De pas zeventienjarige Zakaria Bakkali is de verpersoonlijking van PSV’s nieuwe koers. Of hoe de Eindhovense club er met een truc in slaagde het goudhaantje bij Standard weg te halen.

Ik heb veertien jaar bij Standard Luik gewerkt. Het vertrek van Zakaria Bakkali naar PSV is de grootste nederlaag die we in die hele periode hebben geleden.” Dominique D’Onofrio (60), de man aan de andere kant van de tafel, is bloedserieus. De huidige technisch directeur van FC Metz uit Frankrijk bezweert dat hij niet overdrijft. “Het is écht zo. Het had gewoon met budget te maken. Wij konden niet op tegen PSV. Standard kon in die tijd de jeugdspelers alleen met een goed verhaal over een geweldige voetbalopleiding binden. Dat bleek niet genoeg. Helaas had PSV meer middelen om hun argumenten kracht bij te zetten.”

De Italiaanse Belg suggereert dat de Eindhovense club Bakkali in 2008 niet met sportieve mogelijkheden, maar met geld wegkaapte uit Luik. Volgens de familie van de speler is daar geen sprake van. “Bressoux-Droixhe, de wijk waar Zakaria opgroeide, is geen ideale buurt voor jongens met zijn talent”, zegt zijn tante Hakima Bakkali (30), die al jaren een grote rol speelt in de begeleiding van de voetballer. “Wij vonden het belangrijk dat hij uit Bressoux-Droixhe vertrok. Iemand met het talent van Zakaria moet zich volledig kunnen focussen op zijn sport. Zakaria was geen moeilijk kind, maar we wilden de kans zo klein mogelijk maken dat hij met de verkeerde verleidingen in aanraking zou komen.”

Bonte verzameling

De opa van Zakaria Bakkali kwam aan het eind van de jaren zestig met drie van zijn zeven zoons naar Wallonië. Hij verliet het Noord-Marokkaanse Nador om in Luik in de mijnen te gaan werken. Zoon Abdelkader (59), de vader van de jonge PSV’er, ging in de Fordfabriek aan de slag. De achterblijvers in Marokko werkten in het familiebedrijf, waar onder meer meubels werden verkocht. De naar België vertrokken Bakkali’s vestigden zich oorspronkelijk in Milmort, een dorp ten noorden van Luik. Daar werd Zakaria Bakkali op 26 januari 1996 geboren. Zes jaar later trok het gezin met zeven kinderen, na de onverwachte dood van moeder Bakkali, naar Bressoux-Droixhe. Die wijk werd gebouwd in de jaren vijftig en zestig. Wat later werd het de buurt waar vele immigranten uit Zuid-Europa en Noord-Afrika zich vestigden, door het grote aanbod van sociale huurwoningen. Het sluiten van de mijnen en de staalfabrieken in de jaren tachtig en negentig zorgden voor een ware exodus en veel leegstand. De verpaupering is nog altijd zichtbaar.

Hier woonde de grootste verrassing van de huidige Eredivisie tot zijn elfde levensjaar. Geen oord waar een buitenstaander warme gevoelens bij krijgt, maar de PSV’er komt er nog steeds graag. Wel moet worden gezegd dat de straat waar Bakkali, zijn drie broers en drie zussen grotendeels opgroeiden – de rue Raymond Geenen – een van de betere van de buurt is. “Maar Bressoux-Droixhe is inderdaad geen beste wijk”, erkent Bakkali, thuis op de bank in Eindhoven. “Wij woonden in het beste gedeelte, maar het is er niet groot. Een paar straten verderop gebeurden dingen die niet goed zijn. Het was goed voor mij me alleen op het voetbal te concentreren. In Eindhoven was ik alleen met mijn vader. Ik ging er trainen en naar huis. Niet op straat rondhangen, geen gekke dingen.” Tante Hakima vult aan: “We hebben er goed over nagedacht. Het was op dat moment de beste keuze. Voor een voetbalcarrière zijn structuur en rust belangrijk. In zijn omgeving in Bressoux-Droixhe was dat minder aanwezig. Kinderen daar balanceren voortdurend op het randje.”

Pleintjes

De woning van de Bakkali’s oogt niet groot. Zeker niet voor een gezin met acht leden, nadat vader Abdelkader is hertrouwd. “We waren niet rijk en ook niet arm, ik ben niets te kort gekomen in mijn jeugd”, zegt de PSV’er. “Ik sliep met mijn broer Mohamed, die zes jaar ouder is, op één kamer. We waren altijd veel samen en hadden maar één hobby: voetballen.” Vader Bakkali, in zijn jeugd een verdienstelijk amateurbokser, zag al op de pleintjes in de buurt dat zijn zoon ongelooflijk veel talent had. “Hij speelde vaak tegen jongens die vijf, zes jaar ouder waren en deed niet voor hen onder.”

Niet Standard, maar het kleinere FC Luik was de eerste club van Zakaria Bakkali. Hij kwam er terecht omdat broer Mohamed er lid werd. “Ik ging kijken bij de wedstrijden van Mohamed en voetbalde wat langs de lijn”, kijkt de PSV’er terug. In de annalen van de Belgische bond is niets te vinden van zijn tijd bij FC Luik. “Ik ben nooit officieel lid geworden, ik speelde er gewoon mee.” Al snel kwam de vaardige aanvaller in het blikveld van Vicente Ciccarella. De Belg van Italiaanse origine, onderwijzer van beroep, was onder het regime van Dominique D’Onofrio bij Standard leidinggevende van de voetbalschool. “Ik zag Zakaria voor het eerst spelen op het jaarlijkse Edhem Sljivozaalvoetbaltoernooi”, herinnert hij zich. “Hij speelde met een ploeg van FC Luik tegen een jeugdteam van een zaalvoetbalclub uit de hoogste klasse. Zakaria versloeg hen in z’n eentje. Na afloop speelde hij nóg twee wedstrijden tegen ploegen met jongens die vier, vijf en zes jaar ouder waren. Telkens was hij de beste.”

Bakkali kan zich die dag nog goed herinneren. Het toernooi veranderde zijn leven. Voorgoed, zou later blijken. “Op die middag sprak Ciccarella me aan en vroeg me voor Standard te komen spelen.”

De beste

Het kostte weinig overtuigingskracht om Bakkali naar Standard te lokken. Uit heel België kwamen de grootste talenten naar de academie van Les Rouches, waar ze gevormd werden door opleiders als Thierry Witsel, de vader van international Axel. “Ik heb hem bij de U12 een seizoen getraind”, zegt hij, “en hij was met afstand de beste. We hebben zelfs overwogen om hem twee categorieën hoger te laten spelen, want zijn leeftijdgenoten konden hem eigenlijk niet bijbenen.”

Dat viel ook de scouts van PSV op. Nadat de club eerder tevergeefs had geprobeerd Eden Hazard en Axel Witsel op jonge leeftijd uit Wallonië weg te halen, had ze wél succes bij Bakkali. Al na één seizoen stapte hij over naar PSV. De Belg kreeg een plekje in het D1-team van trainer Roland Vroo-mans (inmiddels technisch manager van De Graafschap). Standard weigerde mee te werken. Het wees de Belgische voetbalbond erop dat de overgang niet aan de FIFA-regels voldeed en daarom mocht Bakkali in Eindhoven geen officiële duels spelen. Dat feit in combinatie met forse aanpassingsproblemen dreef het kind terug naar Standard. “Ik ging elke dag vanuit Luik met Zakaria naar de trainingen”, vertelt zijn vader, die wegens rugproblemen arbeidsongeschikt was verklaard. “We vertrokken om vijf uur ’s ochtends, want Zakaria moest ook naar school. Het was veel te zwaar. En doordat hij geen wedstrijden mocht spelen, werd het nog vervelender.”

Daar kwam nog eens bij dat de alleen Frans sprekende jongeling zich totaal niet op zijn gemak voelde op de internationale school. Na een week of zeven meldde Bakkali zich weer bij Standard. D’Onofrio: “Wij zagen het als een buitenkans om een geweldig talent terug te krijgen en besloten dat we de familie iets (doelt op geld, nvdr) moesten geven. Doordat hij nog niet was uitgeschreven, mocht hij bij ons wél wedstrijdjes spelen. Zakaria beschouwde mij als zijn voetbalvader. Als er problemen waren, kwam hij naar mij. Hij was nog zo jong, maar wist precies wat hij wilde. Als tienjarige had hij al een sterk karakter. We dachten dat we gezien de omstandigheden en onze relatie met hem en zijn vader een goede kans hadden, maar toen kwam PSV met het grote geschut terug.”

Ultieme poging

In december 2008 beslisten coördinator jeugdscouting Rini de Groot en jeugdtrainer Roland Vroomans voor een ultieme poging naar Luik te reizen. “Het grootste probleem was de school”, weet De Groot nog. “Zakaria had het absoluut niet naar zijn zin op de internationale school waar wij hem hadden geplaatst. Via een jeugdscout die werkte op het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, nvdr) Kempenhorst in Oirschot was ik met mensen van die opleiding in contact gekomen. Zij wilden graag tijd investeren in Zakaria. We wisten hem en de familie die middag in Luik te overtuigen. We regelden een appartement in Eindhoven en een auto. De school is een heel goede keuze geweest. Hij heeft het daar fantastisch naar zijn zin gehad en zijn diploma (afstudeerrichting handel, nvdr) behaald.”

De terugkeer naar Eindhoven viel slecht bij Standard. Opnieuw wees de Luikse club op de FIFA-regels. PSV dacht door vader Bakkali met zijn zoon naar Eindhoven te halen aan de eisen te voldoen, maar doordat de rest van het gezin in Luik achterbleef, was daar geen sprake van. De jonge voetballer kreeg geen transfer en mocht in de tweede seizoenshelft alleen trainen en vriendschappelijke duels spelen. Intussen ging PSV op zoek naar een oplossing. In de zomer van 2009 werd die gevonden. De club beriep zich op artikel 19 punt 2C en gebruikte een slimmigheidje. De KNVB hanteerde steevast de ANWB Routeplanner om de afstand tussen woonhuis en nieuwe club te bepalen. Volgens die berekening stond Bakkali’s huis op 123 kilometer van De Herdgang: 23 kilometer te ver volgens de reglementen. De advocaat van PSV diende echter een overschrijvingsverzoek in op basis van gps-gegevens. Die zeiden dat beide adressen slechts 98,5 kilometer uit elkaar lagen. De KNVB en de Belgische collega’s van de KBVB konden daar niets tegenin brengen en Bakkali mocht zich vanaf medio 2009 PSV’er noemen.

Hoewel hij elk weekend na de wedstrijd op zaterdag naar Luik terugkeerde, kostte het Bakkali in het begin moeite in Eindhoven zijn plek te vinden “Ik miste mijn vrienden en familie, en doordat ik nog niet goed Nederlands sprak, had ik weinig contact met mijn ploeggenoten. Ik begreep echt niets van de taal.” Dankzij de extra Nederlandse lessen van PSV-docent Leon Smeets en de intensieve begeleiding van Rini de Groot lukte de aanpassing uiteindelijk toch. “Mijn geluk was dat mijn vader er elke dag was”, vervolgt de voetballer. “Bij de training stond hij altijd langs de lijn. Ik kon, toen ik bij Standard speelde, ook naar Lille, maar dan moest ik in een internaat. Dat wilde ik niet. In Eindhoven was er ook plaats voor mijn vader. PSV voelt nu als thuis.”

Hel breekt los

Bakkali speelde in de jeugd voortdurend een categorie hoger dan zijn leeftijdgenoten en kwam aan het begin van zijn derde officiële seizoen, in augustus 2011, voor het eerst voor het voetlicht. Tijdens de Nike Premier Cup in Manchester, een soort van WK voor clubteams van spelers tot en met vijftien jaar, werd hij verkozen tot beste speler van het toernooi. Dominique D’Onofrio: “Op een dag werd ik gebeld door AS Roma. Of ik wilde helpen hem naar Italië te halen. Ik heb gezegd dat ze kansloos waren.”

De prestaties van Bakkali zorgden voor een toeloop van clubs, scouts en voetbalmakelaars. De familieleden van het talent waren nergens meer veilig. “De hel brak los”, zegt tante Hakima. “Er is ongelooflijk veel op ons afgekomen”, vult vader Bakkali aan. “We hebben geprobeerd er zo rustig mogelijk onder te blijven en zijn onze eigen koers blijven varen.”

Maar de verlokkingen waren groot. Zo liet het talent zich op 30 april 2012 verleiden met de door PSV verfoeide voetbalintermediair Marcel Veerman mee te gaan naar de derby van Manchester. Een dag (!) later had hij een afspraak bij PSV om zijn driejarig contract te tekenen. Tijdens het topduel kreeg Bakkali voor de zoveelste keer het aanbod naar Manchester City te verkassen. “Ik heb getwijfeld toen ik daar zat, dat zeg ik eerlijk”, blikt Bakkali terug op die roerige avond. “Ik zag het echter niet zitten wéér te verhuizen, wéér een andere taal te leren en wéér aan een andere omgeving te wennen. Dat heb ik tegen mijn vader gezegd en de volgende dag zijn we gewoon bij PSV gaan tekenen.”

Jubel bij PSV, dat een paar maanden eerder nog een ander Belgisch toptalent, Andreas Perreira, had verloren aan Manchester United. Bakkali bleef behouden. Mede dankzij hoofdtrainer Fred Rutten, die hem op dat moment al af en toe met de A-selectie liet trainen.

Acht maanden na het ondertekenen van zijn eerste verbintenis maakte de vleugelaanvaller in Bangkok onder Dick Advocaat zijn officieuze debuut. Nog eens acht maanden later strijden Marokko en België met alle mogelijke middelen om hem te winnen voor hun nationale ploegen.

De ontwikkeling van de jonge voetballer gaat zó snel dat er vanuit PSV-perspectief een nieuw gevaar opdoemt: de angst dat er straks een grootmacht langskomt die het toptalent een miljoenencontract geeft. Bakkali voelt er niets voor zijn carrièreplanning te openbaren, maar maakt duidelijk dat hij voorlopig in Eindhoven blijft. “Ik heb het geweldig naar mijn zin en heb voorlopig geen enkele behoefte te vertrekken. Ik ben net begonnen, het is voor mij nog niet klaar hier.”

door thijs slegers

“Voor een voetbalcarrière zijn structuur en rust belangrijk. In zijn omgeving in Bressoux-Droixhe was dat minder aanwezig. Kinderen daar balanceren voortdurend op het randje.” Hakima Bakkali

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content