Op zijn 56e tekende Francky Dury als oudste coach in eerste klasse een contract dat hem als sportief manager tot 2023 aan Zulte Waregem bindt. Ook al is de ambitie om ooit een topclub te trainen nu definitief vervlogen, het vuur dat in hem brandt, is dat allerminst.

Proficiat aan onze ‘manager’! En binnen enkele jaren een standbeeld à la AlexFerguson aan het nieuwe Regenboogstadion!” Het bericht van een supporter op de Facebookpagina van Zulte Waregem naar aanleiding van het nieuws over het tienjarig contract van Francky Dury zegt veel over de status die de Hulstenaar dezer dagen aan de Gaverbeek heeft bereikt. De vergelijking met Sir Alex is niet eens zo overdreven: als Dury zijn contract tot 2023 uitdient, zal hij liefst 27 seizoenen aan de slag geweest zijn bij eerst Zulte VV en later bij de fusieclub. Dat is even lang als Alex Ferguson de koers van Manchester United navigeerde, tussen 1986 en 2013. Francky Dury: “Zo lang bij dezelfde club blijven is misschien niet meer van deze tijd, maar ik heb er grondig over nagedacht.”

Op de persconferentie benadrukte u: ‘Hier kan ik zijn wie ik ben.’

Francky Dury: “Ik heb ooit verteld dat ik liever een kleine ondernemer ben dan het nummer vijf in een groot bedrijf en daar sta ik nog altijd achter. Ik moet kunnen sturen, ik wil waken over de structuur, de visie, de werking van een club. Niet meer over alles, zoals vroeger, maar wel over zaken waar ik verstand van heb. Als ik dan als sportief manager op heel lange termijn mijn stempel kan drukken, in samenwerking met vertrouwde mensen als Willy Naessens, Eddy Cordier (de nieuwe assistent-CEO, nvdr), een fantastische spelersgroep en een superprofessionele sportieve staf. Waarom zou ik dat dan niet doen?”

Omdat u eind vorig seizoen zei: ‘Ik zeg niet meer dat ik hier eeuwig blijf. Als je één keer vertrekt, kan dat nog eens gebeuren. Ik heb nu genoeg métier om te slagen bij een Belgische topclub en ook een buitenlands avontuur lijkt me wel leuk.’ U was ook heel blij met de interesse van Lille.

“Ik besef nu dat de topploegen in België niet op mij zitten te wachten. Vanuit het buitenland bellen managers me soms wel op: of ik interesse heb in een Engelse of Duitse tweedeklasser, in een club uit de Verenigde Arabische Emiraten… Maar hoe concreet is dat allemaal? Bovendien ben je daar als coach – net als bij de meeste clubs in België – niet meer dan een passant. Kijk naar wat Víctor Fernández bij AA Gent overkomen is. Die mocht, aanvankelijk tot ieders tevredenheid, zijn ding doen, maar zodra de resultaten tegenvielen, werd hij ontslagen. Dan komt Mircea Rednic en het eerste wat die zegt: ‘Ik heb versterking nodig.’ En hij zal die wellicht ook krijgen. Zo kun je als club nooit een evenwichtige kern uitbouwen. Hier kan ik dat wél.”

Zeker nu Patrick Decuyper vertrokken is, want toen u vorige winter uw contract verlengde tot 2017 wilde hij u die verantwoordelijkheid niet volledig geven. Hij, en ook Willy Naessens, wilde zelfs een technisch directeur aanstellen zodat Zulte Waregem niet meer in een gat zou vallen, mocht u toch opnieuw vertrekken.

“Een technisch directeur naast mij heb ik altijd overbodig gevonden, dat heb ik Patrick Decuyper ook vaak op het hart gedrukt. Anderzijds begreep ik hem wel. Daarom heb ik Willy in de voorbije onderhandelingen ook gezegd: geef mij die verantwoordelijkheid en laten we een nog langere verbintenis tekenen. Dan hoeft Zulte Waregem niet te vrezen dat ik elk moment zal vertrekken.”

Is dat wel zo? Tijdens de persconferentie wilde u niet meer kwijt dan dat ‘alles perfect opgetekend is voor een mogelijk ontslag of vertrek.’ Zo zet u de deur toch op een kier?

“Laat ik dan duidelijkheid scheppen: als een club me hier wil weghalen dan moet die Zulte Waregem mijn volledig contract, tien jaar, uitbetalen, tenzij ze een ander bedrag zouden overeenkomen. Ik denk niet dat één club zo veel geld zal neertellen. En ook ik hoef niet bang te zijn voor een ontslag als we eens als elfde eindigen.”

Altijd opportuniteiten

U hebt dus uw ambitie om ooit een topclub te trainen definitief opgegeven?

“Zulte Waregem is mijn topclub, waar ik een andere, even mooie ambitie kan nastreven: nog eens Europees spelen in een nieuw stadion. Een droom die ik al had nog voor ik naar Gent vertrok. Ik heb dat zelfs letterlijk gezegd tegen Patrick Decuyper, die hier toen nog geen CEO was. ‘Is dat alles?’, reageerde hij. Maar ik vond dat een mooi doel. En nog altijd. Daarom ben ik ook zo blij dat het stadiondossier, net als dat van het vernieuwde oefencomplex, weer in een stroomversnelling geraakt is. Dat heeft een grote rol gespeeld in mijn beslissing, ja. Zonder die accommodatie kunnen we de ambitie om elk jaar voor de top zes te gaan en een opleidingsclub uit te bouwen niet waar- maken.”

Jongeren opleiden én mikken op play-off 1, is dat op lange termijn te rijmen?

“Dat kan alleen door talent met ervaring te mixen – daarom wil ik leiders als De fauw, D’Haene en Skúlason absoluut houden – en door de wet van de sterkste te laten gelden. In een kern van 25 spelers kun je niet iedereen kansen geven, hé.”

Niet elk talent zal zich even vlug ontbolsteren als Thorgan Hazard of Junior Malanda en niet ieder jaar zal Zulte Waregem zulke talenten kunnen aantrekken.

“Wees gerust: als je je ogen openhoudt, zijn er altijd opportuniteiten: bij onze jeugd en bij topclubs, waar veel jongeren niet van de bank raken. Voor hen is een tussenstap bij Zulte Waregem ideaal. Blijven ze echter bij ons steken in hun ontwikkeling en slaat het dan qua resultaat toch eens tegen, dan mogen we niet panikeren en moeten we vasthouden aan onze visie.”

Breuk met Decuyper

Wat wilt u als sportief manager veranderen?

“Vroeger hadden wij een draaiboek bij elke inkomende transfer: fysieke, medische en mentale testen. Maar de voorbije maanden zijn hier spelers aangekomen die niet al die testen hebben ondergaan, spelers ook die kansen moesten krijgen ten nadele van een vaste waarde in mijn team.”

U doelt op Julien Toudic, de Franse spits die niet fit bleek en alweer vertrokken is, en op Frédéric Duplus, de rechtsachter die moest spelen in plaats van Davy De fauw.

“Dat kan Zulte Waregem, met zijn beperkte budget, zich niet permitteren. Voortaan halen we alleen spelers die we kennen. Zoals bijvoorbeeld Sven Kums. Een transfer die we makkelijk hadden kunnen afronden, maar die lang aansleepte omdat Sven niet in de portefeuille van de twee huismakelaars zat.”

U wilt de nauwe banden die Patrick Decuyper had met John Bico en Mogi Bayat doorknippen?

“Als je alleen werkt met twee mensen kun je opportuniteiten benutten, maar je verliest er ook. Al betekent dat niet dat Bico en Bayat hier niet meer welkom zijn. Ik wil met élke makelaar zaken doen, zolang het een win-winsituatie is voor alle partijen en zolang die makelaar mijn sportieve beslissingen niet wil beïnvloeden.”

Zoals toen Bico eiste dat Hazard aanvoerder moest worden. Hebt u toen zélf geen fout gemaakt door het nieuws de ochtend van de match tegen PSV aan De fauw te vertellen?

“Neen. De timing was misschien ongelukkig, maar niet zelf gekozen, want Bico, gesteund door Decuyper, had me het mes op de keel gezet: ‘Geen aanvoerdersband voor Thorgan Hazard betekent een terugkeer naar Chelsea.’ Een grove leugen, vernam ik achteraf, want Chelsea heeft dat nooit geëist.”

Maar u was wél eerder akkoord gegaan met de eis om Hazard de aanvoerdersband te geven, zoals Decuyper ook bleef herhalen in de media.

“Ik heb dat nooit expliciet beloofd. Ik heb gezegd dat ik daar op tijd en stond met Davy over zou praten en eerst wilde zien hoe Thorgan, met amper twee trainingsweken in de benen, zich zou ontwikkelen. Ik zou dat moment bepalen, maar uiteindelijk hebben ze mij gedwongen. En dan nog ben ik er niet op ingegaan, want toen ik zag hoe aangeslagen Davy reageerde, heb ik beslist om hem tegen PSV te houden als kapitein. Veel coaches hebben me trouwens al gezegd dat ze die zaak niet anders zouden hebben aangepakt.”

Het was wel de definitieve breuk tussen u en Decuyper.

“Hij heeft me toen binnen de club en in de media compleet in de wind gezet. Het vertrouwen was helemaal weg.”

Vroeg of laat was een van jullie toch sowieso opgestapt?

“Dat weet ik niet. Op het einde had Patrick zijn visie zelfs aan de mijne aangepast: niet alleen jongeren opleiden om geld te verdienen, maar tegelijkertijd ook resultaten behalen. Meer zelfs: zonder die woelige zomer zat hij hier allicht nog. Dat stamnummerverhaal was echter fataal, daar heeft hij te veel krediet verloren.”

Heeft Decuyper volgens u ook zijn verdiensten?

“Absoluut. Patrick heeft vorig jaar de toen nog onbekende Malanda, Hazard, Godeau en Verboom en later ook Conte aangetrokken. Hij heeft ook meer lef, durf en ondernemerschap in de club gepompt. Vroeger werd hier voorzichtig gesproken over een sfeertribune, maar Patrick zei direct: we gaan ervoor. Ook op commercieel vlak heeft hij goede zaken gerealiseerd. Alleen wilde hij soms iets té veel, zoals met die stamnummers.”

Groot respect

Opmerkelijk: ondanks die woelige zomer staat Zulte Waregem opnieuw boven aan het klassement.

“In de kleedkamer hebben we daar heel weinig energie aan verspild. Zelfs Thorgan is na die aanvoerderskwestie nooit zijn focus kwijtgeraakt. Omdat hij, en al zijn ploegmaats, een enorme emotionele intelligentie bezitten en heel volwassen zijn. Met dit team heb ik zelfs nog nooit een disciplinair probleem gehad. Als er iemand, door bijvoorbeeld een file, te laat dreigt te komen, verwittigt hij me onmiddellijk.

“Tussen mezelf, mijn assistenten en de spelers heerst er ook een heel groot respect. Pas dan kun je elkaar op de juiste manier motiveren en kun je, zonder te verdwalen in randzaken, je alleen op het sportieve verhaal en doelen op korte termijn concentreren.”

Zelfs na de pijnlijke nederlagen op PSV en Roebin Kazan rechtten jullie de rug met zeges tegen KV Kortrijk en Standard.

“Direct na de 4-0 in Kazan merkte ik een immense ontgoocheling in de kleedkamer. Ik heb alles even laten bezinken en daarna een korte speech gehouden: ‘Jongens, dit is Europa, dit hoort bij ons leerproces. Denk er niet meer over na, we focussen alleen nog op Standard.’ Drie dagen later, toen ik mijn spelers voor de match wat opjutte, hoorde ik van hén, heel spontaan: ‘Coach, we gaan ze pakken.’ Als je dan ziet hoe ze in de tweede helft fysiek en mentaal de bovenhand nemen, dan weet je dat die mentale weerbaarheid bij hen zit ingebakken. En als je hen dan ook op de juiste manier prikkelt en een goed gevoel geeft, krijg je veel gedaan.”

Aldus de man die vorig seizoen uitvoerig sprak over zijn transformatie van trainer naar coach.

“En die nu nog meer beseft dat je je spelers en de mensen uit je staf pas écht kunt sturen als je een goeie band met hen hebt. Toen onze fysiektrainer Bram De Winne, een topacademicus, zei dat hij niet honderd procent tevreden was over de individuele sessies in de fitness, heb ik hem raad over coaching gegeven. Een paar weken later kwam hij glunderend terug: ‘Ze hebben formidabel gewerkt!’ De evolutie die ik heb doorgemaakt, zie ik nu ook bij Bram. Ik ben blij dat ik hem daarbij kan helpen.”

Geen Marc Wilmots

Bent u na de tweede plaats van vorig seizoen en de woelige zomer als coach of als mens nog geëvolueerd? Op bepaalde vlakken wijzer geworden?

“Extrasportief: een bevestiging dat de voetbalwereld een keiharde business is waar je soms het duel niet uit de weg kunt gaan. Maar dat zo’n gevecht vaak ook geen winnaar oplevert. In het verhaal met Decuyper voel ik me zo niet. Ik vind het vooral spijtig dat onze tweede plaats en die fantastische feestavond op de Waregemse markt nadien volledig zijn ondergesneeuwd.

“Op sportief vlak: me geen uren meer opjagen in iets wat ik toch niet meer kan veranderen. Na de rode van kaart van Malanda in de 93e minuut op Genk heb ik aan scheidsrechter Nzolo gevraagd waarom hij die, bij een 4-2-stand, gegeven had. Maar na dat gesprek heb ik er geen woord meer aan verspild, ondanks fel aandringen van de pers.

“Verder: het grotere besef dat je, zoals wij vorig seizoen bewezen hebben, met een hecht en uitgebalanceerd team kampioen kunt worden, ook al heb je slechts een derde of een vierde van het budget van je tegenstanders. Alleen moet je, ook tegen Anderlecht of Standard, telkens op het veld stappen zonder angst, met de vaste overtuiging om te wíllen winnen.”

Blijft u daarom bijna de hele match rechtstaan en aanwijzingen geven?

“Vroeger dacht ik dat ik alles al had uitgelegd en dat mijn spelers het wel hadden begrepen, maar nu wil ik hen tonen: ik ben er voor jullie en ik ben ook één van jullie. Zittend op de bank lukt dat niet. Tegen Wigan heb ik zelfs de hele match in de gietende regen gestaan. Al wil ik me zeker niet met Marc Wilmots vergelijken.” (lacht)

Waar komt die gedrevenheid op uw 56e nog vandaan?

“Ik wil gewoon altijd winnen, zoals iedereen die een sport beoefent, zeker? Al kan ik me wel beter dan vroeger neerleggen bij een terechte nederlaag. Daarom vond ik de uitleg van Fabian Cancellara na het WK wielrennen in Firenze (waar hij als topfavoriet pas als tiende finishte, nvdr) ook zo mooi: ‘Ik ben ervoor gegaan, met een fantastisch team achter mij, maar de anderen waren beter.’ Maar wie zal er volgend jaar opnieuw staan in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix? Dat zijn de échte winnaars.

“Dat ik dat op mijn 56e nog altijd ben, heeft ook met mijn spelers te maken. Met hun enthousiasme blijven ze ook mij prikkelen en die passie wil ik ook hen laten zien. Een training die niet perfect is voorbereid, een compilatie die niet áf is, ik zou me er slecht bij voelen. Een soort van plichtsbesef, ja. En dan heb ik er geen moeite mee om tot één uur ’s nachts aan de analyse van Kazan te werken. Of zoals vorige maandag, nadat we met de staf Mbaye Leye hadden bezocht, ’s avonds laat nog de match van de nationale beloften te bekijken. Ik wilde absoluut Hazard en Malanda zien. Als coach ben ik verantwoordelijk voor hun evolutie, dus moet ik me ten opzichte van hen ook kunnen verantwoorden.”

Zo te horen zult u als sportief manager de komende tien jaar niet rap de trainersfakkel doorgeven.

“Als ik voel dat ik mijn spelers niet meer kan motiveren, zal ik niet aarzelen om een stap opzij te zetten, maar dat zal niet vlug gebeuren. Leeftijd is alleszins geen probleem. Alex Ferguson was toch al 71 toen hij stopte, hé? In 2023 heb ik dan nog vijf jaar te gaan. (lacht) Maar daar wil ik niet aan denken. Ik amuseer me nog te veel. Spelers motiveren en knuffelen, hen als team zien evolueren, de kick van zo’n zege tegen Standard, niets leuker dan dat toch?”

Aan waardering binnen de club en ook van buitenaf geen gebrek.

“Dat ik vorig seizoen nog eens verkozen werd tot Trainer van het Jaar heeft mij veel voldoening gegeven. Maar het mooiste compliment voor het héle team gaven de Clubsupporters vorig seizoen op Brugge, toen ze in de play-offmatch bij een 1-4-stand oprecht begonnen te applaudisseren. Wat kun je als coach meer wensen?”

Een standbeeld à la Ferguson aan het nieuwe Regenboogstadion?

“Ik hou niet van standbeelden, eerst hard werken en onze doelen bereiken.”

We hadden geen ander antwoord verwacht.

DOOR JONAS CRETEUR – BEELD: KOEN BAUTERS

“Supporters van Club die bij 1-4 voor ons beginnen te applaudisseren, wat kun je als coach meer wensen?”

“Tegen Wigan heb ik de hele match in de gietende regen gestaan, omdat ik mijn spelers wilde tonen: ik ben er voor jullie. Al wil ik me zeker niet vergelijken met Marc Wilmots.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content