Dirk Van Tichelt: los in de kop en fighten

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Geplaagd door blessures kondigt judoka Dirk Van Tichelt (36) vrijdag zijn afscheid aan. Ruim vier jaar nadat hij in Rio het hoogtepunt van zijn carrière heeft beleefd, met een olympische bronzen medaille. Een terugblik op die zéér emotionele dag en de rijkgevulde carrière van de Beer van Brecht.

Het is een beeld dat we nooit zullen vergeten. Dat van Dirk Van Tichelt in Rio net voor zijn halve finale en voor zijn kamp om het brons. We hadden plaatsgenomen op een van de vele lege zitjes in de tribune, palend aan de gang waar de judoka’s moesten wachten voor ze richting de tatami wandelden.

Elk met hun eigen mentale voorbereiding. En die van Van Tichelt was fascinerend om te zien: hij hurkte, sprong, dronk van zijn bidon, sloeg meermaals op zijn gezicht, stretchte zich tot op de grond, visualiseerde technieken, pompte zich, net voor naar de mat wandelde, nog een laatste keer op met een oerschreeuw: ‘Waaaa!!!’

Gefocust maar ook ontspannen. Net voor zijn halve finale moest hij zelfs lachen – er had net een Braziliaanse judoka gewonnen waardoor de zaal in brand schoot – en dat vond de Antwerpenaar heel plezant.

Symbolisch voor de manier waarop de Beer van Brecht die maandag in Rio vijf kampen lang op de mat verscheen: amper gestresseerd – zelfs een zeer zware loting bracht hem niet van de wijs. Wél genietend van de sfeer, van het besef dat hij ondanks vele blessures er toch weer bij was. En hij weer om een medaille kon vechten, hoewel velen hem hadden afgeschreven.

Nota bene vier jaar nadat hij op de Spelen van Londen gekraakt was onder de stress. Omdat de hele wereld, hijzelf incluis, vond dat hij op het toppunt van zijn fysieke mogelijkheden, als toen 28-jarige judoka, een medaille móést pakken – wat dan ook mislukte.

Judo-instinct

Een olympiade later werd de krampachtige grijns gewisseld voor een spontane glimlach en maakten de negatieve gedachten plaats voor puur judo-instinct. Of zoals Van Tichelt het zelf omschreef: ‘Los in de kop en fighten!’

Vechten met al zijn talent, want dat heeft hij altijd in overvloed gehad. Zijn vitrinekast puilt dan ook uit van de medailles, veroverd op tal van grandslamtoernooien, twee EK’s (goud 2008, brons 2015) en twee WK’s (brons 2009 en 2013). En niet onbelangrijk: in de gewichtscategorie -73 kg, de klasse met de grootste concurrentie in het internationale judo.

Alleen die olympische medaille ontbrak dus, na een vijfde plaats in Peking 2008 en een zeer teleurstellende negende stek in Londen 2012. Extra frustrerend omdat de Antwerpenaar toen werd uitgeschakeld door Nick Delpopolo, die later in het toernooi op cannabis werd betrapt.

Een jaar later, in 2013, veroverde Van Tichelt brons op het WK. In… Rio de Janeiro, waar hij vier jaar eerder ook al het grandslamtoernooi gewonnen had door in de finale, voor vijfduizend knotsgekke Brazilianen, thuisfavoriet Leandro Guilheiro te verslaan. Sindsdien was Rio ‘zijn’ stad, waar hij ontspannen in het zonnetje op het Copacabana-strand kan wandelen. En waar hij in 2016 meer zen dan ooit richting het olympisch toernooi toeleefde.

Dirk Van Tichelt: los in de kop en fighten
© BELGA

Nieuwe coach

2013 was ook het begin van die andere cruciale factor in het olympisch succes van Dirk Van Tichelt. Terwijl hij ervoor nog jarenlang afzonderlijk van de Vlaamse judofederatie met zijn coach Danny Belmans werkte, werd toen een team rond hem gecreëerd. Door Belmans zelf, die tot High Performance Manager van het judo in Vlaanderen was aangesteld en de Pool Robert Krawczyk in dienst nam als nieuwe hoofdcoach.

Geen onbekende: Europees kampioen in 2007, brons op het WK 2003, vijfde en zevende op de Olympische Spelen van 2004 en 2008, én jarenlang op vele stages vaste trainingspartner van Dirk Van Tichelt. In 2013 gestopt, en nog onervaren als coach, maar na wat wringen het juiste deksel op Van Tichelts pot.

Als ex-judoka, begiftigd met een zeer gave techniek, schaafde Krawczyk die van de Antwerpenaar bij. En nog belangrijker: de Pool leerde zijn poulain doseren, pushte hem indien nodig, maar toomde hem vooral in als de Beer van Brecht te veel wilde klauwen en brullen in zijn trainingsweken van gemiddeld 26 uur. Als boerenzoon had die immers slechts één motto: keihard werken, vaak ten koste van vele blessures die zijn carrière een zaagtandprofiel gaven.

Op dat (fysieke) vlak werden begeleiders Frank De Witte en Titi Mullie en kinesist Vincent Adriaensen ook steeds belangrijker. Die laatste behandelde Van Tichelt onder meer met myofasciale therapie (een soort acupunctuur) waardoor diens revalidatie bij blessures en algemene recuperatie veel vlotter verliep. En hij zijn trainingsrendement naar eigen zeggen met 25 procent optrok.

De Casse-factor

Andere belangrijke factor: Matthias Casse, nu de golden boy van het Belgische judo en topkandidaat voor een medaille op de uitgestelde Spelen van Tokio. In Rio pas negentien, maar toen al drie jaar sparringpartner van zijn dertien jaar oudere leermeester.

De Hemiksemnaar speelde een belangrijke rol in de technische en mentale paraatheid van Van Tichelt. Hij stuwde hem vooruit, net als de andere junioren met wie coach Robert Krawczyk de Antwerpenaar bewust liet trainen. Een win-win voor zowel de jonge welpen als voor de ‘oude’ beer, die hen met plezier op sleeptouw nam. Van Tichelt had niet toevallig dan al een trainer A-diploma en een diploma als licentiaat Lichamelijke Opvoeding, waarmee hij na zijn carrière (elite)judoka’s wilde begeleiden. Diploma’s die nu, na zijn afscheid, goed van pas zullen komen.

Dirk Van Tichelt: los in de kop en fighten
© BELGA

Nog een extra prikkel in Rio, maar ook een manier om relaxed en gefocust naar zijn kampen toe te leven: de zwangerschap van zijn vriendin Esther, die in december 2016 van hun eerste kindje zou bevallen. En dus zei Van Tichelt ons in aanloop naar zijn bronzenmedaillekamp: ‘Judo is de mooiste sport ter wereld en súperbelangrijk voor mij. Maar sinds Esthers zwangerschap besef ik ook dat het niet meer dan een spelletje is. Als ik verlies, zal ik enorm ontgoocheld zijn, maar dan zal ik me ook op het hart drukken dat een kind meer blinkt dan een medaille. Maar als alles goed gaat, heb ik ze dit jaar nog alle twee. Wat kan een mens meer verlangen?’

Via armklem naar brons

Voor al zijn werkijver en jarenlang verlangen werd Van Tichelt uiteindelijk beloond toen hij in zijn kamp om het brons de Hongaar Miklos Ungvari met een knappe armklem op de mat liet kloppen. Zijn zo begeerde olympisch medaille was binnen.

Met een immense vreugdeuitbarsting tot gevolg. Bij zijn collega’s (u ziet in het bijgevoegde filmpje onder meer Toma Nikiforov, en de jonge Matthias Casse). En bij Van Tichelt zelf, die weer een oerschreeuw loste en zijn coach Robert Krawczyk bijna plat knuffelde.

Het hoogtepunt van zijn carrière. En hoewel hij later inderdaad vader werd – twee keer zelfs, van Arthur en Fran – was zijn honger nog niet gestild. Op zijn 36e moest Tokio, zijn vierde Olympische Spelen, het eindstation worden.

Het bleek echter het station te ver. De beslommeringen als jonge vader, inclusief vele slapeloze nachten, was zeer belastend. De vele jaren topjudo eisten ook steeds meer hun tol, het lichaam geplaagd door een aanslepende knieblessure en een hernia.

Zo werd de kwalificatie voor de uitgestelde Spelen van Tokio zo goed als onhaalbaar. En dus besloot Van Tichelt om ‘de grens van de definitieve handicap niet te overschrijden’, zoals hij het onlangs vertelde. ‘De dag dat het niet meer goed gaat, stop ik.’

Die is nu gekomen. De Beer van Brecht zal niet meer brullen, althans niet meer als actief judoka. Want als zijn (nu ex-)trainingspartner en vriend Matthias Casse volgend jaar in Tokio een (gouden) medaille behaalt, en het BOIC zo verstandig is om Van Tichelt mee te nemen als begeleider, zullen we ongetwijfeld weer een prachtig moment meemaken.

Met een juichende Casse op de tatami, en Van Tichelt op de tribune, die hem net voor de kamp heeft aangeraden: ‘Los in de kop en fighten!’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content