Eén slechte collectieve prestatie tegen KRC Genk zette plots Waasland-Beveren onder grote druk. Stijn Vreven werkte een week keihard en zie: Anderlecht ging eraan en de redding wenkt.

Een verjongd bestuur, een jonge trainer, een jonge A-kern, met nagenoeg allemaal nieuwe spelers, die enthousiast als leeuwen knokten voor hun plaats en naamsbekendheid. Fris en aanvallend voetbal brachten ze, wekenlang, een beetje Hollands leek het wel, alsof de trainer, die een paar jaar in Nederland voetbalde, die filosofie had meegenomen. Vrijdagmiddag zei hij nog zelf dat het niet klopte, dat hij tegengoals haatte, dat zijn spelers maar moesten ‘lopen, bijten, krabben en desnoods spuwen om de tegenstander het scoren te beletten’. Dat van dat spuwen was uiteraard bij wijze van spreken, maar zo veel tegengoals, dat kon echt niet.

De feiten waren er nochtans. Tot zondag had zijn ploeg slechts drie keer de nul kunnen houden: thuis tegen Standard, en in Leuven en Moeskroen. Maar in andere wedstrijden was het soms grondig fout gelopen, met als dieptepunt de dertien goals in drie matchen (wel tegen Oostende, Club Brugge en AA Gent) eind september en tien dagen geleden de zes tegengoals bij KRC Genk.

KEEPERSKWESTIE

Eind september reageerde Vreven op de situatie door een drastische ingreep te doen: doelman Laurent Henkinet (net 23) ging eruit en de twee jaar jongere Merveille Goblet kwam erin. Niet dat hij Henkinet echt iets kon verwijten, legde Vreven zijn doelman in een privégesprek uit, maar de trainer zocht naar een schokeffect. Henkinet: ‘En dan is het signaal van een nieuwe keeper sterker dan dat van een andere pion in de verdediging.’ Bovendien is de job van doelman bij een club op de Freethiel er toch eentje met een beladen verleden. Eerder verlieten ook al KennySteppe én ColinCoosemans de club.

Dat ook Henkinet door het ijs zou zakken, was verrassend en wijst er misschien op dat je verder moet kijken. In zijn eerste tien wedstrijden bij Kortrijk vorig seizoen hield de Luikenaar vijf keer de nul. Niet alleen dankzij de eigen prestaties, maar ook dankzij stevig duelwerk voor zijn neus. En dat bleek in Beveren toch wat anders. Omdat er een probleem was centraal voor de verdediging werd de Fransman Gary Coulibaly lange tijd op zes gezet. Toen achterin de Fin ValtteriMoren uitviel, schoof Coulibaly toch een rij achteruit, waarna er weer een probleem op zes ontstond. Vreven: ‘En als wij niet compact kunnen spelen en sommige jongens de opdrachten van anderen moeten compenseren, vallen er grote gaten en worden we uitgetikt.’

En zo hobbelde Waasland-Beveren door het seizoen. De defensieve lacunes werden lang gecamoufleerd door goeie offensieve prestaties, scoren was nooit een probleem. Zinho Gano, nog steeds maar 22 en na een moeilijk jaar bij Moeskroen eigenlijk pas voor het eerst titularis, kreeg veel kansen en pikte geregeld zijn goal mee. Hij zit inmiddels al aan tien. Steeven Langil begon sterk aan de nieuwe competitie, begin oktober had hij vijf goals en vijf assists achter zijn naam. De rechterflank LaurentJans – Olivier Myny dartelde, de jonge Deni Milosevic stak de neus aan venster en na de winterstop deed Siebe Schrijvers van zich spreken.

Bovendien stond Waasland-Beveren er telkens als het moest, tegen de ploegen die een rechtstreekse concurrent voor het behoud leken te zijn. Zorgeloos fietsten ze naar het einde, zo leek het, alleen de stunt tegen een topploeg bleef nog uit. Intern was er wel al wat verlies aan scherpte te noteren. Centrale verdediger Jonathan Buatu (ook nog maar 22) bleef foutjes maken en werd al eens wat zenuwachtiger als de coach daarop bleef hameren, en in december verzeilde aanvoerder Milos Maric op de bank.

Dat bleef zo na de winterstop, toen twee nieuwe spelers aanmeerden: naast Schrijvers ook Ousseynou Cissé. Allebei geleend, de ene bij KRC Genk, de andere bij Rayo Vallecano. De Malinees moest het probleem op zes oplossen, Schrijvers bracht offensief nog wat meer weelde. Voor een extra verdediger was geen geld meer, dat probleem kon in de zomer worden opgelost.

BIBBERGELD

Heeft Waasland-Beveren zichzelf daarmee wat in de problemen gebracht? Het gebeurde alleszins onverwacht. Het programma na de winter was niet van de poes: achtereenvolgens KV Oostende, Club Brugge en AA Gent, het trio dat Henkinet de kop kostte. Die stond trouwens opnieuw onder de lat want tijdens de winterstages begonnen de twee doelmannen op nul, en Vreven koos weer voor Henkinet. Een nieuw schokeffect.

De prestatie was behoorlijk, maar het lek in de verdediging bleek niet gedicht. Iedere speler kwam wel goed gebriefd het veld op, maar daar liep het fout, ondanks een nieuwe 6. De fouten bleven: te weinig compact, te veel individuele tekortkomingen. Geen gebrek aan kwaliteit, vond de trainer, maar aan mentaliteit, niet altijd kunnen uitvoeren wat de baas wil. Mee naar voren gaan en niet terugkeren, uit positie lopen.

Maar opnieuw leek er geen vuiltje aan de lucht. In de wedstrijd waarin punten moesten worden gepakt – tegen OHL – gebeurde dat ook. Niet de verhoopte drie weliswaar, maar gezien de omstandigheden (rechtsachter Jans kreeg al na tien minuten rood) was de 2-2 geen slecht resultaat. Eigenlijk ging het alleen in Genk (6-1) grondig fout. Daar – en alleen daar, benadrukte Vreven vorige week – liet zijn ploeg het lopen. En kreeg Henkinet er weer zes binnen. Frustrerend, noemde die het vrijdag, want ‘als je zes goals pakt, kijkt men alleen naar de verdediging en de doelman. De rest gaat dan vaak vrijuit.’

Omdat de rechtstreekse tegenstanders wél gingen winnen, ontstond plots paniek. Financieel is eerste klasse een noodzaak, overal. Maar Vreven, met KVM-coach Aleksandar Jankovic en STVV-baas Chris O’Loughlin de enige trainer in de rechterkolom die zijn job dit seizoen niet verloor, hield het hoofd koel. Dagelijks hield hij contact met de voorzitter en met de spelers werd individueel gepraat. Na een slechte donderdagtraining, zijn vaste tactische dag met het oog op de wedstrijd, werden de plannen bijgestuurd. Alle ervaring werd opgesteld, ook weer Maric, wat vergeleken met de wedstrijd tegen Genk de gemiddelde leeftijd optrok van 23 naar 24,8. En de nadruk werd nog eens gelegd op mentaliteit en compactheid. Dat bij Anderlecht net aanjager StevenDefour ontbrak en de spelers misschien meer met Olympiacos (donderdag) en Standard (zondag) in het hoofd zaten, doet niks af aan de sterke collectieve prestatie. Bijna vijftig minuten met tien tegen elf, het was knap, zowel defensief als offensief.

En nu? Er is bibbergeld betaald, en gered is de ploeg nog niet, maar ze ademt al iets geruster. De routeplanner naar Virton en Tubeke hoeft niet aan de favorieten op de laptop worden toegevoegd. Misschien is er meer kwaliteit dan vroeger, maar Langil en co weten het nu ook weer: zonder knokken kom je er niet.

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

Er was geen gebrek aan kwaliteit, vond Stijn Vreven, maar aan mentaliteit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content