Na het brons van Hanne Desmet: is België een (klein) wintersportland in wording?

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Brons voor shorttrackster Hanne Desmet, een mogelijke topvijfplaats voor kunstschaatsster Loena Hendrickx, een eventuele nieuwe medaille voor Bart Swings op de massastart en een aankomende topper met snowboardster Evy Poppe. Is België plots een wintersportland(je)? Een analyse.

Historisch werd het genoemd, de bronzen medaille van Hanne Desmet op de 1000 meter van het shorttrack in Peking. Als eerste Belgische vrouw behaalde ze een plak op de Winterspelen sinds Michelline Lannoy in 1948 goud won met Pierre Baugniet in Sankt-Moritz, in het kunstschaatsen voor paren.

Als eerste Belgische vrouw die ook individueel een medaille veroverde. En zo ons land het… zevende stukje olympisch eremetaal op de Winterspelen schonk. Waarvan er bovendien slechts drie na 1948 behaald werden: na brons voor Bart Veldkamp (een genaturaliseerde Nederlander) in 1998 op de 5000 meter, zilver voor Bart Swings in 2018 op de massastart, nu Hanne Desmet.

Zo staat België in de voorlopige medailleranking van Beijing 2022 op een gedeelde 24e plaats, naast Letland en Polen, die elk ook één keer brons veroverden, in het rodelen en in het schansspringen. ‘Of dit historisch is? Het betekent dat het kan als klein land’, zei een zielsgelukkige Pieter Gysel, bondscoach van het shorttrack.

Wintersporttraditie

Al moet je dat ‘klein’ wel in perspectief zetten: 13 van de 26 (hoofdzakelijk rijke, westerse) landen op de voorlopige medaillespiegel hebben immers mínder inwoners dan België. Met uiteraard die nuance dat hier niet de wintersporttraditie heerst zoals in Noorwegen, Zweden of Oostenrijk, of zelfs in Nederland.

Geen hoge bergen of sneeuw immers, al hebben onze noorderburen dat ook niet. Alleen kennen zij, met name in Friesland, wel een diepgewortelde schaatscultuur. Die hen in Peking al tien medailles opleverde, drie meer dan België op álle Winterspelen.

Het is zelfs geen toeval dat twee van die zeven Belgische medailles werden behaald door landgenoten (Swings en Desmet) die de laatste jaren bijna fulltime trainen in… Heerenveen, in het mythische Thialfstadion. Waar ze zich kunnen laven aan de kennis en kunde van de Nederlandse toppers en hun begeleiders. Suzanne Schulting, de olympisch kampioene op de 1000 meter shorttrack, werd zo zelfs een goede vriendin van Hanne Desmet.

Ook Bart Swings dankt naar eigen zeggen zijn vooruitgang van de laatste jaren aan zijn bijna permanente aanwezigheid in Friesland, waar hij kan schaatsen in een topsportomgeving.

De vrucht daarvan wil Swings volgende zaterdag plukken, op ‘zijn’ massastart. Waarmee hij België zo een tweede medaille zou schenken, als Desmet woensdag op haar favoriete 1500 meter daar al niet voor zorgt. En als het Kamila Valieva-dominosteentje valt, zit er voor Loena Hendrickx misschien zelfs meer in dan een vijfde plaats die ze op het jongste WK behaalde.

Na het brons van Hanne Desmet: is België een (klein) wintersportland in wording?
© Belga Image

Geluk afdwingen

Sporters (m/v) die al vele jaren aan het pad richting de wereldtop werken – Hendrickx en Desmet (en ook haar broer Stijn) nog veel meer in de anonimiteit dan Swings. Ondanks, zeker in de beginjaren, grote financiële zorgen (wegens nog geen vast contract bij Sport Vlaanderen) en later ook aanslepende blessures.

‘We hebben hier lang aan gewerkt. Acht jaar met Hanne en dan nog vele jaren ervoor’, zei bondscoach Pieter Gysel niet toevallig met een krop in de keel na het brons van zijn poulain. Nota bene een ex-shorttracker die zélf drie keer aan de Spelen heeft deelgenomen, maar nooit van olympisch medaillesucces kon proeven: zevende in de team relay in 2002 en negende in de 1500 meter in 2010 als beste resultaat.

De voorzetting van een traditie in het shorttrack die al teruggaat tot begin jaren negentig, met Bea Pintens en Geert Blanchart, gevolgd door nog achttien olympiërs in de sport die sinds 1992 olympisch is. Toch telt ons land momenteel slechts 350 à 400 aangesloten shorttrackers, verdeeld over zes clubs, en hoofdzakelijk in Vlaanderen. Gysel sloeg niettemin in het interview met Sporza de nagel op de kop: ‘Als je de talenten uit een kleine vijver haalt en investeert, dan kan het.’

Al gaf de bondscoach ook toe dat Desmet met een gelukje brons had behaald – na de valpartij van de Italiaanse Arianna Fontana en de Amerikaanse Kristen Santos. Hij had het liever op een andere manier gezien. Tegelijkertijd beklemtoonde hij: ‘Hanne heeft de capaciteiten (voor die medaille) – fysiek en meer dan ooit mentaal.’

Geen overdreven stelling, want de 25-jarige Desmet pakte al eens een medaille op een mondiaal toernooi: zilver op het WK in Dordrecht vorig jaar, net na haar vriendin Suzanne Schulting – al heeft die medaille in een land zonder wintersporttraditie nooit de aandacht gekregen die het verdiende.

Voorpagina’s

De keiharde realiteit is zelfs dat als Fontana en Santos niet waren gevallen dat Desmet nooit groot de voorpagina’s had gehaald. En dat de Belgische doorsneesportfan, in dat geval, die tweede vijfde plaats (na die op de 500 meter) binnen enkele weken al lang vergeten zou zijn, zich weer vergapend aan voetbal en/of wielrennen.

Nochtans heeft Hanne Desmet, met of zonder brons, dezélfde kwaliteiten. Deze keer wat geluk. Ten koste van de gevallen Kristen Santos, onderuit gekegeld door Fontana, die haar verloren medaille ‘heartbreaking’ noemde. Maar ook zei dat ze nog steeds van shorttrack houdt, omdat het een combinatie is van snelheid, uithouding, strategie én geluk. Eigenschappen die de sport net zo interessant maken.

En benadrukte Santos ook: met alléén geluk win je nooit iets. Je moet op de Spelen raken, je moet je kunnen kwalificeren voor de finale. Je moet die medaillekans en dat geluk ook afdwingen.

Zoals ook in de maanden en jarenlange voorbereiding, worstelend met tegenslagen, niets vanzelf komt. En zoals ook in talentdetectie, wat Pieter Gysel aangaf, geïnvesteerd moet worden. Net als in de juiste fysieke en mentale begeleiding van die talenten én in infrastructuur.

Na het brons van Hanne Desmet: is België een (klein) wintersportland in wording?
© GETTY

Nieuwe olympisch schaatsbaan?

Op dat vlak is Vlaanderen een inhaalbeweging aan het maken. Zie naar de modulaire dryslope in Genk, waarin Sport Vlaanderen 4,5 miljoen euro stak, en waarop alle snowboarders ook in de zomer kunnen trainen, op een veilige manier. Een unieke infrastructuur die veel landen ons benijden. En waar ook toptalent Evy Poppe, en anderen in haar spoor, de komende jaren de vruchten van zullen kunnen plukken.

Daarnaast exploiteert Sport Vlaanderen ook drie zogenaamde 30×60 meter schaatsbanen, in Herentals, Liedekerke en Hasselt, waarop jonge shorttrack- en kunstschaatstalenten dagelijks kunnen trainen – al geven Desmet en haar broer Stijn meestal de voorkeur aan Heerenveen, vanwege de Nederlandse trainingsgroep.

In de pijplijn: de renovatie van de baan in Herentals, met eventueel een nieuwe schaatsbaan ernaast, én een olympische schaatsbaan in Hasselt. Over dat project sprak Vlaams minister van Sport Ben Weyts twee jaar geleden al, toen de roep om zo’n ijsbaan van 400 meter na de Europese titel van Bart Swings op de massastart luider dan ooit klonk. Toen zei Weyts in het Radio 1-programma De Tribune dat hij ‘optimistisch gestemd’ was.

Er lag zelfs een concreet dossier op tafel. Twee jaar later ligt dat dossier er nog steeds. En wordt momenteel de haalbaarheid van een olympische schaatsbaan bestudeerd op de site in Hasselt.

In maart/april moet die klaar zijn, en moet het logistieke en kostenplaatje (naar schatting 40 miljoen euro) duidelijk worden, net als de penetratiegraad van mogelijke bezoekers. Want zo’n infrastructuur, en vooral de exploitatie ervan, is alléén rendabel door de activiteiten van ‘gewone’ sporters.

Daarna moet nog blijken hoeveel de Vlaamse overheid kan bijdragen in combinatie met privéinvesteerders, al dan niet in een publiek-private samenwerking.

Momentum

De vraag is zelfs of de schaatsfederatie zo’n kostelijke baan überhaupt wil, aangezien er niet zo heel verder, in Eindhoven, al een olympische schaatsbaan ligt, en er nu in Heerenveen getraind wordt.

Met als belangrijkste vraag of de subsidies vanuit Sport Vlaanderen niet nuttiger besteed kunnen worden aan andere (ver)nieuw(d)e infrastructuren, topsportbegeleiding en talentdetectie om de vijver aan de basis ook groter te maken. Al dan niet, zoals nu, in samenwerking met Nederland. Een oefening die na de Winterspelen gemaakt zal worden, met de resultaten van de haalbaarheidsstudie bij de hand.

Eén ding is zeker: ondanks de ontgoochelende resultaten van de Belgische biatlonploeg (voor het eerst met vijf landgenoten op de Spelen) en de nog veel grotere achterstand van de Waalse wintersport is het momentum er meer dan ooit om letterlijk en figuurlijk voort te bouwen op de successen van Hanne Desmet, Bart Swings, Loena Hendrickx en – niet te vergeten – skeletoni Kim Meylemans in het afgelopen seizoen.

Zodat België zich ooit met recht en rede een wintersportland(je) kan noemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content