60 jaar na de 100 punten van Wilt Chamberlain: 10 ‘onbreekbare’ records in de sport

© NBA.com
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Op 2 maart 1962, woensdag 60 jaar geleden, scoorde Wilt Chamberlain 100 punten in een NBA-match. Een record dat nog altijd staat en allicht nooit meer verbeterd wordt. Ook in andere sporten zijn er unieke prestaties neergezet die meer dan waarschijnlijk nog héél lang (of zelfs voor eeuwig) in de boeken zullen staan. Een overzicht van 10 straffe records.

De 100 punten van Chamberlain

Niet Michael Jordan, maar Wilt Chamberlain was de grootste scoremachine in de NBA-geschiedenis. De 2m16 grote center was in de jaren zestig een onhoudbare freak of nature en heeft nog altijd ruim veertig (onbreekbare) NBA-records op zijn naam staan. Zoals zijn 50,4 punten gemiddeld en 25,7 rebounds in een seizoen (1961/62), of de meeste matchen met meer dan 50 punten (118).

Chamberlains meest memorabele record is echter zijn 100 punten in één NBA-match, vandaag exact 60 jaar geleden gevestigd, op 2 maart 1962. Als speler van de Philadelphia Warriors mikte hij op die dag 36 van zijn 63 shotpogingen raak, en gooide hij 28 van zijn 32 vrijworpen binnen, goed voor 59 procent van de punten van Philadelphia in de zege tegen de New York Knicks (169-147).

Later kwam alleen Kobe Bryant nog enigszins in de buurt: de intussen overleden Lakersvedette scoorde op 22 januari 2006 81 punten tegen de Toronto Raptors.

De 19 zeges in monumenten van Merckx

445 profzeges, inclusief kermiskoersen en criteriums, behaalde Eddy Merckx in zijn carrière. Op zich al een aantal dat nooit meer overtroffen zal worden omdat renners veel minder koersen rijden dan vroeger.

Beter vergelijkbaar zijn daarom Merckx’ aantal eindzeges in grote rondes en monumenten: respectievelijk elf (vijf zeges in Tour en Giro, één in de Vuelta) en negentien (zeven keer Milaan-Sanremo, vijfmaal Luik-Bastenaken-Luik, drie keer Parijs-Roubaix, tweemaal Ronde van Vlaanderen en Ronde van Lombardije).

Dat eerste aantal lijkt voor tweevoudig Tourwinnaar Tadej Pogacar misschien niet onmogelijk als hij op zijn topniveau blijft. Dat tweede zal meer dan waarschijnlijk nooit meer verbeterd worden, zelfs niet door een allrounder als Wout van Aert. Ter vergelijking: Roger De Vlaeminck volgt als tweede in die ranking met elf triomfen in monumenten, Tom Boonen en Fabian Cancellara zijn de recordhouders sinds 2000 met elk… zeven.

Het zegepercentage van Fangio

Je kan erover discussiëren wie de beste formule 1-rijder ooit is. De mythische Ayrton Senna? Of zevenvoudige wereldkampioenen Lewis Hamilton en Michael Schumacher?

De Brit kwam afgelopen seizoen dicht bij acht wereldtitels en de status als GOAT, maar één record zal hij nooit meer overtreffen. En allicht zal geen enkele F1-rijder dat ooit nog realiseren: het zegepercentage van Juan Manuel Fangio. De Argentijn won tussen 1950 en 1958 24 van de 52 GP’s waarin hij startte, of 46,15 procent, goed voor vijf wereldtitels (1951, 1954, 1955, 1956 en 1957).

Ter vergelijking: Schumacher won ‘slechts’ 29,55 procent (91/308) zijn van grand prixs, Hamilton tot dusver 35,76 procent (103/288), weliswaar op een veel groter aantal GP’s.

De graveldominantie van Evert en Nadal

13 finales speelde Rafael Nadal op Roland Garros, 13 keer trok hij aan het langste einde. Goed voor een record dat nooit meer te breken lijkt. Behalve door zichzelf, want zonder (allicht) Novak Djokovic wordt de Spanjaard de topfavoriet op de komende editie, om zo zijn aantal zeges tot 14 op te krikken.

Rafael Nadal na zijn dertiende zege op Roland Garros, in 2020.
Rafael Nadal na zijn dertiende zege op Roland Garros, in 2020.© AFP

Nadal bezit ook het record van de langste ongeslagen serie op gravel: 81 wedstrijden op rij, tussen april 2005 en mei 2007. Geen enkele man deed in het open tijdperk, op gelijk welke ondergrond, ooit beter.

Bij de vrouwen wel: Chris Evert, zevenvoudig winnares op Roland Garros, verloor tussen augustus 1973 en mei 1979 geen enkele van haar 125 matchen op gravel. Ook dat zal geen tennisster allicht ooit overtreffen.

De goals van Messi in één jaar

759 goals heeft Lionel Messi al in zijn carrière gescoord, op 959 matchen of een gemiddelde van 0,79 per match. Een record is dat niet, want Ronaldo telt er 804.

Maar één record heeft de Argentijn wel in zijn bezit: dat van het aantal doelpunten in één jaar. In 2012 scoorde de Argentijn in 69 matchen er 91 (79 treffers voor FC Barcelona, 12 voor de Argentijnse nationale ploeg), of een gemiddelde van 1,3 per duel, weliswaar met 14 penalty’s.

De 91 goals van Messi waren er zes meer dan het vorige record van Gerd Müller, die in 1972 85 keer raak trof voor Bayern München

De olympische medailleoogst van Phelps

28 olympische plakken, tussen de Spelen van 2004 en 2016 won Michael Phelps, of een medaille in 44 procent van het aantal zwemevents in die vier edities. Met die 28 medailles moet de Amerikaan slechts 63 lánden voor zich laten op de alltime ranking.

Al even straf is dat 23 van die 28 plakken een gouden kleur hebben, vijf meer dan álle medailles van gymnaste Larisa Latynina (tweede op de alltime ranking van atleten, met 18).

Michael Phelps won in totaal 23 gouden medailles op de Olympische Spelen.
Michael Phelps won in totaal 23 gouden medailles op de Olympische Spelen.© AFP

Van die 23 olympische titels behaalde Phelps er ook 13 in een individueel nummer, waarmee hij het 2168 jaar oude record brak van Leonidas of Rhodes, in de Griekse oudheid. Door het gestegen aantal zwemevents, met intussen ook de mixed relay, is Phelps record van acht gouden medailles op één Spelen (gevestigd in Peking 2008, één meer dan Mark Spitz in 1972) mogelijk meer binnen bereik. Al kan ook dat nog een hele tijd duren voor een ander fenomeen dat evenaart.

De cuts van Woods

Jack Nicklaus’ record van 18 zeges in majors zal Tiger Woods, zeker na zijn zwaar verkeersongeluk, allicht niet meer bijbenen. Het zou al een half mirakel zijn als hij er nog ééntje zou bijdoen, bij zijn huidige aantal van 15. Al zijn dat er nog altijd negen zeges meer dan het aantal van de tweede op de ranking van actieve spelers: Phil Mickelson met zes overwinningen in majors.

Toch heeft Woods meerdere records op zijn erelijst, zoals de US Open 2000 winnen met 15 shots voorsprong. Het allerstrafste is misschien wel zijn opeenvolgende ‘cuts’: liefst 142 keer op rij haalde de Amerikaan de eindfase van een golftoernooi, tussen 1998 en 2005. Dat zijn 29 cuts meer dan Byron Nelson, de tweede op die ranking met 113. Een fenomenale regelmaat die evenveel zegt als alle majorzeges van Woods.

De ongeslagen kampen van Chavez

Niet Muhammad Ali, Mike Tyson of andere iconen uit de boksgeschiedenis hebben het strafste palmares qua aantal kampen op rij zonder nederlaag, wel de Mexciaan Julio Cesar Chavez. Die won tussen 1980 en 1994 89 kampen bij de lichtgewichtklassen. Chavez moest in die periode slechts één draw (zonder winnaar) toestaan, voor hij in 1994 zijn allereerste nederlaag leed tegen Frankie Randall in 1994.

Ter vergelijking, andere reeksen van opeenvolgende zeges in het boksen: 50 voor Floyd Mayweather, 49 voor Rocky Marciano en 41 voor Roberto Duran, ver onder de 89 van Chavez.

De sprong van Powell

De oudste wereldrecords in de olympische nummers van de atletiek staan bij de mannen nog altijd op naam van Jürgen Schult (74m08 in het discuswerpen), en Yuriy Syedikh (86m74 in het hamerslingeren), beiden daterend van 1986 en dus met een dopinggeurtje aan.

Nog straffer (en al dan niet cleaner) is misschien wel het wereldrecord van Mike Powell in het verspringen. Die jumpte op het WK atletiek in Tokio in 1991, na een memorabel duel met Carl Lewis, 8m95 ver. Nog vijf centimeter verder dan het al even legendarische wereldrecord van Bob Beamon op de Spelen van 1968 in Mexico.

Het wereldrecord van Mike Powell werd vorig jaar vereeuwigd met een kunstwerk in de buurt van het Koning Boudewijnstadion.
Het wereldrecord van Mike Powell werd vorig jaar vereeuwigd met een kunstwerk in de buurt van het Koning Boudewijnstadion.© belga

32 jaar later heeft niemand Powells record kunnen benaderen: de verste sprongen sindsdien staan op naam van de Amerikanen Erick Walder (1994) en Dwight Philips (2009), met 8m74, of 21 centimeter minder dan hun landgenoot in 1991.

De clean sheets van Verlinden en Mazaropi

1390 minuten, of goed 15 matchen op een rij, liet Dany Verlinden geen enkel doelpunt binnen in de Belgische competitie, tussen 3 maart en 26 september 1990. Een record in Europese topcompetities dat nog altijd stand houdt. Al kwam Erwin van der Sar in 2009 wel dicht in de buurt (1311 minuten), als keeper van Manchester United.

Nog straffer deed echter de Braziliaan Geraldo Pereira de Matos Filho, bijgenaamd Mazaropi. Die hield tussen mei 1977 en september 1978 liefst 1816 minuten zijn netten schoon. Een wereldrecord dat in het moderne voetbal onaantastbaar lijkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content