Zwart-witte muurkunst

© belgaimage

Italië bracht kunstenaars voort in alle domeinen. Ooit beslisten de Italianen dat ook verdedigen een kunst is. Vandaag kleden de beste artiesten van de Laars zich in zwart en wit. Ze tekenen op een muur, die opgesteld staat voor de keepershanden van Gigi Buffon.

Barça had redenen om te dromen. Tenslotte hadden ze nauwelijks een maand eerder zes keer gescoord tegen PSG. De Catalaanse media gewaagden al van de tweede aflevering van de remontada. Maar de tegenstrever heette Juventus. 180 minuten volstonden niet voor Lionel Messi, Luis Suárez en Neymar om de sleutel te vinden op het doel van Gianluigi Buffon. Tegenover de journalisten zette Massimiliano Allegri een hoge borst op: ‘Vanavond heeft iedereen een geweldige match gespeeld. We hadden een hele dag kunnen spelen zonder een goal te pakken.’

De coach van de bianconeri sprak met het zelfvertrouwen van een ploeg die in de Champions League al 531 minuten geen doelpunt meer had weggegeven. Dit seizoen incasseerde Juve op het Europese toneel slechts twee goals in 900 minuten. Buffon draaide zich één keer om de zevenenhalf uur om. ‘We zijn de beste verdediging van de wereld, de cijfers spreken voor zich’, beweert Leonardo Bonucci wanneer hij het heeft over zijn samenwerking met Buffon, Giorgio Chiellini en Andrea Barzagli.

Noch de magie van Camp Nou, noch het talent van MSN was voldoende om de Italiaanse wiskunde te ontkrachten. Pas voor de vierde keer in drie seizoenen onder Luis Enrique kwam Barça in eigen huis niet tot scoren. Dit seizoen had Málaga al wel de nul gehouden, maar zowel Messi als Suárez stonden toen niet op het veld. Het was 788 dagen geleden, van 21 februari 2015, dat de scherpste drietand uit de voetbalgeschiedenis op eigen veld droog stond. Ook toen al tegen de Andalusiërs.

Kunst en traditie

Hij won een Champions League en aan de zijde van Nemanja Vidic boezemde hij de spitsen van de tegenstand angst in: Rio Ferdinand weet waarover hij praat. De vroegere baas van de defensie van Manchester United spaart zijn lof niet in de studio van BT Sport, dat de ‘beker met de grote oren’ uitzendt: ‘Met een clean sheet terugkeren van Camp Nou, tegenover dit aanvallerstrio, verdient grote waardering. De ervaring van Buffon, Bonucci en Chiellini is belangrijk. Ze waren vastberaden en goed georganiseerd. Niets kon deze defensie doorbreken.’ De Engelse reus besluit met een soort reclameslogan: ‘Het was het Italië op de ouderwetse manier.’ Gerard Piqué bevestigt de uitspraak: ‘We wisten dat ze goed kunnen verdedigen. Het zijn Italianen.’

Het is het verhaal van de Laars die niet van spektakel hield. Een cliché even hardnekkig als de duels van Giorgio Chiellini. Het liedje van een Italië dat rijmt op catenaccio: een spelconcept uitgevonden in Zwitserland en grootgemaakt door een Franse trainer, Helenio Herrera, maar met een Italiaanse club als laboratorium. Sinds de overwinningen van het Grande Inter in de jaren zestig zou Italië nooit die opvatting over voetbal kunnen loslaten. ‘Ons voetbal is zowat de afspiegeling van onze geschiedenis’, doceert Arrigo Sacchi in So Foot. ‘De laatste keer dat de Italianen hebben aangevallen, was 2000 jaar geleden, bij de inval in Gallië. De Galliërs waren talrijker, maar minder goed georganiseerd dan de Romeinen.’

De onverzettelijkheid van de Italiaanse organisatie doorstond de eeuwen en drong het voetbal binnen. En aangezien Juventus in de loop der jaren uitgroeide tot het meest nazionale team van de Laars, is het de waardige erfgenaam. Een van zijn soldaten, Fabio Cannavaro, won de Gouden Bal in 2006. Hij is tegelijk de enige Italiaan en de enige verdediger op de erelijst in de 21e eeuw. Het is het handelsmerk van de bianconeri, zoals Leo Bonucci schetste in El País: ‘Ik ben een centrale verdediger van Juve. Hier heb ik mijn verdedigende kwaliteiten verbeterd, omdat verdedigen heel belangrijk is in dit instituut. Een verdedigende beweging die een doelpunt voorkomt, bezorgt me nu dezelfde voldoening als een beslissende pass.’

Ondanks deze geschiedenis, doorspekt met heroïsche verdedigende interventies van Gaetano Scirea, Franco Baresi en Paolo Maldini, lijkt Italië altijd beledigd als zijn voetbal wordt samengevat in dat ene woord. ‘Catenaccio, wat wil dat zeggen?’, foetert Alessandro Nesta. ‘Wij kunnen verdedigen, punt. Er bestaat hier een traditie, het is cultureel.’ Max Allegri pikt in: ‘Het is geen schande goed te kunnen verdedigen. Dat is even mooi als een goede aanvallende beweging.’ De Italiaan verdedigt met trots. Alsof hij een van de weinigen is die daarvan houden. Misschien ligt daar wel een groot deel van het geheim van de nationale kunst.

Italiaanse crisis en Antonio Conte

De rest is geschiedenis. Een lange geschiedenis. Want het is al bijna zeven jaar geleden dat Bonucci en Chiellini voor het eerst aan elkaar gekoppeld werden. Dat was in Tallaght, Ierland, op het veld van de Shamrock Rovers, waar Juventus hartje zomer 2010 een voorronde speelde in de Europa League. ‘Na al die jaren samen kent iedereen tot in de details het spel van zijn collega’s’, verklaart Bonucci. ‘We delen belangrijke waarden zoals samenhorigheidsgevoel, opofferingsgeest, nederigheid en aandacht voor details.’

Leo vergeet niet om de rol van Antonio Conte te onderstrepen in de opbouw van de muur van Turijn. ‘Het is door over te schakelen op drie verdedigers, met Conte, dat Juve opnieuw beginnen te winnen is. Hij introduceerde een nieuwe visie op de verdediging, met preventieve dekking: als je goed staat opgesteld op het veld, wordt alles eenvoudiger.’

Conte heeft geschiedenis geschreven in het Italiaanse voetbal, want hij was de eerste om de nationale traditie te verbinden met een voetbal dat op de trein van de moderniteit was gesprongen zonder op het Calcio te wachten. Italië, tussen 2010 en 2015 al te lang verstoken van halve finales in de Champions League, was op zoek naar een nieuwe identiteit. Het verhaal van een oud Italiaans zeer, zoals Giorgio Chiellini aan The Guardian vertelde. ‘Wij, Italianen, zijn altijd kritisch voor onszelf. Op een bepaald moment is het idee dat we niet genoeg voetbalden een belangrijk issue geworden, en zo kwam dat guardiolisation-project. De waarheid is dat we door op die manier te spelen een aantal eigenschappen kwijtspeelden die Italië groot hadden gemaakt: de mandekking, het vermogen één-tegen-éénsituaties te winnen… Eigenschappen die ons in de loop der jaren enkele uitstekende verdedigers hadden opgeleverd.’

De man die de Italianen Giorgione noemen, levert in het nieuwe Juventus dat door Conte gelanceerd werd, de ‘ouderwetse’ waarborg van de Italiaanse voorstopper. ‘Ik ben de agressiefste van ons. Ik ga hoog op het veld op mijn tegenstander jagen, dwing man-tegen-manduels af om die op fysiek te winnen’, verklaart Chiellini, die dit seizoen op het Europese toneel per match 2,5 tackles, 1,8 begane fouten en 2,7 gewonnen luchtduels op zijn conto heeft. Giorgio kruipt stevig in de rol van de bruut die in zijn biografie schrijft dat hij absoluut liever een verschrikkelijke winnaar is dan een mooie verliezer.

Chiellini gaat verder met een portret van Bonucci, zijn sidekick: ‘Leo is de dirigent van onze defensie. Hij helpt ons aanvallen te lanceren en de tijd en ruimte te verkleinen die de tegenstrever krijgt met de bal.’ Terwijl hij minder aanwezig is in duels (2 tackles, 0,5 luchtduels), blinkt Leonardo daarentegen uit door zijn zuiverheid: verdedigend (één fout om de twee matchen) en bij de omschakeling als een van de twintig spelers die in de Champions League de meeste passes per match geven. ‘Hij is een moderne versie van de libero’, zei Helenio Herrera ooit over hem.

Professor Barzagli

Ook al belandt hij door zijn leeftijd, kwetsbare lichaam en de viermansverdediging inmiddels vaker op de bank dan op het veld, Andrea Barzagli blijft een hoeksteen van de verdedigerstraditie van de bianconeri. ‘Andrea is onze professor’, geeft Chiellini onomwonden toe. ‘Hij staat altijd op de juiste plaats op het juiste moment.’ ‘In één-tegen-éénsituaties is hij een fenomeen’, wijst Bonucci op het onmiskenbare sterke punt van de meester van het defensieve duel. Barzagli is daar zo uitmuntend in dat hij gevraagd werd om in het kader van een bedrijfsevenement over het onderwerp te vertellen.

De professor geeft les: ‘Voor de wedstrijd bereid ik me voor. Ik bekijk de eigenschappen van de tegenstrever: of hij links- of rechtsvoetig is, ik bekijk video’s van zijn man-tegen-manduels om te weten naar welke voet hij draait om te schieten. Het probleem is wanneer je tegenover een speler staat voor wie het niet uitmaakt welke voet. In die gevallen is het fiftyfifty. Je moet iets voelen in jezelf, de tegenstander kunnen begrijpen.’ Een behoefte aan intuïtie die aansluit bij wat Alessandro Nesta vertelde: ‘Je moet de actie begrijpen die zal gebeuren, anticiperen op wat de tegenstander denkt.’ Als het uit de mond komt van een Italiaan, zijn flair en talent geen privé-eigendom van aanvallers.

Barzagli hervat zijn hoorcollege: ‘Wanneer je in een één-tegen-éénsituatie terechtkomt en maar weinig kans maakt om de bal te pakken, moet je de kneepjes van het vak toepassen. Je moet de tegenstander blokkeren met de handen, met alles wat je kunt. Het duurt slechts twee seconden, maar tijdens die twee seconden moet je volhouden.’ Een openlijke aansporing om te flirten met de grenzen van het reglement, die doet denken aan de gecontesteerde methodes van het venijnige Atlético van Diego Simeone. Dat El Cholo het grootste deel van zijn spelerscarrière in de Laars afwerkte, is ongetwijfeld niet toevallig.

Buffon, wanneer het moet

Zoals de beste Colchoneros van de Argentijnse coach is Juventus een machine geworden die geen gevaarlijke kansen weggeeft. In het land van de goed georganiseerde defensies zijn de bianconeri van Allegri al enkele seizoenen de baas met een verdediging gebaseerd op organisatie, concentratie en opofferingsgezindheid. Juve geeft dit seizoen in de Serie A slechts negen schoten per wedstrijd weg en is de nationale referentie op dat vlak. Van deze negen schoten vereisen er slechts twee een tussenkomst van Gianluigi Buffon, een doelman die tegenstanders zo veel schrik aanjaagt dat die vaak de winkelhaak zoeken, zoals Messi nog demonstreerde in Camp Nou.

Op het Europese toneel moet Gigi nog minder aan de bak: slechts 1,6 van de 8,8 weggegeven schoten per match vereisen een redding. De helft van de schoten die Buffon stopt, vertrekken van buiten het strafschopgebied. De zestien is het terrein van de Piëmontese verdedigers.

Het is ongetwijfeld door de Champions League te spelen dat de eeuwige doelman van Juventus er het recept van kent. Hij gaf het door aan zijn centrale verdedigers, die hun oren openhielden om Gigi’s lessen te leren en hun ogen wijd opensperden om Barzagli’s defensieve trucjes te stelen.

De conclusie is voor Leonardo Bonucci: ‘In een toernooi waar een doelpunt buitenshuis zo veel waarde heeft, ben je in het voordeel als je er geen incasseert.’ Zo heeft Juve sinds de aftrap van de achtste finales het slot geïnstalleerd. Het gaf niet één doelpunt weg in vier wedstrijden. Porto trof in 180 minuten slechts tweemaal het kader, twee schoten van buiten de rechthoek. Barça trapte van zijn 35 schoten op doel er slechts acht binnen het kader, waarvan niet één tegen de netten.

Juve is moderner dan ooit, met een zuivere diepe spits op de linkerflank en een duo voor de defensie, waar noch Miralem Pjanic noch Sami Khedira echt een verdedigende middenvelder is. Maar achterin vond het zijn traditionele waarden terug, van een voetbal in zwart-wit.

door Guillaume Gautier – foto’s Belgaimage

Sinds de aftrap van de achtste finales heeft Juventus het slot geïnstalleerd. Het gaf niet één doelpunt weg in vier wedstrijden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content