Een prachtige infografiek laat alle Olympische medaillewinnaars op de 100 meter vrije slag tegen elkaar zwemmen.
Dat de zilveren medaille van Pieter Timmers op de 100 meter vrije slag een straffe prestatie is, staat vast. In een infografiek van The New York Times kan je nu zijn tijd vergelijken met die van elke Olympische medaille in het koningsnummer van het zwemmen.
De snelste 100 meter vrije slag op de Olympische Spelen staat op naam van de Fransman Alain Bernard in 2008 met 47,21 seconden. Mocht Timmers in die race meezwemmen met zijn tijd van Rio, zou hij op het einde 1,2 meter achterliggen op Bernard. Zelfs de Olympisch kampioen van Rio, Kyle Chalmers, zou in Peking met zijn 47,58 seconden niet verder geraken dan brons.
Mocht Timmers vier jaar geleden hebben gezwommen, had hij dezelfde tijd gezwommen als de toenmalige bronzen medaille, de Canadees Brent Hayden. Voor 2008 waren de tijden beduidend trager: zowel in Athene 2004 als Sydney 2000 was Timmers’ tijd ruimschoots goed geweest voor goud.
De eerste die op de Olympische Spelen onder de minuut dook, was Johnny Weismuller in 1924. In 1976 zwemt de Amerikaan James Montgomery voor het eerst sneller dan 50 seconden. Volgens de makers van de infografiek zou de eerste zwemmer onder de 45 seconden duiken tijdens de Olympische Spelen van 2024.
De infografiek vindt u hieronder, zowel in een filmpje als in een beeld, de interactieve versie staat op de website van The New York Times. (JVL)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier