Ook Eric Van Meir, die de jeugdtalenten toch allemaal goed kan inschatten, ziet op korte termijn alleen in Timothy Dreesen een potentiële versterking. Sommigen noemen hem al een beetje voorbarig een nieuwe Kompany, maar de achttienjarige verdediger trok zich wanneer hij vorig seizoen een kans kreeg meer dan behoorlijk uit de slag, hoewel hij door zijn studies nauwelijks aan trainen toe kwam.

Levende wezens

Met het verwijderen van zijn trainer bleef Leo Theyskens op het sportieve vlak verweesd achter : wie moest hem adviseren in de voor hem onbekende wereld ? Ploegmanager Donato Lallo ? De broer van voormalig eersteklassevoetballer Paolo Lallo, de voorbije 24 jaar trainer in vierde, derde en tweede klasse, belandde in het tussenseizoen per toeval op het Lisp. In zijn keepersschool liep het zoontje van Theyskens rechterhand Daniel Kiesov stage. Er is ook de derde man, Dany Aras. Aras, al sinds zijn jeugd een fervent Lierse-aanhanger, kwam via immobiliën in contact met Theyskens en solliciteerde op aandringen van zijn jeugdvriend Walter Grootaers, die in het kader van de Actie Red Lierse op zoek was naar nieuwe investeerders.

Lierse kostte Theyskens al flink meer dan hij oorspronkelijk had gepland. Als de ploeg onderaan blijft, loopt de kostprijs nog hoger op. Maakte Theyskens bij de start niet duidelijk dat zijn project alleen leefbaar is in eerste klasse ? “Als Lierse degradeert, is het gedaan”, liet hij in juni nog optekenen. “Het is mijn ambitie om met alle macht een degradatie te vermijden. Als je daar extra voor moet investeren op korte termijn, moet dat maar, want degradatie is een extreme vorm van kapitaalsvernietiging.”

Theyskens betaalde vlot voor het aantrekken van jonge, vooral Oost-Europese voetballers. Die wil hij, wanneer ze zich na één of twee jaar een meerwaarde tonen, met winst doorverkopen, zoals op de aandelenmarkt. Maar levende wezens hebben zo, meer nog dan aandelen, hun eigenaardigheden. Geen van de nieuwkomers brak al potten, in die mate dat de voorzitter zich liet ontglippen dat hij overweegt om een paar buitenlanders weg te sturen.

Misschien moet Theyskens zich bij gebrek aan sportieve knowhow in zijn omgeving eens bezinnen over de lessen die hij uit zijn eigen sportverleden kan trekken. Hij zou zich uit eigen ervaring moeten herinneren hoe succes in een teamsport tot stand komt. Met volleybalclub Het Wipke uit Herentals maakte hij de opgang mee van provinciale naar eerste nationale (omgerekend naar voetbaltermen tweede klasse). Die promotie kwam er met een getalenteerde lichting, aangevuld met een paar aanwinsten maar vooral veel sfeer. Het sociale aspect op en naast het veld was toen heel belangrijk, benadrukte hij enkele maanden geleden nog eens, een les die Lierse de afgelopen jaren onder druk van de economische realiteit is vergeten.

Ook Theyskens was, toen hij op aandringen van trainer, manager en sportief adviseur een paar maanden geleden lukraak aan het inkopen sloeg, die les vergeten. Daar betaalt hij straks een flinke prijs voor, als hij in januari opnieuw de markt op moet. Tenzij de nieuwe trainer Cruz en Vairelles weer aan het voetballen krijgt, spelers van hun eilandjes haalt en hen tot een hecht team smeedt. René Frost moet met andere woorden aan de goedbetaalde profs van Lierse een hoog Wipke-gehalte toevoegen. Hoe dat moet, kan de voorzitter hem wel uitleggen. l

GEERT FOUTRé

‘Als Lierse degradeert, is het gedaan.’ leo Theyskens, JUNI 2005

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content