5 conclusies na de start van het veldritseizoen

© Belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Hoewel vaak beweerd wordt dat het échte veldritseizoen pas op 1 november op de Koppenberg begint, zijn er uit de vier voorbije klassementscrossen al een paar opvallende conclusies te trekken.

(Nog) geen buitenlandse invasie

‘Kunnen de Belgen nog crossen?’, luidde het paniekerig na de Wereldbekermanche in Tábor, afgelopen zaterdag.

Voor de 2e klassementscross op rij was de overwinning immers naar een buitenlander (Lars Van der Haar) gegaan. Dat was al geleden van de 5 opeenvolgende zeges van Zdenek Stybar in de aanhef van het seizoen 2010/2011.

En voor het eerst sinds december 2007 hadden buitenlanders in 2 topcrossen op rij ook 2 van de 3 podiumplaatsen bezet. Toen in Loenhout, met Lars Boom (1e) en Stybar (2e), en in Diegem, met Radomir Simunek (2e) en Stybar (3e). Dit jaar in Valkenburg en Tábor met Van der Haar (2 maal 1e) en Walsleben (3e en 2e).

Bovendien eindigden in Tábor slechts 4 Belgen in de top 10, nadat eerder in de BPost Bank Trofeemanche in Ronse slechts 5 landgenoten de top 15 bevolkten. In een wedstrijd van de GVA/BPB-Trofee of van de Superprestige was dat al geleden van 24 januari 1999 (!), met de cross in Wetzikon.

Het einde van de vaderlandse suprematie? Neen, zo bleek zondag al in Ruddervoorde waar weer 7 Belgen in de top 10 finishten, van wie 5 in de eerste 6. Niet toevallig een (door de weersomstandigheden) zware, trage cross, en zo staan er de komende weken nog een paar op het programma.

De zogenaamde buitenlandse invasie mag dus met een korreltje zout genomen worden, want het is duidelijk dat Van der Haar piekte naar het seizoensbegin, terwijl de Belgen al veel materiaalpech hadden en vooral Niels Albert en Kevin Pauwels nog onder stoom moeten raken. (zie punt 5)

Wat goed is, komt snel

Toeval waren de zeges van Lars Van der Haar in Valkenburg en Tábor niet. Al van bij de beloften wordt de Nederlander een grote toekomst voorspeld. Alleen lijkt hij nog vlugger te ontbolsteren dan velen hadden verwacht, niet toevallig op twee razendsnelle omlopen. En wat goed is, komt nu eenmaal snel. Met een leeftijd van 22 jaar, 3 maanden en 3 dagen is VdH zelfs de jongste crosser ooit die 2 Wereldbekermanches wint.

Bart Wellens (Kalmthout 1999, 21 jaar 4 maanden 9 dagen), Niels Albert (Tábor 2008, 22 jaar, 8 maanden 21 dagen) en Tom Meeusen (Kalmthout 2010, 22 jaar, 1 maand 12 dagen) waren wel jonger toen ze hun 1e WB-wedstrijd op hun naam schreven. En op nog jongere leeftijd hadden ze ook al een Superprestige of GVA-manche gewonnen.

Vantornout bevestigt

De enige veldrijder die in de top 5 van de 4 voorbije klassementsproeven eindigde? Niet Nys of Van der Haar, maar Klaas Vantornout. Alleen de zege ontbrak, maar dat zette de West-Vlaming gisteren recht op 5 kilometer van zijn deur. Na tweemaal Gieten (2008 en 2012), tweemaal Middelkerke (2011 en 2013) en het BK vorig jaar in Mol de zesde grote zege uit carrière. En vooral de bevestiging dat de Torhoutenaar na zijn Belgische titel een mentale klik gemaakt heeft en met veel meer zelfvertrouwen rondrijdt. In een goede dag resulteert dat nu ook in een klinkende zege, terwijl er vroeger dan wel altijd iets tegenzat.

Nys beperkt de schade

Na de opgave (wegens materiaalpech) in Valkenburg, eindigde Nys in Tábor als 22e. Pas de eerste keer in zijn lange carrière dat de Kannibaal in 2 opeenvolgende WB-manches niet de top 10 haalde. In Tábor te wijten aan een vroege val, de warmte en slechte benen, al zal Nys sowieso niet echt hebben aangedrongen – zijn eindklassement in de Wereldbeker is na Valkenburg toch al om zeep.

Veel belangrijker was dan ook de Superprestigecross in Ruddervoorde, waar de Balenaar een 2e plaats uit de brand sleepte, hoewel hij zich niet super voelde. Oorzaak: een bijzonder zware trainingsweek die hij inlaste met het oog op de cross van de Koppenberg. Vrijdag wil hij die koste wat het kost voor de 10e keer winnen. Het zou de zoveelste mijlpaal uit Nys’ schitterende carrière zijn. De concurrentie zal superbenen moeten hebben om hem van die historische zege af te houden.

Slechtste seizoensstart ooit voor Albert

Niels Albert won dit seizoen al twee kleinere wedstrijden in Erpe-Mere en Neerpelt, maar in de 4 klassementscrossen tot nog toe – degene die écht tellen – kwam hij niet verder dan een 3e plaats in Ronse en een 5e stek in Ruddervoorde. Daarmee beleeft de Tremelonaar zijn slechtste seizoensstart sinds hij in 2008 prof werd.

In Valkenburg te wijten aan een slechte start, maar nog pijnlijker was de cross in Ruddervoorde, waar hij net voor halfweg alleen ontsnapte maart op zijn adem trapte. Terwijl een goede Albert in het verleden genoeg had aan vijf seconden om een tijdrit tot het einde uit zijn kuiten te schudden. Volgens de ex-wereldkampioen heeft hij tussen het weg- en veldritseizoen te veel getraind en in die periode roofbouw op zijn lichaam gepleegd. Een verontrustende vaststelling. Benieuwd of rust dat de komende weken zal kunnen verhelpen.

Ook Kevin Pauwels heeft de slechtste seizoensstart sinds 2009 achter de rug, met alleen een 2e en 3e plaats in Valkenburg en Tábor. Al kan hij, meer dan Albert, wel het excuus van materiaalpech aanvoeren, en lijkt er van een conditieprobleem bij de stille Kempenaar geen sprake. (JC)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content