De Rode Duivels spelen vandaag tegen Zweden hun derde groepswedstrijd. Ex-Anderlechtspeler Christian Wilhelmsson vertelt over Zlatan Ibrahimovic, maar ook over zijn eigen verleden en zijn nieuwe leven als spelersmakelaar.

Een grote verrassing: de man die, toen hij bij Anderlecht voetbalde, de reputatie had om de Brusselse nachtclubs af te schuimen, ontmoeten we in Karlstad, een verloren boerengat in het zuidwesten van Zweden op vier uur sporen van Stockholm. Christian Wilhelmsson (36), voormalig rechtsbuiten die sinds zijn voetbalpensioen vorig jaar spelersmakelaar is, lijkt in niets op de clubber van weleer. Sobere korte haren, een wit hemd à la Wilmots en een open en nostalgisch discours: we zien het al zo voor ons dat deze rustige man kikkers zit te vangen in het bos achter hem.

Je bent afkomstig van Hällevik, een naam die absoluut geen belletje doet rinkelen in België.

CHRISTIAN WILHELMSSON: ‘Hällevik telt ongeveer 1000 à 1200 inwoners, maar dat neemt niet weg dat het dorp toch een ploeg in de eerste klasse heeft: Mjällby AIF. Volgens mij is Hällevik het kleinste dorp ter wereld met een ploeg in de hoogste voetbalafdeling.’

Kom je er soms nog?

WILHELMSSON: ‘Ja, mijn familie woont er nog steeds en als ik met mijn vrouw en kinderen naar Zweden ga, dan verblijven we altijd een paar weken ginder en een paar weken hier in Karlstad. Ik ben geen stadsmens. Daarom woon ik ook niet in Stockholm of Malmö. Mocht ik kunnen kiezen, dan woonde ik in een bos. In een dorp kent iedereen iedereen. Ik vind het dorpsleven fantastisch: buiten leven, vissen.’

Je bent een echte natuurmens?

WILHELMSSON: ‘Als kind al speelde ik heel graag buiten. Avonturen beleven en gekke dingen doen, dat was mijn ding. Met mijn vrienden zat ik altijd in het bos: muizen vangen, kikkers verzamelen, boshutten maken. Mijn vrouw zat bij de scouts en daar is ze heel trots op. (lacht) Ze kan er uren over praten. Voor mij was een jeugdbeweging veel te georganiseerd. Ik hield van het avontuur en daarbij overschreden we soms grenzen. Zo viel het weleens voor dat we niet naar school gingen omdat we bleven rondhangen in het bos, maar meestal gebeurde dat omdat we aan het voetballen waren.’ (grijnst)

NIEUWE JETSKI

Het was ook in Hällevik dat je later een beangstigend avontuur beleefde.

WILHELMSSON: ‘Ik had net getekend bij Anderlecht en keerde naar Zweden terug voor de vakantie. Het was bij het jetskiën – je moet weten dat het water hier niet zo warm en niet zo rustig is als aan de Rivièra of in Saint-Tropez. Er waren die dag nog grotere golven dan anders, maar ik wilde per se mijn nieuwe jetski proberen. Op een gegeven moment, bij een sprong over zo’n reusachtige golf, brak mijn motor in twee. We zaten veel te ver van de kust om te zwemmen, zeker bij een watertemperatuur van 3 à 4 graden. Gelukkig had ik mijn gsm in een waterdichte zak bij me. Ik kon mijn moeder bellen en haar vragen om een vissersboot uit te sturen om ons te komen zoeken. Een uur moesten we wachten in het ijskoude water. Toen we eindelijk aan land kwamen, waren we helemaal onderkoeld.’

Was je als kind al verliefd op dribbels en dribbelaars?

WILHELMSSON: ‘Ik was nooit de beste omdat ik te klein en te mager was. Zo heb ik wellicht mijn spelstijl ontwikkeld, want ik moest tackles ontwijken door te dribbelen. Op mijn zestiende begon ik echt snelheid en techniek te ontwikkelen en groeide ik uit tot de beste speler van de ploeg. Ik keek naar alle wedstrijden van Juventus om Roberto Baggio aan het werk te zien. Ik had een enorme bewondering voor zijn technische bagage.’

Je vond vrijheid altijd heel belangrijk als voetballer. Hoe moeilijk was het voor jou om je aan te passen aan de ploegtactiek?

WILHELMSSON: ‘Bij de clubs waar ik het meeste vrijheid kreeg, heb ik het best gerendeerd. Stabaek, Anderlecht, Deportivo en Al-Hilal gaven me vertrouwen en lieten me spelen zoals ik was. Ik moest me niet aanpassen. Bij de nationale ploeg moest dat wel, ik moest denken aan verdedigen, aan het collectief, omdat er andere spelers ‘groter’ waren dan ik, zoals Fredrik Ljungberg van Arsenal.’

Voelde je je bij Anderlecht ook vrij naast het terrein?

WILHELMSSON: ‘Het was anders dan wat ik gewoon was in een dorp, maar ik woonde niet op een appartement in hartje Brussel. Ik woonde in Dilbeek, dat is ook een beetje het platteland. (lacht) Ik had in elk geval ruimte, een grote tuin. (mijmert) Bij Anderlecht heb ik een heel mooie tijd beleefd. De groepsgeest was perfect, waardoor we uitstekende resultaten haalden.’

NIEUWE HAZARD

Je bent nu spelersmakelaar met uitvalsbasis in Dubai. Inspireer je je op de werkwijze van je vroegere manager Mino Raiola?

WILHELMSSON: ‘Ik werkte als speler vooral samen met diens vroegere partner Fabio Alho. Maar ik wil vooral niet doen wat makelaars over het algemeen doen. Er is zoveel geld mee gemoeid, dat de meeste makelaars snel transfers willen realiseren om een grote commissie op te strijken. Ik wil een club kennen en weten waaraan een ploeg behoefte heeft vooraleer ik een speler aanbied. Voetballers komen en gaan. Er zal altijd een nieuwe Kompany of een nieuwe Hazard opstaan, maar het is belangrijk om de mentaliteit van de clubs te kennen om zo de slaagkansen van een speler te verhogen.’

Ben je bereid om tegen een speler te zeggen: ‘Teken niet voor die club’, als je daardoor een enorme commissie misloopt?

WILHELMSSON: ‘Ja. Dat is wat ik probeer te doen, zoals ik ook vind dat een club geen geld moet uitgeven aan een speler die niet in het geheel past. Ik zal daardoor geld mislopen, clubs en spelers zullen misschien een deal sluiten zonder mij, maar ik sta achter mijn filosofie. Misschien overleef ik niet in dit wereldje, maar ik zal zo blijven werken tot ik ermee ophoud of moet ophouden.’

Je houdt er blijkbaar van om nieuwe culturen te ontdekken. Ben je iemand met een open geest?

WILHELMSSON: ‘Dat probeer ik alleszins te zijn. Vanaf het moment dat ik nieuwe mensen ontmoet, tracht ik me open te stellen, ongeacht hun afkomst of wat ze doen of gedaan hebben.’

Hebben de recente aanslagen en de opkomst van het nationalisme en radicalisme jouw openheid niet beïnvloed?

WILHELMSSON: ‘Hoewel ik het niet fijn vind van mezelf, ben ik als vader van drie kinderen wel wat voorzichtiger geworden. Toch wil ik nog dat mijn kinderen zich vrij voelen en dat ze kunnen zeggen wat ze willen en kunnen staan en gaan waar ze willen. Tegelijkertijd besef ik dat de wereld niet meer dezelfde is als toen ik jong was. Als ik rondom mij kijk naar alles wat er gebeurt, dan ben ik er zeker van dat we bezig zijn met onszelf te vernietigen. De wereld evolueert niet in de juiste richting, maar ik vrees dat we weinig kunnen doen om daar verandering in te brengen.’

GROTE CHAOS

Je hebt in elf verschillende landen gewoond. Is er een cultuur die jou het meest beïnvloed heeft omdat

die het best overeenstemt met je levensfilosofie?

WILHELMSSON: (aarzelt) ‘Dat is een delicate vraag. Iedereen, mezelf inbegrepen, bezit een zekere egocultuur, maar of je nu iemand ontmoet in Namibië of Los Angeles, hij of zij zal zich steeds voordoen als de beste persoon op aarde. Het is dus heel moeilijk om te zeggen dat die of die cultuur het best overeenkomt met mijn visie. Van overal waar ik geweest ben, pikte ik wel iets op.’

Maar hoe kan iemand als jij in Saoedi-Arabië wonen, een land waar de regering een visie heeft die haaks staat op de manier waarop jij de wereld ziet?

WILHELMSSON: ‘Dat is inderdaad een andere wereld, maar ik was zo gefocust op het voetbal dat ik geen politieke positie innam. Dat zou trouwens gevaarlijk geweest zijn.’

Hoe was het daar voor je vrouw?

WILHELMSSON: ‘Voor haar was het moeilijker dan voor mij. Ze zat heel de dag binnen in huis, want ze kon er weinig anders doen dan shoppen. Het was vervelend: dit mag niet, dat mag niet, je mag niet met de auto rijden. Wat dat betreft, kan ik wel zeggen dat veel vrouwen er niet per se met de auto willen rijden. Ik ontken niet dat sommige vrouwen er echt mishandeld worden, maar 80 procent van de vrouwen is tevreden dat ze gevoerd worden. Mensen hier hebben vaak hun mening over het dagelijks leven in dergelijke landen, maar ik ben er geweest en heb er veel met de plaatselijke bevolking gepraat: het is niet altijd zoals wij het ons hier voorstellen.’

BESTE VRIEND VINCENT

De voormalige teammanager van Anderlecht, Pierre Leroy, vertelde dat je een warhoofd was. Je vergat geregeld je sleutels, je gsm, je planning. Dat moet niet gemakkelijk zijn als makelaar?

WILHELMSSON: ‘Vooral als speler was dat heel moeilijk. Soms wist ik zelfs niet tegen welke ploeg we speelden of om hoe laat het vliegtuig vertrok. Eens op het terrein was ik helemaal in mijn element, maar voor of na de wedstrijden en trainingen genoot ik van de mooie momenten met mijn vrienden.’

Wie waren je beste stappartners?

WILHELMSSON: ‘Ik ging altijd uit met Serhat Akin en Vincent Kompany. Het waren niet zozeer avonden met veel alcoholgebruik. Vincent was nog jong en mocht niet altijd drinken en ikzelf was ook niet echt fan van alcohol. We konden ook genieten van een avondje lekker eten in een restaurant in Gent om dan weer naar Brussel af te zakken.’

Dat was een mooi gezelschap voetballers: Noord-, Zuid- en Centraal-Europa verzameld. Nog zo’n samensmelting van culturen…

WILHELMSSON: ‘Ik weet niet hoe het kwam dat we zo goed overeenkwamen, maar ik herinner me nog goed de eerste keer dat ik Vincent zag. We waren allebei nieuw in de A-kern van Anderlecht tijdens de eerste jogging liepen we naast elkaar. Ik praatte met hem als was hij om het even welke speler. Het was Vincent zelf die me vertelde dat hij maar 16 jaar was. Nu nog steeds is hij een van mijn beste vrienden in het voetbal.’

Vind je dat de Rode Duivels hun ambities op het EK hadden moeten bijstellen omdat Kompany er niet bij was?

WILHELMSSON: ‘Nee. Hij is uiteraard heel belangrijk, maar hij zal ongetwijfeld zijn ploeg steunen en zijn motivatie overbrengen. Anderzijds is zijn invloed op het veld niet zo groot als die van een doelpuntenmaker of iemand als Zlatan Ibrahimovic.’

BANKZITTERS

Wat vind je van de Zweedse nationale ploeg?

WILHELMSSON: ‘Ze hebben dit jaar dat beetje geluk gehad om zich te kwalificeren voor het EK. Waarschijnlijk voor het eerst moeten onze spelers vechten voor speelminuten bij hun clubs. We hebben altijd al goede voetballers gehad die in de Eredivisie, de Spaanse Liga of de Premier League speelden. Deze generatie zit veelal op de bank, maar ik geloof dat die jongens nog altijd in staat zijn om iets magisch te laten zien.’

Wat is het grootste gevaar voor België? Zlatan?

WILHELMSSON: ‘Absoluut. En niet alleen voor België. (lacht) Hij heeft Zweden naar dit EK geloodst en ondanks zijn leeftijd speelde hij een fantastisch seizoen bij PSG. Het probleem is dat hij te goed is voor de anderen. Paradoxaal genoeg speelt Zweden mooi voetbal als hij er niet bij is. Met Zlatan in de ploeg, zijn we te sterk afhankelijk van hem. De anderen zoeken onmiddellijk naar hem als ze aan de bal zijn, zonder te kijken naar andere opties. Misschien hebben ze te veel respect voor hem. Maar goed, als ze er 85 minuten niets van bakken en Zlatan maakt vervolgens een ongelooflijk doelpunt dat ons de overwinning oplevert, dan trekken we ons daar niets van aan.’

DOOR EMILIEN HOFMAN IN ZWEDEN – FOTO’S LINN MALMEN – BELGAIMAGE

‘Bij de clubs waar ik het meeste vrijheid kreeg, heb ik het best gerendeerd.’ CHRISTIAN WILHELMSSON

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content