Veel nieuwe spelers, maar voorlopig geen aanwinsten en nog minder een ploeg. Maar wel de eerste punten van het seizoen. Lierse haalt opgelucht adem.
Als een winnende trainer die zegt tevreden te zijn over de doelkansen van zijn ploeg, de balcirculatie, de inzet en de mentale weerbaarheid ook, zich niettegenstaande de overwinning korzelig opstelt op de persconferentie, kan het geen kwaad zijn verhaal met een korrel zout te nemen. De prestatie van Lierse tegen Sint-Truiden was niet zo fraai als Paul Put wilde laten geloven. Kritische opmerkingen nam hij mee onder de douche, waarna assistent Patrick Deman buitenkwam met zijn wedstrijdstatistieken om te bewijzen dat Lierse het ook op aantal doelkansen haalde van STVV (8-7). Bij gebrek aan sluitende definitie van het begrip ‘doelkans’ bleef na een geanimeerde discussie vooral de vaststelling overeind dat Liersedoelman Cliff Mardulier de uitblinker van de dag was, en zijn overbuurman de schlemiel : Dusan Belic greep, gleed, tuimelde over en naast een doorsteekbal van Tony Vairelles, waarna Alessandro Nunes simpel scoorde.
Lierse was het kampioenschap verliezend ingestapt tegen Standard (“bestolen”, herhaalde Put zondag) en dus stond er veel op het spel. Twee handen vol inkomende transfers hadden hoge verwachtingen gecreëerd, net als het stempel van aanvallende trainer dat aan Put kleeft. Op papier zag het er ook veelbelovend uit zondag. Twee offensieve flankspelers lieten toe van een 4-2-4 te gewagen, maar aan de uitvoering schortte wel wat. Zoals wanneer Nunes oprukte over links, maar Couto de bal achter zich door het centrum doorkopte naar de stilstaande Vairelles. Foute keuze en einde actie. Drie nieuwelingen zijn het, net als Kruno Lovrek en ook, achter het viertal, Ognjen Vukojevic. Een half elftal dus. Van automatismen is dan ook nog geen spoor. Tel daarbij de potige aanpak van een kort opzittend STVV en het moet in alle opzichten schrikken zijn geweest voor de als technisch vaardig aangekondigde nieuwelingen van le nouveau Lierse.
Sint-Truiden gaf zo goed als niets weg. Het was bovendien zelf veruit het gevaarlijkst voor de rust. Tegen zijn snelle flanken had vooral Stef Wils het moeilijk, en in het centrum maakten Ninoslav Milenkovic en vooral Laurent Fassotte een bejaarde indruk tegen de heel degelijke, maar toch ook niet swingende targetman Ilija Stolica. Op de linksachter stond wegens een door blessures uitgedunde kern aanvaller Adolph Tohua. Twee speeldagen ver en al niet genoeg spelers om een hele invallersbank te vullen : het is het merkwaardige lot van Lierse. Dus drong Put na afloop aan op de komst van nog een verdediger. Met Branko Ilic, een Sloveen ditmaal, staat deze week naar verluidt een gesprek op de agenda.
Het systeem in vraag stellen doet Lierse niet. Hoog spelen, zoals Put het graag wil, heeft niettemin een schaduwzijde. Vairelles en Couto hadden amper ruimte zo kort bij elkaar, en het kaatsen op ingespeelde ballen verliep ook allesbehalve zuiver. Veelvuldig balverlies was het gevolg. Een oplossing om ruimte te creëren zou kunnen zijn de centrale spitsen achter elkaar uit te spelen. Daardoor zou op het middenveld een driehoek met offensieve punt ontstaan. Maar een zogenaamde nummer 10 voor die positie heeft Lierse niet. Toch zondag niet, zonder de wegens ziekte afwezige Daniel Cruz. Vrijdag ziek geworden, zaterdag toch nog in de kern verwacht, maar uiteindelijk het hele weekend onbeschikbaar gebleken. Ruzie gehad met Put na de nederlaag in Luik, meenden sommigen de ware toedracht te kennen. Cruz zou een terugkeer naar Germinal Beerschot overwegen en daartoe al contacten hebben gelegd.
Op het Lisp werd die versie op ongeloof onthaald. Uit de wekelijkse videoanalyse met de spelersgroep was naar voor gekomen dat Cruz tegen Standard een keer of vijf balverlies had geleden. Vervolgens was hij naar de trainer gestapt om zich te verontschuldigen voor zijn slappe prestaties van in de laatste wedstrijden, tegen Utrecht en tegen Standard. De normale ontgoocheling, heet het, van een speler die weet dat hij beter kan.
Jan Hauspie
Van automatismen is nog geen spoor bij Lierse.
