Flashback naar 6 juli 2016: een Keniaanse wint op een Europees kampioenschap

© AFP

Internationale ’transfers’ in de sport zijn er al jaren, maar toen Turkije op het EK atletiek in 2016 uitpakte met zeven Kenianen, twee Jamaicanen, een Ethiopiër, een Cubaan, een Zuid-Afrikaan, een Azerbeidzjaan en een Oekraïner, stak er een storm van kritiek op. In het oog van die storm: de 19-jarige Yasemin Can, die de 10.000 meter won.

De feiten

Het EK 2016 wordt in Nederland georganiseerd en de lokale dagbladpers is dan ook ruim vertegenwoordigd. In De Stentor, een Nederlandse krant, lezen we dit verslag over de 10 kilometer, de eerste proef waarin een medaille wordt uitgereikt.

‘Ze ging voor een medaille, noemde zichzelf zelfs titelkandidate. Maar na 32,04 loodzware minuten moest Jip Vastenburg concluderen dat de Apeldoornse slechts als achtste finisht op de 10.000 meter. Vastenburg gaat kopje onder als gevolg van haar eigen gretigheid. ‘Ik ben te hard gestart, waardoor ik compleet op een hoop ben gegaan. Al na een kilometer had ik in de gaten dat er te snel werd gelopen. Ik wilde geen gaatjes voor mij laten vallen, want ik was bang dat ik dan de aansluiting zeker zou missen.”

Dat hard lopen is vooral de verdienste van de Turkse Yasemin Can. Het 19-jarige talent, geboren in Kenia maar sinds 2016 uitkomend voor Turkije, heeft een aanvallende stijl en neemt al vrij snel een enorme voorsprong op de rest. Zij krijgt de eerste gouden EK-plak uitgereikt. Een paar dagen later wint Can ook de 5000 meter.

Fionnuala McCormack, de Ierse, loopt de tweede beste tijd uit haar carrière maar valt daarmee net buiten de medailles. Voor de camera’s van RTE, de Ierse televisie, trekt ze van leer. McCormack noemt het systeem waarin atleten uitkomen voor een land waar ze niet zijn geboren en ook niet eens leven ‘a joke‘. ‘Dit zou niet langer mogen worden toegestaan.’

Making-of

Tot maart 2016 kent iedereen – nu ja, vooral de atletiekspecialisten -Yasemin Can als Vivian Jemutai. Geboren in Kenia, daar ook opgegroeid, en aan een atletiekcarrière begonnen.

In maart duikt ze plots op onder een andere nationaliteit: de Turkse. Ze neemt ook een andere naam aan: Yasemin Can. En ze wordt lid van Enkaspor in Istanboel. Alleen: daar zien ze haar nooit. Vivian Jemutai/Yasemin Can blijft in Kenia wonen en blijft daar ook trainen. Net als Meryem Akda. Ook een nieuwe Turkse. Zij heet eigenlijk Mirriam Maiyo. Akda/Maiyo zal later in 2016 zilver pakken op het EK crosscountry, achter Can.

De naam Can doet oudere atletiekvolgers direct aan een voorgangster denken: Elvan Can. In Addis Abeba geboren als Hewan Abeye. De Ethiopische werd wereldkampioene veldlopen in 1999. In datzelfde jaar krijgt ze een aanbod om Turks te worden. Daarvoor moet ze wel trouwen. Abeye vindt een echtgenoot en gaat even verder door het leven als Elvan Can.

Ze vraagt al even snel als ze trouwt de scheiding aan, maar behoudt wel de Turkse nationaliteit. Als Elvan Abeylegesse loopt ze in 2004 het wereldrecord op de vijf kilometer. In 2010 wordt ze Europees kampioene op de tien kilometer en ze behaalt ook twee zilveren medailles. Het zijn wel medailles met een donker randje: als stalen uit haar atletiekverleden worden hertest, wordt ze met enige vertraging betrapt op het gebruik van doping. Dat uitgerekend haar oude achternaam weer van stal wordt gehaald, is wrang.

Transfers in de atletiekwereld zijn niet nieuw. Al in 2005 is Jacques Rogge, toen voorzitter van het IOC, ontstemd over het snelle paspoort wisselen van Afrikaanse atleten.

Vaak hebben die een link met het koloniaal verleden van de Europese landen: Senegalezen kiezen voor Frankrijk, Surinamers voor Nederland en Congolezen voor België. Maar het zijn vooral de transfers zoals Turkije, Qatar of Bahrein die hanteren, die veel kwaad bloed zetten in de atletiekwereld.

‘Je gaat niet naar een EK om uit te komen tegen Kenianen’, verzuchtten ze in Ierland en Engeland. Streven naar succes door hard te werken met atleten die een migratieafkomst hebben is één (in het Verenigd Koninkrijk doen ze het met het oog op de Spelen van Londen ook), atleten ‘kopen’ is nog wat anders.

Na afloop van haar dubbele winst in Amsterdam geeft Yasemin Can het volmondig toe: ja, ze is Turkse, maar alleen op papier. Ze loopt om economische redenen voor haar nieuwe land. Wonen én trainen doet ze gewoon in Kenia, in haar vaderland. Zij die ermee kunnen lachen, zeggen op tornooien dat die ‘huurlingen’ amper op de kaart kunnen tonen waar het land ligt dat ze vertegenwoordigen.

Turkije doet het om sportief te oogsten. Qatar en Bahrein ook. Het werkt, zeker op het EK. In de 22 edities voorafgaand aan het tornooi in Amsterdam pakken de Turken op de diverse EK’s in totaal 12 medailles. Dat is… evenveel als in 2016. Dat alles met het oog op de Spelen in Rio, uiteraard, al zeggen de Turken dat ze vooral in Tokio 2020 (dat wordt dus 2021) willen oogsten.

Nieuw is hun politiek niet, wijzen studies uit. Analyse van het deelnemersveld van de voorbije Olympische Spelen wijst op een relatieve stabiliteit van het aantal olympische wissels van nationaliteit tot in de jaren negentig. Dan gaat het plots steil de lucht in. Dat heeft uiteraard met een toegenomen migratie te maken en tweede en derde generaties, maar ook met economische transfers. In 2012 is er een lichte daling maar voor Rio was er weer een forse stijging. Ook sportsucces wordt ‘gekocht’.

Overigens beperken de Turken zich niet alleen tot atletiek, op de Spelen een van de aantrekkelijkste en meest gemediatiseerde onderdelen. Een kwart van de delegatie voor Rio bestaat uit import. In alle soorten sporten: atletiek, maar ook judo, zwemmen, tafeltennis, taekwondo en zelfs worstelen. Hier is duidelijk een beleid in die richting.

En daarna

Niet alleen de Ieren protesteren, ook andere landen. De voorzitter van de Duitse atletiekbond vindt dat het misbruik van nationaliteitsverandering moet worden bestreden. Atleten zijn geen koopwaar, is de redenering.

De IAAF wordt door de voorzitter van de atletiekassociatie gevraagd om nog meer beperkende maatregelen in te voeren. Elke atleet die de staat van vluchteling heeft moet zo snel mogelijk voor een nieuw land kunnen uitkomen, maar bij wie wil veranderen van nationaliteit moet nagegaan worden waarom dat zo is en moet worden gedacht aan een eventuele overbruggingsperiode. Lees: wachttijd.

In principe bestaat er onder impuls van Rogge al zo’n wachttijd van drie jaar ingeschreven voor atleten die eerder al op Olympische Spelen uitkwamen, maar die tijd kan worden verkort of zelfs opgeheven als de sportieve instanties daarvoor het licht op groen zetten. Atleten moeten van de IAAF verplicht twaalf maanden wachten.

Voor Can blijft het succes voorlopig beperkt tot Europese kampioenschappen. In Rio eindigt ze zevende in de snelste tien kilometer ooit. Daar komen de spotlights vol op Almaz Ayana te staan, de Ethiopische die vrijwel uit het niets het wereldrecord verpulvert met maar liefst 14 seconden. Can verbetert er ook haar besttijd en dat was een wereldrecord geweest bij de juniores, was ze drie weken jonger geweest.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content