De Clercq en Vervecken: ‘Alarmfase 4: Stybar is héél goed’

© Image Globe

In Sport/Voetbalmagazine blikken Mario De Clercq en Erwin Vervecken, beide drievoudig wereldkampioen bij de elite, vooruit op het WK veldrijden in Koksijde. Een verzameling van de opmerkelijkste passages.

Over het parcours Mario De Clercq: “In Koksijde valt de beslissing veelal in de laatste halve ronde, dikwijls zelfs in de sprint. De enige die dat zondag kan en – gezien zijn zwak eindschot – ook móét voorkomen is Albert. Hij zal de koers van in het begin hard maken, samen met Nys, al heeft die het voordeel dat hij in de finale nog kan wegrijden. Pauwels en Stybar moeten gewoon volgen en op hun sprint gokken. Daar zal het volgens mij opnieuw op uitdraaien. De kans bestaat dus dat niet de sterkste, maar de snélste wint.”

Erwin Vervecken: “Koksijde is een cross waar je beter de kat uit de boom kijkt. Je mag er in de eerste ronde nooit op kop rijden. Aangezien alle sporen in het zand door de voorafgaande wedstrijden en trainingen verdwenen zijn, moet het parcours opnieuw ‘gemaakt’ worden. Dat energievretende werk laat je het best aan anderen over.”

Mario De Clercq: “Tweede of derde positie is ideaal. Niet alleen in de eerste ronde, ook daarna. Dan kun je in het zand, maar ook op de snelle weidestroken, het meest van de koploper profiteren. Daarom is het in Koksijde ook zo moeilijk om rondenlang alleen voorop te blijven. Ténzij het achter jou volledig stilvalt, of als je er echt bovenuit steekt, maar dat is er heel weinig gegeven.”

Vervecken: “Een voorsprong vasthouden is bijzonder lastig. Rij je alleen op kop in de weidestroken, dan duik je met een te hoge hartslag de zandstroken in, terwijl je eigenlijk op ‘slechts’ 95 procent moet beginnen. Start je à bloc , dan kun je je te weinig op het zand concentreren, ga je in de fout en verlies je op een ronde makkelijk twintig seconden. En in geen enkele cross kun je meer fouten maken dan in Koksijde.”

Over Kevin Pauwels De Clercq: “Of Sven Nys Pauwels zenuwachtig zal maken? Kevin krijg je niet zenuwachtig, ook niet voor een WK in eigen land. Als Nys een psychologisch spelletje wil spelen, mag hij dat gerust doen. Gráág zelfs. Het zal Kevin alleen maar stimuleren. In Gieten, de dag na die tumultueuze sprint in Koksijde, was hij echt slecht. En toch beet hij zich vast in Svens wiel, gedreven door woede. Ik heb Kevin nooit zo zien afzien.”

Vervecken: “Kevin heeft soms die extra prikkel nodig om écht tot het gaatje te gaan. Aan zijn assertiviteit in het interview voor de cross kun je vaak al zien of hij goed zal presteren of niet. Voor het BK merkte je meteen dat hij er niet aan te pas zou komen. Als Pauwels denkt: het is niks, dan wórdt het ook niks. Het beste dat Nys dus kan doen, is zwijgen.” ( lacht ) De Clercq: “Voor zondag ben ik optimistisch: het WK wordt vrij snel – gemiddeld boven de 25 kilometer per uur – en van dat type crossen heeft Kevin er dit seizoen heel weinig verloren. Oké, hij heeft niet de reputatie een zandspecialist te zijn, maar Kevin kan het echt wel. Hij doet het gewoon niet graag.”

Over Sven Nys Vervecken: “Nys heeft weer veel crossen gereden, maar voor Sven hoeft het niet per se, hé: Belgisch kampioen, nummer twee op de UCI-ranking, leider in de Superprestige… Een comfortabele situatie. En vermoeid lijkt Nys toch niet. Vooral omdat hij minder energie verbruikt dan in zijn beginjaren. Toen morste Sven te veel met zijn krachten, terwijl hij de laatste drie, vier seizoenen tot de finale wacht om zijn slag te slaan.”

De Clercq: “Pauwels, die ook voluit voor alle klassementen moest gaan, heeft niet minder energie verspeeld dan Nys, hé.”

Vervecken: “En Stybar was een heel seizoen op zoek naar de juiste conditie, dat vreet ook aan een mens.”

Over Niels Albert Vervecken: “De enige crosser die frisser kán zijn, is Albert. Maar hij is heel wisselvallig en heeft de laatste crossen niet overtuigd. Allicht is Niels na zijn handbreuk té vlug naar een topvorm gegroeid, waardoor zijn basis iets te klein is. Ik geloof ook niet dat hij verstoppertje gespeeld heeft. Als Albert zich doelbewust gespaard had, dan was hij in Liévin niet twaalfde geworden, maar zesde of zevende. Nu werd hij er los uitgereden.”

De Clercq: “Niels Albert wordt – terecht – beschouwd als de beste zandcrosser van het moment, maar met de vorm van Liévin (waar Albert als twaalfde eindigde, nvdr) wordt hij geen wereldkampioen. Albert presteert met ups and downs , maar kan op een piek wel wereldkampioen worden. Volgens mij zal hij zelfs de hele maand februari domineren. Dé vraag wordt of Niels zondag al zijn topconditie bereikt of niet.”

Over Zdenek Stybar Vervecken: “Sinds Stybars zege in Liévin is het weer alarmfase 4 bij de Belgen. Ze zullen héél hard met hem rekening moeten houden. Vanwaar die herrijzenis? Allicht heeft Zdenek eindelijk eens een rustperiode ingelast en zijn zege in het Tsjechische kampioenschap was misschien wel de mentale déclic.”

De Clercq: “Stybar heeft bovendien het grote voordeel dat hij heel rap is, en aangezien ik een sprint voorspel…”

Vervecken: “Koksijde is niet zijn favoriete omloop, maar hij won er wel in 2009. Heel belangrijk voor het kopje. Bovendien is Zdenek de renner die, in vergelijking met een gewone cross, op een WK het meest groeit. Dan kan hij in zesde versnelling blíjven vlammen.

“Op het specifieke parcours van Koksijde is dat echter niet mogelijk, dus moet Stybar vermijden dat hij in de eerste ronde zijn motor opblaast, iets wat hij dit seizoen te vaak deed. Eigenlijk zou Zdenek met een oortje moeten rijden waarin ploegleider Wilfried Peeters om de vijf seconden zegt: ‘Blijven zitten, blijven zitten.’ (lacht ) Want als Stybar zich kan bedwingen en na twee, drie ronden nog niet op kop gereden heeft, dan wordt hij een héél belangrijke kandidaat.”

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content