Ronde van Vlaanderen: clash der titanen (of toch niet?)

© Belga

Zelden is de Ronde van Vlaanderen zo toegespitst op een duel tussen twee favorieten als dit jaar.

Boonen of Cancellara? Cancellara of Boonen? Het lijkt alsof er slechts twee renners zondag de derde keer de Oude Kwaremont en de Paterberg zullen opstormen en de rest – ontmoedigd door zoveel overmacht – dan al lang onder de douche zal staan.

Of Boonen en Cancellara echt ‘hors catégorie’ zijn of niet: wielrennen is dé sport die leeft van tweegevechten en dus wordt zo’n clash al gauw opgeklopt als ware het een wereldtitelstrijd tussen twee zwaargewichtboksers.

In de jaren negentig was het niet anders, toen het fameuze duel tussen Johan Museeuw en Andrei Tsjmil over de tong van elke wielerfan rolde. Met dat verschil dat de stugge Moldavische Oekraïner (of is het omgekeerd) aangezien werd als De Grote Vijand, terwijl Vlaanderen de huidige buitenlandse opponent – Cancellara – al jaren in de armen gesloten heeft.

Net als Boonen wordt de Zwitser met de hoge aaibaarheidsfactor zelfs liefkozend bij zijn voornaam genoemd, een eer die Tsjmil nooit te beurt viel.

Tactisch plannetje
Alle media spelen dan ook gretig in op het duel tussen ‘Tom’ en ‘Fabian’. Zowat alle mogelijke scenario’s en voorspellingen werden de voorbije dagen al bovengespit. Dat Omega Pharma – Quick-Step een ’tactisch plannetje’ had, bleek zelfs al nieuwswaardig. Alsof er ooit al een ploeg met een topfavoriet aan de Ronde begonnen is zónder…

Toch komen alle kenners telkens weer tot dezelfde, doodeenvoudige conclusie – daarvoor hoef je geen tactisch wonder te zijn: Cancellara moet Boonen uit het wiel rijden, want de Kempenaar is nu eenmaal de snelste.

Boonen vs Cancellara
Zowel Milaan-Sanremo, de E3 Prijs als Gent-Wevelgem illustreerde perfect het verschil tussen de kwaliteiten van de beide topfavorieten voor de Ronde. Cancellara liet de koers ontploffen (of probeerde toch), Boonen rondde twee keer af in de sprint: in de E3 Prijs door de laatste rechte lijn beter in te schatten dan Oscar Freire, in Gent-Wevelgem door kalm te blijven in de chaos en iedereen op de macht als een keizer uit het wiel te knallen.

“Eigenlijk is Boonen niet zó veel beter dan de voorbije twee jaar. Hij heeft gewoon zijn sprintersbenen teruggevonden. Dát maakt het verschil”, zei Nick Nuyens van de week. Een terechte opmerking, want de sprint is hét wapen waarmee Boonen indertijd een godenstatus verwierf en waarmee hij, na twee mindere jaren, opnieuw de wielerhemel bestormt.

Een blik op zijn palmares, zegt veel. Van zijn 102 UCI-zeges behaalde Boonen er 80 in een groeps-/massasprint (met meer dan tien renners) en 13 in een sprint met een kleiner groepje (twee tot tien renners). Daarnaast stak hij nog zes eindzeges in kleine rondes op zak. Onder meer viermaal die van Qatar, een typische sprinterskoers.

Verder was de Balenaar een keer de snelste in een proloog (Ster ElektroToer) en won hij slechts twéé koersen door solo over de streep te rijden: niet toevallig in de Ronde van Vlaanderen (2005) en Parijs-Roubaix (2009).

Daarin verschilt Boonen met zijn voorganger Johan Museeuw, die veel vroeger het sprinten afzwoer, maar nog veel meer met Fabian Cancellara. Dat blijkt ook uit diens erelijst. De Zwitser behaalde tot nu toe 72 UCI-overwinningen, waarvan 47 (!) tijdritten en 25 ‘gewone’ koersen.

Van die 25 zijn er zeven eindzeges in kleine/middelgrote rondes – telkens dankzij overtuigende overwinningen in de tijdrit. Resten nog achttien wedstrijden, waarvan de Zwitser er welgeteld één won in een sprint met meer dan drie renners: een rit in de Catalaanse Wielerweek in 2004, toen hij de snelste was van een groep van 44 man.

Verder behaalde Spartacus nog vier sprintzeges tegen twee of drie medevluchters, in dertien andere koersen reed hij solo over de streep. In 67 van zijn 72 overwinningen deed hij dus wat geen enkele andere renner ter wereld zo goed kan als hij: kilometers aan een stuk zo hard mogelijk op de pedalen trappen.

Cancellara herleidt wielrennen in elke koers tot zijn essentie, maar zijn nadeel is dat dat bijna zijn enige wapen is. En dat hij dus bijna niets anders kan dan alleen wegrijden. Mocht de winnaar telkens de renner zijn die onderweg het hoogste wattage getrapt heeft, dan had de Zwitser in eendagswedstrijden een nog veel groter palmares opgebouwd, maar helaas voor hem profiteert er vaak een slimme renner van zijn oerkracht – Simon Gerrans twee weken geleden in de Primavera, Nick Nuyens vorig jaar in Vlaanderens Mooiste.

Verschillen

In wezen zijn Boonen en Cancellara dus twee totaal verschillende type renners, die – behalve hun charisma en populariteit – één kwaliteit gemeen hebben: beiden kunnen als geen ander vlammen op een (hellende) kasseistrook. Alleen kan de Zwitser daarna nog een solo van twintig kilometer uit zijn kuiten schudden, terwijl Boonen van zichzelf weet dat hij daarvoor niet de motor heeft, iets wat hij van de week nog zelf aangaf. “Ik ga zondag niet van ver aanvallen, ik kan dat niet.” Waarom zou Boonen ook? Gezien zijn sprintsnelheid hoeft hij de koers niet open te breken.

Alleen om die reden zal de kopman van Omega Pharma – Quick-Step minder last hebben van zijn uitgesproken favorietenrol dan Cancellara vorig jaar. Die moest toen, en moet nog altijd, de wedstrijd hard maken, al beseft hij nu ook dat zijn krachtenarsenaal niet bodemloos is en dat hij beter zijn momenten moet kiezen. Op het nieuwe, loodzware Rondeparcours kan zelfs een superman uit Zwitserland niet ongestraft pijlen blijven afschieten.

Bovendien heeft de viervoudige wereldkampioen tijdrijden niet de ploeg zoals Boonen die wél heeft. In de groep van vijftig man die in de E3 Prijs om de zege sprintte, had de Balenaar nog vier ploegmaats aan zijn zijde, Cancellara geen enkele. Volgens RadioShack-Nissanploegleider Dirk Demol is zijn ploeg wel sterk genoeg, maar anderzijds geeft hij ook aan dat hij liever op nog twee ‘echte klassiekers renners’ gerekend had… Geen toeval dus dat de West-Vlaming en zijn kopman de voorbije dagen de druk bij Boonen en diens team probeerden te leggen.

Dé vraag is hoe Omega Pharma – Quick-Step dat overwicht zal uitbuiten. Zo veel mogelijk mannetjes rond Boonen verzamelen om zo eventuele aanvallen van Cancellara en anderen af te slaan? Of de beproefde tactiek van Patrick Lefevere – mannetjes vooruitsturen – toepassen? “De tegenstand achter óns laten koersen en niet omgekeerd”, zoals hij steevast declameert.
In dat geval zou het grootste gevaar voor Boonen wel eens uit eigen huis kunnen komen. Net zoals Stijn Devolder al tweemaal deed, kunnen ook Niki Terpstra en zeker de messcherpe Sylvain Chavanel van de favorietenrol van hun kopman profiteren.

Niet toevallig schuift Johan Museeuw al dagen La Machine – met voorsprong de beste renner in de Driedaagse De Panne-Koksijde – als zijn pronostiek naar voren. En als er een iemand weet hoe het tactisch brein van Lefevere en ploegleider Wilfried Peeters werkt, dan is het de drievoudige winnaar van Vlaanderens Mooiste wel. Patrick Lefevere en zijn sponsors zullen er bovendien absoluut niet rouwig om zijn dat de Franse kampioen in Oudenaarde triomfeert. Publicitair gezien een héél interessant zege, gezien de grote afzetmarkt bij onze zuiderburen.

Het gevaar Sagan De grootste fout die Omega Pharma – Quick-Step en RadioShack-Nissan kunnen maken, is alleen elkaar in het oog houden. De herboren Filippo The Shadow Pozzato en vooral het Liquigasduo Peter Sagan – Daniel Oss zullen op vinkenslag liggen om elke fout en aarzeling af te straffen. Sagan moest in de sprint van Gent-Wevelgem wel zijn meerdere in Boonen erkennen, maar het 22-jarige supertalent had wel al veel krachten verspild in de aanval met Cancellara. Dat hij de bijna 260 kilometer aankan, bewees de Slovaak al in Tirreno-Adriatico en Milaan-Sanremo. De vraag is alleen of hij het parcours goed genoeg kent.

Die cruciale ervaring heeft Stijn Devolder wel. De tweevoudige Rondewinnaar, die weer op zijn niveau van 2008-2009 lijkt te fietsen, prentte al een paar mogelijke aanvalspunten in zijn hoofd. Niet op de hellingen, maar er tússen, want de drie lussen rond Oudenaarde zijn gelardeerd met een aantal stukken vals plat. Vooral de weg naar de Hotondberg wordt door velen als erg verraderlijk omschreven.

Het gloednieuwe zware parcours biedt door de factor onzekerheid en het gebrek aan referentiepunten alleszins interessante tactische mogelijkheden. Daar kunnen schaduwfavorieten als Devolder, Matti Breschel, Sep Vanmarcke, Sebastian Langeveld en het BMC-duo Ballan-Van Avermaet (of ook Philippe Gilbert?) van profiteren, zeker als er door die hoge lastigheidsgraad (te) afwachtend gekoerst wordt.

Misschien blijft een clash der titanen tussen Boonen en Cancellara dan wel uit. Het verhaal dat zij er torenhoog bovenuit steken werd van de week zelfs flink ontkracht door de altijd rechtuit sprekende, en niet te onderschatten Björn Leukemans. “Gilbert, vorig jaar. Dát was ’torenhoog’. Die reed weg wanneer hij wilde. Die indruk kreeg ik nog niet van Boonen of Cancellara.”

Anderzijds voorspellen weerberichten voor zondag een vrij strakke noordwestenwind – en dus meewind en een heel hoog tempo in de eerste honderd kilometer -, kans ook op een plaatselijke bui en temperaturen van amper negen graden. Ideale omstandigheden voor flandriens om er een bikkelharde koers van te maken, waarin alle tactische plannetjes overboord gegooid worden en in de finale alleen nog mano-a-mano gestreden wordt.

Even goed rijden Boonen en Cancellara dan al weg op veertig kilometer van de finish, zoals in 2010. Waarna de Balen Express Spartacus klopt in een koninklijke sprint in Oudenaarde, wielerminnend Vlaanderen weer massaal aan Boonens voeten ligt en alle critici de zo verguisde Wouter Vandenhaute plots de hemel in prijzen om zijn gedurfde parcourswijziging…

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content