De twijfels rond zijn naam sinds de zaak-Ye wegen niet op de prestaties van Silvio Proto. Rustig bereidt de Anderlechtdoelman zich voor op de schok tegen Standard.

Voor Charleroi-Anderlecht bepaalt de toss dat Silvio Proto eerst in het doel onder de harde kern van de thuisploeg moet plaatsnemen. Vanuit de tribune krijgt hij van alles naar het hoofd geslingerd, hatelijke spreekkoren én voorwerpen. De voorwerpen verwijdert hij uit zijn doelvlak, bij de spreekkoren geeft hij geen krimp. Twee weken eerder reageerde hij al even onbewogen toen hij op Club Brugge eerst onder de Brugse spionkop moest postvatten. Geen teken van emotie toonde Proto toen de hele tribune hem op ‘Proto-maffia’ en ‘Proto- Allatta‘ trakteerde.

Sinds de vermeende betrokkenheid van zijn manager Pietro Allatta bij de zaak-Ye en de vraag in hoeverre Proto daar een rol in speelde, is geroep en getier zijn wekelijks lot. Hij draagt het bewonderenswaardig : zijn prestaties zijn af, reageren doet hij niet. Ook niet in het Stade du Pays de Charleroi. Na het gelijkspel houdt hij op weg naar de spelersbus een radio-interview af. Niet omwille van ‘de zaak’. “Ik ben zwaar ontgoocheld, ik zou alleen maar stommiteiten vertellen. Maar morgen mag je me bellen”, zegt hij zeer redelijk.

Eén keer slechts zag ploeggenoot Jan Van Steenberghe Proto reageren op de provocaties. “Dat was thuis tegen Beveren. In het spel werd Silvio op geen enkel moment verontrust. Misschien had hij daardoor meer tijd om te luisteren naar wat ze naar hem riepen. Toen stak hij even een duim omhoog en applaudiseerde ironisch richting bezoekende fans. In alle andere matchen vertrok hij geen spier, wat er ook geroepen werd.” Een paar keer stond Van Steenberghe te kijken van de cool waarmee Proto onder druk presteert. “Op Moeskroen keepte hij zo sterk, een van zijn betere matchen. Zonder hem en Frutos keren we daar zonder punten terug.”

Anderlechttrainer Frank Vercauteren is niet verbaasd dat zijn doelman zich beheerst. “Dat hebben we samen zo afgesproken”, zegt hij. “Silvio is best in staat zijn emoties te controleren. Maar ik ben wel verbaasd over de manier waarop hij met de druk van de extrasportieve zaken van de laatste maanden omging. Even leek het alsof iedereen hoopte dat Silvio bij ‘de zaak’ betrokken was, maar altijd is hij blijven presteren in plaats van daaraan ten onder te gaan. Het verbaast me niet, maar je moet dat wel kunnen. Daar is persoonlijkheid voor nodig. Om daar niet onder te lijden moet je al sterk in je schoenen staan.”

“Wat mij frappeert,” benadrukt Van Steenberghe, “is hoe sereen hij met al die geruchten en insinuaties omgaat. Hij straalt uit dat hij zichzelf niets te verwijten heeft. Zijn innerlijke rust zet hij ook gemakkelijk om in wedstrijdconcentratie. Niemand die zich zo kan focussen op een wedstrijd als hij. Als ik zijn kwaliteiten moet samenvatten, kan dat in drie woorden : kalmte, concentratie en karakter.”

Aarzelende start

Negen maanden zit Proto nu bij Anderlecht. In volle voorbereiding pikte de Brusselse club hem bij La Louvière weg. Zijn start bij paars-wit was aarzelend, zag Van Steenberghe, die Proto kende van bij La Louvière. “Ik zie een groot verschil tussen de Proto van de heenronde en die van de terugronde. Zo autoritair als hij nu doorgaans speelt, zo aarzelend kwam hij over in het begin. Ook op training liet hij soms makkelijke ballen door of schatte hij het traject van een bal verkeerd in. Af en toe vroeg ik me af : het is toch niet mogelijk dat hij al zijn kwaliteiten ineens verloren heeft ? Zelfs keeperstrainer Jacky Munaron vroeg zich af of dat dezelfde Proto was die hij van bij de Rode Duivels kende. “Ik praatte er wel eens over met Silvio. Hij was zich er ook van bewust, maar vroeg gewoon wat tijd. Misschien ging het allemaal wat snel en moest hij te veel dingen ineens verwerken.”

Zijn aarzelende start in Brussel was een normale zaak, meent Frank Vercauteren. “Toen hij hier aankwam, was hij mentaal niet helemaal klaar voor Anderlecht. Hij zette zichzelf te veel onder druk. Dat komt omdat hij zich onder druk gezet voelde door de buitenwereld. Hij had het gevoel dat hij zich niets mocht permitteren. Dat woog op zijn prestaties. De eerste drie, vier weken had hij problemen, daarna zag je hem zo vooruitgaan.”

Wat Proto doormaakte, verbaasde Jacky Munaron niet. “Alle spelers die bij ons komen, moeten door zo’n fase waarin ze heel erg schrikken van al wat hier rond hangt. Maar je kan ook een voorbereiding bij La Louvière niet vergelijken met die van ons. De snelheid van uitvoering is anders, ook op training. In de wedstrijd ziet de keeper van Anderlecht bijna nooit een bal omdat wij altijd heel hoog voetballen. Maar hij moet wel de hele tijd geconcentreerd blijven.

“Zijn eerste match, een vriendschappelijke wedstrijd op Southampton, was niet goed. Ook niet echt slecht, maar de volgende dag schrok hij toen hij op de voorpagina’s van de kranten de kritiek zag. Ik heb hem toen gezegd : ‘Welkom in de club !’ Hij had gehoopt op een beetje krediet, maar hij kreeg bakken kritiek. Daar schrok hij heel erg van : tenslotte was hij in volle voorbereiding overgestapt, moest hij nog aan zijn ploegmaats wennen en was het zijn eerste match, dan nog een zonder inzet. Maar bij Anderlecht bestaat dat niet, matchen zonder inzet. Wat hem vooral dwars zat, was dat de ergste kritiek kwam uit een Franstalige krant, een die hem kort tevoren heel erg gesteund had in de aanloop naar zijn transfer.”

Na een paar weken kreeg hij voluit zijn kans, nadat Vercauteren een rotatiesysteem opzette met Daniel Zitka. “Ik blijf erbij dat het noodzakelijk was en dat het in de toekomst misschien noodzakelijk zal blijven”, zegt Vercauteren. “Het verschil is dat we nu van week tot week spelen en niet meer om de drie dagen. Dat Proto bleef staan, had te maken met de kwaliteit die hij bracht en nog steeds brengt. Voor mij is een goeie keeper iemand die extra punten pakt. Na het seizoen maak je de balans : heeft hij punten gewonnen, verloren of niets uitgemaakt ?”

Zelfkritisch

Over de ingesteldheid van de nieuwe keeper is iedereen erg te spreken. “Het is iemand die luistert en die wil leren”, stelt Munaron vast. ” Zeldzaam zijn ze, de jonge spelers die eerst in de spiegel kijken naar wat ze zelf fout deden.”

Als alle spelers de mentaliteit van Proto hadden, zou het trainerschap bij Anderlecht veel gemakkelijker zijn, zucht Vercauteren. “Hij is een harde werker, ook op training. Hij vraagt altijd meer werk, blijft altijd na om nog wat extra te trainen, is altijd beschikbaar. Je moet hem niet apart nemen om hem op zijn fouten te wijzen. Hij vraagt dat zelf. Silvio is heel leergierig, stelt altijd vragen bij dingen waarvoor hij zelf niet meteen een oplossing ziet. Hij is daar heel veel mee bezig, wil ook altijd geanalyseerd worden. Door mij én door de keeperstrainer. Wij zoeken geen schuldigen, wij zoeken oplossingen. Maar sommige spelers hebben het er moeilijk mee om toe te geven dat ze in de fout gaan. Die wijzen altijd naar een ander. Silvio zoekt eerst de fout bij zichzelf.”

Een treffend voorbeeld was de verloren wedstrijd op Sint Truiden. “Hij vond dat hij in de fout ging bij de eerste goal,” vertelt Van Steenberghe, “wilde meteen weten wat ik en Daniel daarvan vonden. Op dat vlak zijn we altijd heel eerlijk tegenover hem. Als we iets op te merken hebben, zeggen we hem dat altijd rechtuit.”

Vercauteren herinnert zich Proto’s reactie na Sint-Truiden. “Na de match zat hij in de put, vroeg hij meteen om de beelden te zien. Hij blijft daar niet van in de put zitten. Integendeel. Hij put daar energie uit om beter te worden en komt er sterker uit.”

Wat moet hij nog leren ?

Vercauteren : “Wij spelen altijd hoog, daar heeft hij nog moeite mee. Tegen Lokeren heeft hij geen bal moeten pakken, maar het is wél 1-1. Hij zet zichzelf soms nog in tijdsdruk, moet nog rustiger worden aan de bal. Waarom moet een speler zichzelf extra onder druk zetten ? Het is niet omdat een tegenstander naar mij loopt dat ik nerveus moet worden. Hij wil in zo’n situatie nog wel eens te snel spelen.”

Munaron : “Hij moet nog meer aanwezig zijn in het spel, maar dat komt wel. Hij is nog niet eens een jaar bij ons. Silvio weet wat hij wil, het zit goed in zijn hoofd. Dat is een van zijn grootste kwaliteiten. Hij heeft een ongelofelijke mentaliteit, waarmee hij alles van zich afzet eens hij op het veld komt.”

GEERT FOUTRé EN BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content