Thomas Vermaelen begon zijn carrière bij Germinal Ekeren en knoopte bij Ajax aan met een hoger niveau. Nu meldde zich met Arsenal een Europese grootheid. ‘Hij heeft de drive van een winnaar.’

In het ouderlijke huis van Thomas Vermaelen in Stabroek hangt een foto waarop Ajaxdoelman Maarten Stekelenburg hem in de armen draagt. De Belgische Ajacied juicht met gebalde vuist en ontblote tanden. “Op die foto zie je hoe onze Thomas is”, zegt zijn vader Luc. “Een doorzetter. Je ziet het op zijn gezicht, hé.”

“Vroeger gingen ze voetballen en wij waren daar niet zo mee bezig”, zegt zijn moeder Annemie.

“Hij was nooit een haantje-de-voorste, altijd een van de rustigste jongens. Ondanks de leidersfiguur die hij op het veld is, blijft hij ernaast een timide jongen. Hij is daarin gegroeid door de manier van werken bij Ajax”, zegt Wouter, zijn broer. “Bij RKC ( waaraan hij door Ajax een seizoen werd uitgeleend, nvdr) is hij alleen gaan wonen. In dat jaar is hij beginnen te spelen en heeft hij zich kunnen ontwikkelen”, zegt Wouter. “Elke trainer heeft hem wel iets bijgebracht, maar hij heeft ook heel veel aan zichzelf te danken.”

Vader Luc: “Hij heeft veel ervaring opgedaan. Vorig jaar was hij meer geblesseerd omdat hij soms ongelukkig in duel ging. Daar heeft hij veel uit geleerd: dit jaar is hij bijna niet geblesseerd geweest. Sjaak Swart, samen met Søren Lerby zijn makelaar, zei dat ook: ‘Je moet leren in duel te gaan om niet geblesseerd te raken.’ Dat is een fase in zijn groei. Zijn body is ook sterker geworden, hij heeft meer carrure gekregen.”

Harde penalty’s

Walter Dingemans, broer van Ver-maelens moeder, was het die Thomas en Wouter aanspoorde om bij Germinal Ekeren, waar hij de jeugd trainde, te komen meedoen. Thomas gaat straks – als hij, zoals wordt verwacht, ook persoonlijk een akkoord bereikt – naar Arsenal in de Engelse Premier League; Wouter speelt ondertussen in eerste provinciale bij FC Ekeren.

Thomas’ mindere techniek wekte aanvankelijk de indruk dat Wouter de betere van de twee broers was, maar het is onder meer zijn hardheid in de duels die Thomas later een meerwaarde bezorgde. Terwijl hij later in de opleiding van Germinal Beerschot op de linkerflank ook verbleekte bij het talent van Tom De Mul, die de ploeg aanvallend meer bijbracht. Maar opnieuw was het vooral de kracht die Thomas Vermaelen overeind hield.

Nochtans, “fysiek gezien was het geen grote speler, hij had niet méér de fysionomie, de body dan anderen, maar wel heel veel inhoud: nooit moe, altijd dominant aanwezig en hij zat overal tussen”, zegt Walter Dingemans. “Als hij na een wedstrijd nog penalty’s trapte, shotte hij die keihard in het net. Dan zag je dat hij van nature ook een goeie traptechniek had.”

Als een ernstige, niet zo veel pratende kapitein en bepaald geen stapper, zo herinneren ze zich Vermaelen in de jeugd van Germinal Ekeren, later Germinal Beerschot.

“Ik zit als trainer al 25 jaar in het nationale jeugdvoetbal”, zegt Dingemans, “en wat mij bij hem ook opviel, was dat complexloze. Hij speelde altijd zonder complexen. Je ziet er in de jeugd veel met stress en druk, maar bij Thomas niet. Zijn ouders komen ook niet uit het voetbal, ze zaten er niet kort op, gaven geen raad, ze lieten hem doen, dus dat is soms wel eens een voordeel ( lachje). Je zag dat ook bij Jan Vertonghen en Moussa Dembélé. Allemaal complexloze voetballers die veel plezier beleven aan het spel en zo weinig druk voelen. Dat is een van de voorwaarden om te slagen.

“Bij Germinal Ekeren hebben we altijd de klemtoon gelegd op het technische aspect en verzorgd voetbal, niet alleen de kracht. Door altijd belang te hechten aan goed uitvoetballen – door bijvoorbeeld met drie achteraan te spelen. Toby Alderweireld, Jan Vertonghen en Thomas zijn drie spelers die van bij ons komen en die verdedigend goed kunnen meespelen. Ik denk niet dat dat toeval is. Een stuk heeft Thomas bij ons geleerd en de rest bij Ajax.”

Inspeel- en diagonaalpass

Ajax nodigde bij Germinal Beerschot, waarmee het samenwerkt, elk jaar een aantal spelers uit voor een stage. Zo kwam Thomas Vermaelen na een week trainen en spelen in een toernooi onder de aandacht van Tonny Bruins Slot. Kees Zwamborn, hoofd opleidingen van de Amsterdamse club, contacteerde de week erna al Ver-maelens ouders, die hun zoon op vijftienjarige leeftijd naar een Nederlands gastgezin zagen vertrekken.

Lang aarzelen deed Ajax dus niet alvorens de verdediger aan te werven, al gaat ook de anekdote rond dat Zwamborn hem eigenlijk niet goed genoeg vond en tegen beter weten in was afgegaan op de mening van een trainer die nog niet zo lang bij Ajax werkte en het vereiste hoge niveau dus nog niet adequaat genoeg kon inschatten.

Nochtans bleek Vermaelen weinig moeite te hebben om zich het niveau van Ajax eigen te maken. Eén keer dreigde het evenwel helemaal mis te lopen: in de terugwedstrijd tegen Kopenhagen in 2006 schakelde hij met een owngoal zijn eigen ploeg uit voor deelname aan de Champions League. Met een achillespeesblessure erbovenop en een centrale basisplaats die hij kwijtraakte aan Zdenek Grygera moest Vermaelen het stellen met invalbeurten en speeltijd als linksachter.

Het werd een overbodige periode van bezinning. Het gevoel dat hij achter zichzelf aan liep, wilde hij van zich afschudden. Waarom was hij fit, maar kon hij op het veld niet brengen wat werd verlangd? Hij vroeg het zich af. Zijn conclusie luidde: “Ik ben iemand die altijd volle bak wil gaan, ook op training. Nu weet ik dat je soms op de rem moet staan en beter een goede massage kunt nemen of even losfietsen.”

Ondanks een aantal andere blessures (hamstrings, knie) en na een uitleenbeurt aan RKC, waar hij onder Erwin Koeman traint, werpt hij zich op tot een vaste waarde en de kapitein van het elftal. Bij Ajax maakte hij verschillende trainers mee, zoals Danny Blind, Marco van Basten, Henk ten Cate en Adrie Koster, nu trainer van Club Brugge.

Vooral de periode onder Ten Cate was confronterend. Ten Cate is een sterk vanuit zijn gevoel werkende trainer die de harde, soms impulsieve kritiek niet schuwt. Daar had Vermaelen het de eerste maanden moeilijk mee, maar, zo merkte hij naderhand, hij werd er mentaal wel sterker van. Adrie Koster leek vervolgens het andere uiterste: hij heeft de naam spelers meer op hun gemak te stellen. Over welke aanpak de beste is, heeft de verdediger zich nooit uitgesproken, maar dat de benadering van Koster hem beter lag, schemert wel door.

“Ik heb hem één seizoen meegemaakt, maar het eerste halfjaar was hij geblesseerd en toen is hij teruggekomen in het elftal. Hij heeft hard gewerkt”, zegt Koster. “Hij manifesteerde zich als een winnaar in de duels. Hij is uit het goede hout gesneden. Elke trainer heeft graag zo’n type in zijn ploeg. Want ook buiten het veld is hij met z’n vak bezig. Hij wierp zich vaak op als de woordvoerder van de groep. Hij heeft er veel voor over om de absolute top te halen. Je vond hem bijvoorbeeld vaak alleen terug in het krachthonk. Dat tekent de echte top.

“Thomas is een speler met een heel goede mentaliteit en de drive van een echte winnaar. Ik vind hem zelf het beste presteren in het centrum, want hij is kopbalsterk, heeft de timing, ziet het goed en hij heeft een goede inspeelpass met links, een diagonaalpass naar de rechterkant. Zoveel linksbenige verdedigers zijn er niet en het is altijd beter als je met een links- en een rechtsbenige speler centraal kan voetballen.”

Hoe groot zijn kwaliteiten – te weinig coachen in het veld wordt daarbij steevast in één adem als minpunt genoemd – ook, veel komt Vermaelen niet aan bod in de pers. Interviews geeft de verdediger maar met mondjesmaat en ronkende verklaringen worden er dan nauwelijks opgetekend.

Afgezien daarvan merkt Jean-François Remy, assistent van Jean-François de Sart bij de nationale beloften, wel gelijkenissen met een andere Belgische verdediger. Remy schatte hem als voetballer namelijk even hoog in als Vincent Kompany. Technisch misschien minder fijnbesnaard, maar fysiek dankzij zijn snelheid, timing, sprongkracht en vastberadenheid in duels. “Spelers van zijn kaliber voetballen doorgaans bij topclubs als Chelsea en Arsenal”, voegde Remy daar in een interview met dit blad vóór de Olympische Spelen in Peking met voorspellende waarde aan toe.

Eerst zien

Door een enkelblessure die hem vier maanden van het veld hield, kwam Vermaelen er ondanks een groot aantal wedstrijden bij Ajax nog niet aan toe ook een constant seizoen te spelen. Hij verlengde rond de jaarwisseling zijn contract bij de Amsterdamse club tot 2012. “Ik besef dat ik nog wat stappen moet maken”, zei hij daar in februari over in Voetbal International. “Pas als ik die heb gemaakt, zou ik over andere clubs kunnen gaan nadenken. Dat speelt nu geen enkele rol.”

De gedachte dat hij klaar leek voor het buitenland was niet nieuw: ook toen hij zijn contract eerder verlengde tot 2010 werd hem voorgelegd of de Engelse competitie niet iets voor hem zou zijn. Martin Jol scheen hem wel te willen bij Tottenham Hotspur. Voor Engeland is het nog veel te vroeg, klonk het antwoord van Vermaelen in 2007 in VI. “Daar is in een wedstrijd geen moment tijd om op adem te komen, het spel golft op en neer. Qua tempo en explosiviteit kom ik daarvoor nog te kort. Bovendien moet je pas naar het buitenland gaan als je erboven uitsteekt.”

Ajax heeft hij altijd een fantastische club gevonden, hij wou er graag blijven. Maar Arsenal acht hem ondertussen wel rijp voor een overgang.

“In het begin was het bij Ajax: zorgen dat je geen fouten maakt, dan krijg je zelfvertrouwen en ( lachje) begin je fouten te maken”, zegt Walter Dingemans, die als jeugdtrainer van Germinal Beerschot in Amsterdam ook wedstrijden van Thomas zag. “Dat is een evolutie waarin je verder moet en waardoor je dominanter kan worden. Bij Ajax had hij alles bereikt: hij was een vaste waarde geworden én kapitein. Als je dan verder wil, moet je naar een hogere club. En Arsenal is een heel pak hoger. ( lacht)

“Ik denk niet dat hij gaat veranderen bij Arsenal. Thomas gaat daar heel rustig mee omgaan, er keihard voor werken en zien hoever hij komt. Zó redeneert hij. Zo ging dat ook bij Ajax. Hij is niet iemand die uitgaat van het idee dat hij meteen in de basis moet staan. Want dat is ook een andere factor in je evolutie: gaat hij speelgelegenheid krijgen? Maar hij wil wel altijd beter worden, dat is het topsportgehalte dat je wel in je moet hebben om zover te raken. Hij zal nu fysiek nog iets meer kracht moeten ontwikkelen, denk ik.”

De familie in Stabroek blijft er, zoals Thomas Vermaelen zelf naar verluidt, vrij nuchter onder. Van het landelijke en inmiddels door de Antwerpse havenactiviteiten haast overschaduwde Stabroek, waar hij met zijn broer in de tuin voetbalde, naar het mondaine Amsterdam en straks Londen: de stappen die de nog altijd maar 22-jarige Vermaelen zet, zijn immens.

“Als Ajax je uit een groep van dertig, veertig testers licht, denk je: hij zal wel iets kunnen”, blikt zijn broer terug. “Wij zien dat niet meer, want we gaan er elke week naar kijken. Je denkt: ah, ja, dat is Thomas, hé. Maar als hij bij Arsenal zou spelen … Ik zou het eerst moeten zien voor ik het ga geloven ( grijnst).”

door raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content