Red Lions: het EK hockey als voorbereiding op de Olympische Spelen

© Belga Image

Na hun wereldtitel in 2018 en Europese titel in 2019 koesteren de Red Lions nog één ambitie: komende zomer de derde grote trofee binnenhalen op de Spelen. Victor Wegnez, Cédric Charlier en Nicolas De Kerpel over hun team.

Door Samuel Gothot

In augustus 2016 stapte het Belgische hockeyteam op de Spelen van Rio uit de anonimiteit waarin ze lange tijd verzeild geraakt waren. In de halve finale versloegen ze Nederland, wat hen een medaille en nationale bekendheid opleverde. Ook al liet de nederlaag in de finale een wrange smaak na, het toernooi lanceerde een uitzonderlijke generatie die klaar was om alle titels te veroveren.

Sindsdien ging het alleen maar beter. De spelers hebben een hechte band en zijn blij dat ze België mogen vertegenwoordigen. ‘Ik ben heel trots om de kleuren van dit land te dragen’, zegt Victor Wegnez, middenvelder voor de nationale ploeg en Racing Club Brussel. Hij lacht. ‘Het is vreemd omdat ik half Frans ben, maar ik vind ons land fantastisch, ook al zijn er nadelen zoals belastingen, files en slecht weer.’

Het gevoel wordt gedeeld door Cédric Charlier, de spits die terug is bij zijn historische club Racing Brussel, en Nicolas De Kerpel, de middenvelder die voor Herakles uitkomt. ‘We mogen niet vergeten dat veel mensen graag het truitje zouden dragen dat wij om onze schouders hebben, dus ik vind het geweldig om dit te mogen doen en onze supporters trots te maken’, zegt De Kerpel.

Deze trots draagt ook bij tot de teamgeest. De 23 spelers van de ploeg zijn vrienden en kennen elkaar al lang. ‘De Belgische en Nederlandse competities zijn erg goed, dus we spelen daar bijna allemaal. Dat maakt dat we al lang met elkaar omgaan’, legt De Kerpel uit.

De uitdaging is om de groep competitief te houden. ‘In sommige teams kan het een zwakte zijn als je elkaar niet voor het hoofd wil stoten. Maar onze staf slaagt er uitstekend in om een sfeer te creëren die bevorderlijk is voor feedback en verschillende meningen’, benadrukt Cédric Charlier. Een hechte band en nationale trots zijn immers niet voldoende om titels te halen. Om hun prijzenkast te vullen, moesten de Red Lions hard werken en hun vandaag onmiskenbare kwaliteiten ontwikkelen.

Dubbel wapen

De kracht van de Red Lions ligt zowel bij de individuen als in het collectief. ‘Op dit moment zijn wij het beste team van de wereld met de beste tactiek. Dat is te danken aan onze coach Shane McLeod, die de beste tacticus ter wereld is’, zegt De Kerpel. Cédric Charlier is het daarmee eens en voegt eraan toe: ‘Ik denk ook dat we spelers op sleutelposities hebben die al vijftien jaar in het team zitten en alle denkbare tactische schema’s hebben doorlopen. Dat maakt dat we op het veld zeer snel kunnen reageren als er iets onverwachts gebeurt.’

Ook fysiek kunnen de Belgen het verschil maken, vooral op het einde van een wedstrijd. Ze hebben meer uithoudingsvermogen dan hun rivalen en weten dat ze hun tegenstanders kunnen verslaan, ook al staan die voor. Victor Wegnez: ‘We hebben een dubbel wapen. Als we op achterstand staan, weten we dat we in het laatste kwart kunnen terugkomen. En als we aan de winnende hand zijn, als nummer één van de wereld en wereldkampioen, denkt het andere team dat het een onmogelijke opdracht is. Dat is voor hen moeilijk om mee om te gaan en voor ons duidelijk een voordeel.’

Een andere reden voor de fysieke superioriteit van de Red Lions is de ultracomplete ploeg. Er zitten zoveel goede spelers in de groep dat er heel veel kan gewisseld worden zonder dat dit een invloed heeft op het niveau. ‘Dat stelt ons in staat om fris te blijven aan het einde van de wedstrijd, zowel fysiek als mentaal. Zo kunnen we die laatste minuten beter aan’, zegt Charlier.

En wanneer de collectieve machine hapert, kunnen enkele individuen het overnemen en de weg wijzen. ‘ Vincent Vanasch doet altijd de juiste reddingen wanneer het nodig is, Arthur Van Doren is een muur in de verdediging en leest het spel zeer goed en Alexander Hendrickx scoort de belangrijke strafcorners. Dat maakt het verschil’, aldus De Kerpel.

Goud in Tokio

Als ze goud willen pakken in Tokio, zullen de Red Lions zestien spelers op de top van hun kunnen nodig hebben. De Belgen, die zijn ingedeeld in een groep met Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Canada en Zuid-Afrika, zullen zich meteen in de strijd moeten gooien om onaangename verrassingen te voorkomen. De spelers zien de lastige loting niet noodzakelijk als een nadeel. ‘Persoonlijk speel ik graag vanaf het begin tegen de beste naties. Ofwel zijn we onmiddellijk gelanceerd, ofwel staan we meteen met de voetjes op de grond en dwingt ons dat om beter te spelen’, zegt Charlier.

Voor ze naar Tokio afreizen, verdedigen de Red Lions komende zaterdag hun Europese titel in Amsterdam. Ook al is dit niet het grote doel van hun zomer, mikken ze ook daar op goud. ‘We gaan er alles uit halen en proberen te winnen, maar we zullen fysiek niet honderd procent zijn. Onze topvorm is voorzien voor Tokio, dus we moeten afwachten wat ons niveau zal zijn op het EK’, legt De Kerpel uit. Met het vertrouwen en de zegehonger die deze groep uitstraalt, beschikken de Red Lions over mooie kaarten voor beide toernooien.

Geen revanche

Vijf jaar geleden, op de Spelen in Rio, kaapte Argentinië het goud weg voor de neus van de Belgen, daarbij gesteund door een grote schare supporters die naar Brazilië waren afgezakt. Hoewel ze nu de enige titel die ze nog missen, willen veroveren, spreken de Belgen liever niet van revanche. ‘We hebben vooral het gevoel dat we ernaast gegrepen hebben, en dat willen we niet nog eens meemaken’, zegt Cédric Charlier, die bij de laatste drie olympiades aanwezig was. Victor Wegnez voegt eraan toe: ‘Het is vooral omdat we weten dat we de beste ploeg zijn dat we absoluut goud willen. Niet speciaal om wat er vijf jaar geleden gebeurd is.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content