Na een moeizame start komt Marouane Fellaini langzaam boven water bij zijn Engelse team Everton. ‘Ik hou van het fysieke voetbal’, aldus de voormalige reus van Standard.

Gedurende ons hele verblijf in Liverpool worden we geteisterd door een vervelende motregen. Druilerig en miezerig weer, maar op straat heerst desondanks een grote bedrijvigheid. De locals stromen immers massaal richting winkels om er de nodige kerstkoopjes te doen. Wat opvalt: her en der ligt de teamkalender voor 2009 van Everton opzichtig uitgestald. De maand januari wordt meteen geflankeerd door een beeld van Marouane Fellaini. “Het toont aan dat de club me weet te appreciëren,” zegt hij, “toch ben ik nog lang geen ster.”

Fellaini, omwille van zijn gestalte door de supporters Big Mo gedoopt, is nog steeds de bescheidenheid zelve. In de straten van Liverpool worden nochtans ook heuse Fellainipruiken verkocht, het gaat om exacte replica’s van het kapsel van de Belgische international. Ons gesprek speelt zich af in een van de grootste hotels van Liverpool, aan de oever van de Mersey en op een steenworp van de dokken. Kortom, we bevinden ons in het zenuwcentrum van de stad die in 2008 tot Europese cultuurhoofdstad werd gekroond. Op enkele meters van onze tafel houden belangrijke figuren een kerstdrink. Naast clubleiders van zowel Liverpool als Everton, zit ook Liverpoolcoach Rafael Benítez aan tafel. Tijdens ons gesprek worden we voortdurend gestoord door genodigden die Fellaini groeten of hem om een handtekening of een foto vragen. We fungeren als tolk van dienst, Fellaini’s Engels blijft vooralsnog ‘onder constructie’. “In het begin beperkte ik me tot good morning en goodbye. Mijn vriendin en ik volgen driemaal per week les, maar de taalbarrière blijft lastig. Vooral dat accent is onmogelijk!”

Verschroeiend tempo

Hoe verloopt de aanpassing aan het Engelse voetbal?

Marouane Fellaini: “Het moeilijkste is de hoge snelheid. Er wordt steeds in een strak tempo gevoetbald. In het begin had ik het daar serieus lastig mee. Logisch, toch? Ook nu ben ik nog doodop na elke wedstrijd, ik heb nog tijd nodig om me aan te passen. Ik voel dat ik stilaan het ritme oppik en beter voetbal. Ik zak niet meer uitgeput neer na het laatste fluitsignaal, ik doseer steeds beter.”

Twijfelde je in het begin aan je capaciteiten om te slagen in Engeland?

“Neen. Ik wist dat ik mijn niveau zou opkrikken door meer wedstrijden te spelen. Vier dagen na mijn komst stond ik in de basis, zoiets is niet evident. Ik kende mijn ploegmaats niet en had het moeilijk tijdens die aanvangsfase, maar op geen enkel moment heb ik mezelf in vraag gesteld. Ik voetbal niet om gestresseerd rond te lopen.”

Heb je, naast het hoge tempo, nog andere zaken opgemerkt?

“De scheidsrechters laten meer spelen dan in België, ze fluiten de wedstrijd niet kapot. Bij Standard kwam ik op het veld, speelde tien minuten, liet even een voetje hangen en pakte geel bij mijn eerste overtreding.”

Nochtans pakte je ook in Engeland al acht gele kaarten in veertien matchen. Je speelt tegen je Belgische gemiddelde.

“In België werd ik afgerekend op mijn reputatie, het werd tijd dat ik nieuwe oorden opzocht. Hier incasseer ik verdiende kaarten. Ik heb ook vaak geen keuze: je moet overtredingen maken.”

Hoe zit het met het technische niveau van de Premier League?

“Het minste foutje betaal je cash. Ik geloof dat ik op het technische vlak nog niet teleurstelde: ik ben sinds tweeënhalf jaar prof, ik weet dat ik me niet in een lastig parket moet voetballen. Misschien denken mensen dat ik onervaren ben, maar inmiddels speelde ik heel wat topwedstrijden. Door al die matchen kweek je vanzelf maturiteit. Na drie maanden in Engeland weet ik dat mijn niveau hoger ligt dan toen ik nog in Luik voetbalde. In België speel je tegen Roeselare, hier tegen Liverpool. Ik heb ondertussen geleerd minder risico in mijn spel te leggen.”

Laat ons het inderdaad eens over Liverpool hebben, hoe verliep je eerste derby?

“Niet goed: we verloren met 2-0, maar ik heb al andere beladen wedstrijden gespeeld. We speelden gelijk tegen Manchester United ( 1-1, nvdr) en wonnen tegen Tottenham ( 0-1, nvdr). Toen we thuis tegen United voetbalden, was de sfeer intenser dan in die match tegen Liverpool. Bovendien maakte ik de gelijkmaker, een fantastisch moment! Ook tegen Tottenham speelden we in een heksenketel, het was een wedstrijd die gedurende negentig minuten in een verschroeiend tempo werd gespeeld.”

Slechtste transfer ooit

Je scoorde al tegen Newcastle en Manchester. Bovendien nette je tegen Bolton de winning goal in de laatste minuut. Aan welk doelpunt heb je de beste herinneringen?

“Die goal tegen Manchester telt toch dubbel, als je ziet welke spelers er lopen. Manchester beschikt over 25 klasbakken, en toch kunnen we een gelijkspel halen. Ook dat typeert het Engelse voetbal: je weet nooit op voorhand wie een match zal winnen. In België ligt dat anders: bij Standard-Roeselare weet je vooraf wie er wint. ( denkt) Ryan Giggs is de speler die tot nog toe het meeste indruk op me maakte, ongelooflijk hoeveel werk hij nog verzet op zijn leeftijd ( 35,nvdr). Bij onze kern valt vooral aanvoerder Phil Neville me op: door zijn ervaring dwingt hij het respect af van de ploegmaats. Als Neville spreekt, luistert men.”

Ondanks je stijgende vormcurve bestempelden enkele supporters je na een maand als de slechtste transfer ooit.

“( knikt) Misschien. Ik kwam op twintigjarige leeftijd naar Everton en het betekende bovendien mijn eerste transfer. Critici hielden daar onvoldoende rekening mee. Men eist dat je direct meedraait. Inmiddels is het tij gekeerd, de supporters appreciëren me.”

Je werd getransfereerd voor twintig miljoen euro, legde dat extra druk op je schouders?

“Neen. ( lacht) Ik denk eerder dat het voor de clubleiding stress betekende. Tussen haakjes, Standard streek een recordsom op, niet ik. Ik zou niet weten waarom ik me gestresseerd zou voelen.”

Herinnert de Engelse pers je dan niet voortdurend aan de hoge transfersom?

Omdat ik geen Engels lees, heb ik ook de krantenkritieken niet opgepikt, misschien is dat een voordeel. Trouwens, nog een groot verschil met België: sinds ik hier ben, heb ik nog maar drie interviews gegeven. Bij Standard stond ik voortdurend in de belangstelling. Of ik mezelf soms afvraag of ik twintig miljoen waard ben? Ik heb hard gewerkt om te staan waar ik nu sta.”

Zette die taalbarrière een rem op je inburgering bij de club?

“Het vormde zeker een probleem, gelukkig namen Joseph Yobo, Mikel Arteta en Louis Saha, allen Franstaligen, me onder hun hoede. Intussen heb ik enkele termen gememoriseerd en ben ik gewend aan de Engelse manier van voetballen.”

In België kreeg je al het etiket een voetballer te zijn voor de Premier League.

“Klopt, ik hou van de spelstijl. Reeds als kind hield ik van fysiek voetbal. Maar toegegeven, de snelle opeenvolging van matchen is slopend. Als je in alle competities actief bent, wordt het hels. De grote teams hebben een ruime kern en kunnen hier op anticiperen, voor ons is dat niet het geval. In die optiek is het niet zo erg dat we uitgeschakeld werden voor de UEFA Cup. Ook voor de Carling Cup werd de ploeg al in september uitgeschakeld door Blackburn Rovers. Sindsdien merk je dat we beter presteren in de competitie.”

Stilte op de Spelen

Laten we het eens hebben over trainer David Moyes.

“In het begin sprak hij zeer weinig met mij. Met behulp van een tactisch bord maakte hij me duidelijk wat ik op het veld moest doen. Hij is iemand die het erg belangrijk vindt dat alle spelers zich goed voelen bij de club. Op de trainingen gaat het er fel aan toe. De duels zijn fysiek en tijdens wedstrijdjes moet je voortdurend pressen. Je moet in alles het uiterste geven, zelfs bij tackles of balcontroles.”

In België werd geschreven dat je in een impuls bent vertrokken, je zou onder meer ontgoocheld geweest zijn omdat je in mei vorig jaar niet verkozen werd tot Profvoetballer van het Jaar. Klopt dat?

“Ik heb ook gehoord dat ik in een gefrustreerde bui vertrok. Kwaad? Ik werd simpelweg getransfereerd. In alle eerlijkheid, ik was niet ontgoocheld door het mislopen van de titel Profvoetballer van het Jaar. Wat me wel enerveerde, was heel die commotie voor de uiteindelijke bekendmaking van de winnaar. Iedereen vertelde me dat ik zou winnen, heisa voor niets. Ze hebben me het hoofd voor niets op hol gebracht, blabla pour rien. Jovanovic was de sterkste kandidaat, op zijn overwinning valt niets af te dingen.”

Vond je het geen gebrek aan erkenning?

“( verbaasd) Ik heb een transfer naar Everton versierd, dát is mijn beloning!”

Nochtans leek je tijdens de Olympische Spelen misnoegd, je ontvluchtte de pers.

“Dat deed ik niet.”

Toch wel.

“We speelden belangrijke wedstrijden en ik had geen zin om nietszeggende interviews te geven. Als je geen zin hebt om te praten, praat je niet. Simpel. Je moet alles in de juiste context plaatsen: tegen Brazilië incasseerde ik een rode kaart en bovendien diende ik naar Luik terug te keren voor de wedstrijd tegen Liverpool. Ik wist dat de journalisten me lastige vragen zouden stellen, dat men zou insinueren dat ik expres rood pakte, omdat ik naar Standard wilde terugkeren. Mijn rode kaart was helemaal niet terecht en ik had geen zin me te verdedigen. Vooraf was er een akkoord tussen Standard en de Belgische bond: na de match tegen Brazilië zou ik vertrekken, ongeacht de uitslag.”

Was je niet ontgoocheld dat je het olympische toneel moest verlaten?

“Ik was graag gebleven, maar indien ik die wedstrijden tegen Liverpool niet had gespeeld, was ik wellicht de transfer naar Everton misgelopen. De club scoutte me namelijk tijdens Europese wedstrijden. Ik heb er trouwens alle begrip voor dat Standard geen vier spelers op de Spelen wilde laten.”

Twee jaar gevolgd

Wanneer vernam je de belangstelling van Everton?

“Ik bevond me in het Sheratonhotel op de luchthaven toen Luciano D’Onofrio me over het aanbod vertelde. Hij heeft me voor de keuze gesteld en zei dat ik niet hoefde te vertrekken. Ik herinner me dat hij zelfs tranen in de ogen had, maar hij voegde er wel aan toe dat een dergelijk bod uitzonderlijk is. ( denkt) Na drie maanden Engeland kan ik zeggen dat het tijd was om België te verlaten. Ik amuseerde me bij Standard en het team draaide behoorlijk. Toen ik van de Olympische Spelen terugkeerde, dacht ik nog een extra seizoen in Luik te zullen voetballen, maar niemand verwachtte zich natuurlijk aan een bod van twintig miljoen euro. Everton is een goeie keuze: het is geen wereldtop, maar het heeft wel een heel goed team. Sinds mijn komst ben ik basisspeler, ik voel vertrouwen en krijg de kans om te groeien. Wist je dat de club me al twee jaar volgde? Dat zegt toch iets!”

Het voetbal hier bevalt je, de Engelse levensstijl ook?

“In Liverpool zijn er talloze pubs, de Engelsen zijn feestvarkens: ze houden ervan om te drinken en zich te amuseren. Hoewel ik zelf niet drink, stoort het me niet echt. Vooraf had men mij verteld dat het eten slecht zou zijn, maar ook dat valt mee, ik heb ondertussen enkele leuke restaurantjes ontdekt. Ik kuier graag door de stad en hou van shoppen. De mensen spreken me op straat niet meer aan dan in Luik. Het gebeurt dat supporters je niet eens durven groeten, er heerst een groot respect: de mentaliteit verschilt in dat opzicht sterk van de Belgische.” S

door stéphane vande velde beelden: danny gys (reporters)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier