Ajax: kweekvijver voor Belgisch talent

© IMAGEGLOBE

Jongens als Vermaelen, Vertonghen en Alderweireld stijgen in Amsterdam boven zichzelf uit en worden er ‘groter’ dan ze ooit hadden durven dromen. Zou dat ook gebeurd zijn als ze in België gebleven waren?

Een berichtje vorige week in de krant: Toby Alderweireld beslist nog een jaar te rijpen bij Ajax. Jan Vertonghen (binnenkort 25), twee jaartjes ouder dan Alderweireld, maakt er daarentegen geen geheim meer van dat hij deze zomer andere oorden opzoekt. Hij is klaar voor een stap hogerop. Een gedachte die al meermaals bevestigd werd door zijn coach Frank de Boer. Hij heeft het niveau voor Manchester United, verklaarde die onlangs nog tegenover de Nederlandse pers.

Het is opvallend hoe Ajax nu al decennialang een kweekvijver van talent blijft. En daarvan profiteren ook de Belgen. Want de vraag die je je kan stellen is: zouden jongens als Vermaelen, Vertonghen en Alderweireld Europese toppers worden/geworden zijn mochten ze in België – in casu Germinal Beerschot – gebleven zijn?

We durven er sterk aan te twijfelen.

In Nederland zijn Vertonghen, Vermaelen en Alderweireld constant bijgeschaafd, geherconfigureerd, vervolmaakt. Van ‘modale voetballers’ zijn het verdedigers geworden die bij de Europese top aanleunen en geen enkele moeite kenden om zich op Champions Leagueniveau staande te houden. Om dan op het juiste moment de stap hogerop te zetten.

Dat vinden we opvallend, in die zin dat voornoemde spelers bij Germinal Beerschot nooit als dé toptalenten beschouwd werden. Of toch niet van het niveau voor Arsenal of Manchester United.

Maar om terug te komen op onze vraag: zouden die Belgische jongens even goed geworden zijn mochten ze in België gebleven zijn? Waarom wij denken van niet, zit hem in het verschil in visie op de opleiding van voetballers.

In België denkt men al te snel dat het groeiproces stopt op het moment dat zo’n jongen de eerste ploeg haalt, of de twintig gepasseerd is. In Nederland blijft men elke dag opnieuw schaven aan basistechnieken. De zo geroemde ‘pass- & trapoefeningen’ bijvoorbeeld: strak leren inspelen, op de juiste voet, op een efficiënte manier leren draaien, het belang van de eerste baltoets en de perfecte balcontrole… Allemaal zaken die keer op keer herhaald worden, ook bij de zogeheten ‘afgewerkte’ profvoetballers van 21 jaar of ouder.

We kenden het geluk al meermaals een training van AZ en Ajax te kunnen volgen, telkens opnieuw viel ons op hoe die basis van het voetbal er herhaald wordt. Elke dag opnieuw. Jongens die pas bij de club gehaald worden krijgen zelfs maanden aan een stuk extra trainingen om die basis (en dan vooral de handelingssnelheid) onder de knie te krijgen. Ongeacht hun statuut, positie of faam.

Als je dan bedenkt dat er in het Belgische voetbal door hoofdtrainers vaak geklaagd wordt dat hun spelers ‘het abc niet beheersen’ – we denken spontaan aan Frank Vercauteren enkele jaren geleden in zijn Anderlechtperiode – dan weet je dat er een serieuze kloof gaapt in de visie op voetbalopleiding.

Het zorgt ervoor dat jonge talenten in België al te snel als afgewerkt product worden beschouwd, waardoor ze te vaak op louter Belgisch niveau blijven steken, terwijl ze in Nederland blijven verder schaven tot er een profvoetballer van internationale allure staat.

Zo komt het dat jongens als Vermaelen, Vertonghen en Alderweireld wellicht boven zichzelf uitstijgen en ‘groter’ worden dan ze ooit hadden durven dromen.

Ga maar eens na: Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart, Hedwiges Maduro, Urby Emanuelson, Ryan Babel, Nigel de Jong, Thomas Vermaelen, John Heitinga… er zijn er maar weinig die naar een hoger aangeschreven competitie vertrokken en daarvoor nog niet klaar bleken – of het zou Tom De Mul moeten zijn, maar die vertrok dan ook al na amper één geslaagd seizoen in de basis bij Ajax.

De toekomst voor Vertonghen en Alderweireld oogt mooi.

Matthias Stockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content