Bokskampioene Delfine Persoon voor de kamp van haar leven: ‘Als de bel gaat, dan is elke ring hetzelfde’

© BELGAIMAGE
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Op 1 juni bokst Delfine Persoon (34) in Madison Square Garden dé kamp van haar leven. Portret van een West-Vlaamse boerendochter.

Experience the unforgettable at Madison Square Garden, where history happens at The World’s Most Famous Arena. Meer tot de verbeelding kan een zaal niet spreken. The Garden of MSG, zoals ze door de New Yorker wordt omschreven, is mythisch. Drie jaar geleden speelde Stromae er voor een vol huis – 20.000 zielen -, lang voor hem passeerden de allergrootsten der aarde de revue. George Harrison, Elvis Presley, John Lennon, The Who, Led Zeppelin, The Police, Bruce Springsteen of U2, ze tekenden voor onvergetelijke concerten in Midtown Manhattan.

Boksen is vooral hard werken, maar dat is ze gewend. Van thuis meegekregen.

Maar MSG is vooral sport, de hoofdbrok van de om en bij de 320 evenementen die er jaarlijks worden georganiseerd. De New York Rangers (NHL) en New York Knicks (NBA) zijn eigendom van de Madison Square Garden Company – het bedrijf van miljardair James Dolan – en spelen er hun thuiswedstrijden. De zaal is nog altijd het mekka van het professioneel worstelen en was begin de jaren zeventig het decor voor de Fight of the Century, de eerste van drie legendarische kampen tussen Muhammad Ali en Joe Frazier, waarna de grootste bokspromotoren beseften dat ze in Las Vegas nóg meer konden cashen.

The Garden, kameleon in een smeltkroes van culturen en meningen, waar meer dan acht miljoen inwoners elkaar 24/7 voor de voeten lopen. Maar, verbaasde Delfine Persoon enkele weken geleden: ‘Ik ken New York alleen van de film.’ En Madison Square Garden, tja… ‘Als de bel gaat, dan is elke ring hetzelfde.’ Ze stond al in Gent (Ghelamco Arena) en Antwerpen (Lotto Arena), maar bokste met evenveel verbetenheid in De Zwaluw (Zwevezele), een feesttent in Torhout, De Ark (Ardooie) of Zaal Ogierlande in Gits/Hooglede, waar ze woont.

Op 1 juni, als aperitief voor het titelgevecht tussen de Engelse puncherAnthony Joshua en de Mexicaan Andy Ruiz Jr, staat ze in de ring van Madison Square Garden, met iets meer dan 20.000 toeschouwers wellicht helemaal uitverkocht. De duurste tickets – naast de ring – kosten 5000 dollar (4467 euro), maar voor 233 euro is er ook al een zitje beschikbaar. De inzet is niet min: de wereldtitel bij de lichtgewichten bij de vier belangrijkste boksbonden. De West-Vlaamse is wereldkampioene bij de WBC, de drie andere wereldtitels – IBF, WBO en WBA – staan op naam van Katie Taylor (32). En het Ierse fenomeen wil álles.

One more belt to add to the collection soon‘, zette de olympisch kampioene van Londen (2012) onlangs op haar Twitteraccount, waar ze geregeld de affiche van de kamp post. Zij, netjes gestileerd en lachend, versus Persoon, bezweet en met open mond. De fulltime atlete tegen de politie-inspecteur, die na haar eerste training snoeihard door Filiep Tampere – de trainer/manager – werd aangepakt. ‘Je kan niet vooruit boksen, je kan geen stap achteruitzetten, je dekking lijkt nergens op, je hebt geen slagen en je staat altijd met je kin vooruit.’

Bokskampioene Delfine Persoon voor de kamp van haar leven: 'Als de bel gaat, dan is elke ring hetzelfde'

Ze stond er beteuterd bij, die avond, in het achterafzaaltje van café De Boksneuze, aan het station van Lichtervelde. Goed tien jaar later gaat de West-Vlaamse, die werkt voor de Coördinatie en Steundirectie van de Federale Politie, in New York op zoek naar het allerhoogste: de vier wereldtitels en een beurs van 200.000 euro.

Crapuulsport

Delfine Persoon bokste haar eerste amateurkamp in mei 2008, ook al wisten haar ouders toen niet dat ze lid was van Boxingclub Lichtervelde. Harde werkers. Tuinbouwers, voor wie sport een luxe was. ‘Vader zei altijd: ‘Het enige wat telt, is werken en geld verdienen.’ Toen ik mijn eerste kamp moest boksen – ik was al een maand of zes aan het trainen -, had ik aan mijn ouders gezegd dat ik meeging om te supporteren. Tot ik thuiskwam met een blauw oog… Dan móést ik het wel zeggen.’

Vrouwen en boksen… Boksen tout court… Ook zij gruwelde van de clichés, vaak door de media gecreëerd. Reportages van een bokser die met een enkelband in de ring staat, of van een cafébaas/bokser die op de dag van de meeting nog pinten staat te tappen. Mooie verhaaltjes, maar niet representatief voor de sport. En vaak worden zeldzame uitspattingen uitvergroot in schreeuwerige koppen: Bokser aangehouden met drugs of Bokser veroorzaakt ongeval. ‘Dáárdoor denken de mensen dat boksen een crapuulsport is.’ Neen. Het is vooral hard werken.

Maar dat was ze gewend. Van thuis meegekregen. Op de boerderij van haar ouders, een tuinbouwbedrijf waar het hele jaar door groenten werden verbouwd, was niksen een ongepaste (en verboden) luxe. Ze was amper vier toen ze voor de eerste keer met de tractor reed. Meehelpen met ma, pa en haar oudere zus – Herlinde. Later zou ook de jongste, Jasmine, met de handen door de grond wroeten.

Maar opgroeien op de boerderij had ook voordelen. In de grote frigo, waar de duizenden bakken fris werden gehouden, speelden ze… ijshockey. Of toch een boerenvariant daarvan: met rolschaatsen, een borstelstok en biljartballen. De boerderij was een immense speeltuin. Ze was nog geen veertien jaar toen ze met een motor op het land croste, in de zomer doken ze in de grote vijver. Moddergevechten, stoeien op versleten tractorbanden of vissen vangen met een netje, dat ooit had gediend om frieten in te bakken.

Tijd om net als hun klasgenootjes in de schoolvakanties een centje bij te verdienen met een vakantiejob, daar was geen sprake van. Meehelpen op de boerderij. Gratis. Maar op het einde van de vakantie stond er altijd een verrassing – laptop, koersfiets, rolschaatsen… – klaar. Als kleuter ging ze samen met haar oudere zus naar de balletschool in Roeselare, op haar zesde werd ze betoverd door het judo. Een talentje, zag de sensei van judoclub Hajime Moorslede.

Ze pakte medailles op BK’s, mocht op haar vijftiende naar de Judotopsportschool in Antwerpen en viel maar net naast het podium op het European Youth Olympic Festival in Murcia (2001), maar vader en moeder waren niet onder de indruk. ‘Hoeveel keer heb ik vroeger niet gehoord: ‘Moet je weeral trainen voor die stommen judo?’ Ze waren niet echt sportminded. ‘ Ze had al met anorexia geflirt, toen ze in de club met twee meisjes in de categorie tot -53 zaten. Delfine, ook toen al een karaktertje, zakte tot 48 kilogram. Tot moeder tussenkwam: ‘Nu ga je opnieuw beginnen te eten.’

Een fait divers: Yves Lampaert, wielrenner bij Deceuninck-Quick-Step en in een verleden Belgisch kampioen judo bij de cadetten, kon op de tatami nooit van haar winnen. Maar de rug speelde steeds meer op. Drie beschadigde tussenwervelschijven. Op haar zestiende moest ze op doktersbevel stoppen. Erfelijk belast, want vader werd ooit aan een dubbele hernia geopereerd. ‘Omdat we merkten hoe zwaar het leven op de boerderij was, hebben we allemaal ons best gedaan op school. We waren gewaarschuwd: ‘Wie niet goed studeert, mag aan zijn zestiende maar twee dagen meer naar school en moet de andere dagen thuis helpen.’ Dat wilde niemand.’

In Torhout volgde ze bijna freewheelend het regentaat Lichamelijke Opvoeding & Bewegingsrecreatie, na lessen van haar neef werd ze een verdienstelijk tennisster, maar het was gedempte liefde. Te soft. Op de Politieschool proefde ze even van karate, in het zaaltje van café De Boksneuze achter het station van Lichtervelde vond ze de echte liefde. Boksen. Een coup de foudre. ‘Ik was onmiddellijk verkocht.’

Zeldzaam verlies

Een killer, zag Filiep Tampere na enkele maanden. Geboren met een vechtershart, gewend om te werken en altijd gefocust. Soms zelfs te gedreven. De trainer/manager/promotor moet haar eerder intomen dan oppeppen. ‘Ze moet meer gecontroleerd boksen. Vroeger was ze té agressief, dacht ze in de eerste plaats aan zelf slaan, terwijl ze nu meer probeert te ontwijken en te counteren’, blikte hij in 2010 terug op zijn twee jaar aan de zijde van Persoon. Ze had in mei 2008 haar eerste amateurkamp gebokst en was na elf maanden overgestapt naar de profs, waar ze een vlekkeloos parcours had afgelegd. Negen kampen gebokst, negen overwinningen.

Het was voortdurend schipperen tussen haar job bij de federale spoorwegpolitie in Brugge en de vele trainingen. Als ze moest boksen, dan probeerde ze een weekenddienst met een collega te ruilen. ‘Maar niet te veel, anders kan ik mijn huis in Gits niet meer afbetalen.’ Slopend trainingsritme. Vier tot vijf bokstrainingen per week, drie keer lopen in de straten van Lichtervelde of Moorslede en op zondagvoormiddag naar het strand. Van Zeebrugge naar Blankenberge. Lopen, twaalf keer op de houten trappen naar boven sprinten, en terugkeren door de duinen. Hard werken, maar ook slimmer en rustiger boksen. Nooit de controle verliezen.

Of toch, die ene keer op de Allerheiligenmeeting in Izegem, editie 2010, toen ze een dag voor haar tiende profkamp ziek – koorts en braken – in het ziekenhuis werd opgenomen. Ze lag de hele nacht met uitdrogingsverschijnselen aan een infuus en Tampere wilde haar kamp afgelasten, maar ze wilde en zou boksen. Ze had, zoals altijd, een pak kaarten verkocht en mocht die mensen niet ontgoochelen. Haar dag eindigde met een gebroken neus en een technische knock-out, de eerste (en laatste) nederlaag uit haar carrière, die één lang succesverhaal zou worden.

In maart 2011 pakte ze tegen Nicole Boss in Lichtervelde haar eerste Europese titel, die ’s avonds bescheiden werd gevierd in Roeselare: pita, frietjes en een wodka-Red Bull. De dag erna stond ze opnieuw in Lichtervelde, om de zaal mee op te kuisen. Een ritueel dat zich de volgende jaren zou herhalen, ook toen ze wereldtitels won en met succes verdedigde.

Middenvinger

De kamp van haar leven, blikte ze in april 2014 vooruit op het duel met de Argentijnse Anabella Farias, aka La Pantera en ongeslagen wereldkampioene bij de WBC – de allergrootste boksbond. Ze pakte ook die wereldtitel, maar ging in december van dat jaar – dixit haar entourage – ‘voor het eerst knock-out’, toen ze op het Sportgala niet tot Sportvrouw van het Jaar werd verkozen. Nafi Thiam had brons gewonnen op het EK, wat hoger werd ingeschat dan haar WBC-wereldtitel en haar positie van nummer één op de wereldranglijst over alle bonden. Ze kon haar ontgoocheling niet verbergen, ook omdat ze was uitgenodigd voor de specialedition van de World Boxing Council Convention in Las Vegas, waar ze zou worden gehuldigd als beste vrouwelijke bokser pound for pound.

‘Doe je handschoen uit en steek je middenvinger op’, orakelde Jean-Marie Dedecker in december 2014 in een open brief aan de West-Vlaamse. Nooit, zo zwoer ze, zou ze nog naar het Sportgala gaan. Ook niet toen ze het jaar erna opnieuw topfavoriete was. Toen won ze wel, maar ze had aan Marc Herremans beloofd om in Knokke aanwezig te zijn op The Night to Walk Again. Een beetje koppig, dat wel.

Ze was in de lente van dat jaar nog maar eens uitgedaagd door Nicole Boss, van wie het management er alles aan gedaan had om haar het leven zuur te maken. Ze sliepen in een sjofel hotelletje in de uitgaansbuurt in Bern en was verplicht om ‘prulhandschoenen van een of ander Chinees merk’ te dragen, zodat haar mokerslagen minder hard zouden aankomen. Vergeefse moeite. Boss zag alle hoeken van de ring en de West-Vlaamse verlengde haar wereldtitel, ook al bokste ze die avond met een stressfractuur aan de voet.

Maar de naweeën waren hevig. Kapotte gewrichtsbanden aan de wijsvinger van de rechterhand, pink aan de linkerhand geraakt. Inspuitingen, trainen op halve kracht en drie delicate operaties, want zelfs een flesje opendraaien lukte niet meer. Nu is ze volledig hersteld. Nog altijd geen hard hitter, nooit geweest, maar volgens haar trainer/manager een hamertje dat zo lang op een muur kan slaan tot het toch verbrokkelt…

Bokskampioene Delfine Persoon voor de kamp van haar leven: 'Als de bel gaat, dan is elke ring hetzelfde'
© BELGAIMAGE

Voetbalinternational die bokser werd

KT, Simply the Best of The Bray Bomber, Katie Taylor (32) is een fenomeen in Ierland. In april 2006 debuteerde ze met de nationale… voetbalploeg in de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Zwitserland, een jaar erna maakte ze haar eerste officiële doelpunt, maar in 2009 keerde ze na elf interlands terug naar het boksen. In 1998, elf jaar jong, stond ze voor het eerst in de ring met haar vader en twee oudere broers, vier jaar erna won ze de eerste officiële vrouwenkamp die ooit in Ierland werd georganiseerd.

Zelfs in een duobaan met de nationale damesploeg bokste ze een onwaarschijnlijk palmares bij de amateurs bij elkaar. Zes gouden medailles op de Europese kampioenschappen, vijf keer goud op een WK en in 2012 de (eerste) olympische titel bij de lichtgewichten. In Bray werd het nummer Katie Taylor Ireland’s Boxing Legend, van het lokale bandje Coddle wekenlang meegezongen in de cafés, waar haar kampen op groot scherm werden uitgezonden.

Ruim drie maanden na de ontnuchterende Spelen in Rio, waar ze in de kwartfinale werd uitgeschakeld, debuteerde ze in november 2016 als profbokser in de Wembley Arena. ‘Ik mag eindelijk doen waarvoor ik op de wereld ben gezet. Ik had al heel snel door dat God grootse plannen met mij had’, vertelde ze in de documentaire Katie, waar ze openlijk getuigde over haar sterke geloof en haar moeilijke relatie met haar vader Peter, ex-Iers kampioen bij de zwaargewichten en haar coach tot in 2015.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content