Sebastian Vettel: ‘Tussen mij en Lewis Hamilton bestaat veel wederzijds respect’

© BELGAIMAGE

Sebastian Vettel wilde met een vijfde wereldtitel zijn carrière bekronen. Maar de Duitser merkt dat de kloof tussen Ferrari en Mercedes allerminst is gedicht.

Zijn humeur lijdt er voorlopig niet onder. Sebastian Vettel was met veel ambitie aan het formule 1-seizoen begonnen. Hij wilde met Ferrari de hegemonie van Mercedes doorbreken en de Italiaanse stal nog eens aan een wereldtitel helpen. Maar Vettel (31) moet constateren dat de auto van de concurrent efficiënter is en foutloos over de verschillende omlopen glijdt.

Mercedes begon op een overweldigende manier aan het seizoen. Wat maakt hen zo sterk?

SEBASTIAN VETTEL: ‘Ze hebben gewoon de beste auto en zetten dat op een meesterlijke manier om. Maar ik ben zeker dat we hen kunnen kloppen als we op hetzelfde niveau komen. Dat hebben we trouwens op bepaalde momenten bewezen.’

Ferrari is dikwijls sneller tijdens de test- en kwalificatieritten. Wat ontbreekt er eigenlijk in de wedstrijd zelf?

VETTEL: ‘Neem nu de race in Bakoe, de Grote Prijs van Azerbeidzjan. Het is altijd een thema om de banden op de juiste temperatuur te brengen: ze mogen niet te koud en niet te warm zijn. Het reglement schrijft voor dat je in de wedstrijden twee verschillende bandentypes mag gebruiken. Ik ben met de zachtere banden gestart, zoals de meeste rijders die vooraan startten. Normaal bereiken die banden na twee ronden de juiste temperatuur. Dat heeft bij mij niet gefunctioneerd, ik verloor in elf ronden zeven seconden op Mercedes.’

In de formule 1 een kleine eeuwigheid.

VETTEL: ‘Inderdaad. Ik heb dan de banden gewisseld voor een iets hardere versie en vanaf dat moment reed ik dezelfde tijden als Mercedes.’

Dat er bij Ferrari veel ongeduld heerst, is haast legendarisch. Lees je wat de kranten daarover schrijven?

VETTEL: ‘Amper. En dat uit een soort zelfbescherming. Ik lees graag de sportbladzijden, omdat ik andere sportdisciplines volg. Maar de verhalen over formule 1 sla ik over. Natuurlijk ben ik nieuwsgierig, zeker wat technische vernieuwingen aangaat. Maar ik weet dat veel van die verhalen absoluut onwaar zijn.’

In de formule 1 verspreiden teams en managers graag geruchten.

VETTEL: ‘Aan dat soort spelletjes doe ik niet mee. Alleen als het rechtstreeks over het team gaat grijp ik in. Bij ons werken 1400 mensen en ik wil niet dat de sfeer negatief beïnvloed wordt door verhalen zonder gefundeerde achtergrond.’

Maar het gebeurt dat je wordt bekritiseerd voor een zwakke prestatie en dat het voor de buitenwereld verborgen blijft dat de ploeg fouten heeft gemaakt. Bij de strategie bijvoorbeeld of bij de keuze van de banden. Zou je dan niet liever de waarheid zeggen?

VETTEL: ‘Ik incasseer liever zodat we ons in alle rust op onze job kunnen concentreren. Verkeerde beslissingen van het team zal ik alleen intern bekritiseren. En ik zoek dan mee naar de oorzaken, ik wil gewoon de antwoorden op een aantal vragen.’

SOCIALE MEDIA

Bestaat er in de formule 1 veel wederzijds respect?

VETTEL: ‘Met Lewis Hamilton is dat zeker zo.’

Terwijl Hamilton 20 miljoen volgers heeft en u zich afsluit van de sociale media en iedere vrije minuut bij uw vriendin en twee dochters bent.

VETTEL: ‘Op privévlak zijn wij heel verschillend, maar het ene heeft niets met het andere te maken. Het is niet zo dat ik geen respect heb voor de andere formule 1-rijders, maar bij Lewis is dat toch iets speciaals. Dat betekent niet dat ik blij ben als ik na hem de finish bereik. Weet u, wat vandaag een beetje ontbreekt is de bewondering voor prestaties. Dat geldt niet alleen in de formule 1. De snelheid van ons leven laat geen bewondering toe. Er wordt heel snel vergeten want er komt heel snel een nieuwe wedstrijd.’

Moeten jonge rijders als Charles Leclerc niet over een bepaalde dosis van respectloosheid beschikken als ze in dit wereldje willen overleven?

VETTEL: ‘Respectloosheid is niet het juiste woord. Toen ik debuteerde had ik heel veel ontzag voor alle grote namen die ik van de televisie kende: Fernando Alonso, Kimi Räikkönen,… Later reed ik zelfs tegen Michael Schumacher, wat wel heel vreemd was, als kind was hij mijn idool. Ik heb gewoon mijn weg proberen te maken.’

Je nieuwe ploegmaat Leclerc is op training soms sneller dan jij. Hoe ga je daarmee om, als een collega plots een concurrent is?

VETTEL: ‘Ik vind dat wij een goede ploeg vormen. We werken samen hard om de auto verder te ontwikkelen. Het is ons doel om met Ferrari wereldkampioen te worden.’

Met die uitdaging ben je in 2015 ook naar Ferrari gegaan.

VETTEL: ‘Dat is zo. We waren niet sterk genoeg, dat moeten we eerlijk toegeven. Ook al hebben we de afgelopen twee jaar elf wedstrijden gewonnen. Maar er waren van die momenten dat je begrijpt: het is voorbij. Terwijl ik dat gevoel eigenlijk wel haat: dat de trein verder rijdt en dat je er niet meer in zit. Dat is vreselijk.’

SAMENSPEL

De meeste formule 1-rijders denken dat ze sneller zijn dan gelijk wie. Maar dat ze alleen niet over de juiste auto beschikken. Zorgt dat voor zelftwijfel?

VETTEL: ‘Dat zie ik niet zo. Er zijn dagen dat ik iedereen kan kloppen. Maar er zijn ook dagen dat anderen beter zijn.’

Kan je uitleggen wat belangrijk is in de cockpit? Wat is bijvoorbeeld het verschil als je op de eerste startrij staat of op de vijfde?

VETTEL: ‘Het is een samenspel tussen de intuïtie van de rijder, zijn gevoel voor de juiste beslissingen en de data die de ingenieurs analyseren. Een auto heeft honderden sensoren, door de telemetrie kan je in minder dan een seconde nagaan wat de auto doet. En wat de rijder doet, hoe hij remt, hoe hij stuurt. De ingenieurs tonen je alle handelingsmogelijkheden. Als je daarvoor niet openstaat, komt je niet verder. Het feit dat je via die data zoveel weet nivelleert ook de verschillen tussen de rijders.’

Is dat een ontwikkeling die je betreurt?

VETTEL: ‘Als ik de macht zou hebben, dan zou ik de rijder veel meer in het middelpunt plaatsen. Bijvoorbeeld terugkeren naar het manuele schakelen, dat zou ook voor meer bewondering van het publiek zorgen. Ik reed jaren geleden eens met een Ferrari uit 1988, de auto van Gerhard Berger. Zonder servostuur, met drie pedalen omdat je maar zelden moet schakelen, zeer eenvoudig, minder perfect, iets langzamer, maar wel een beetje levendiger.’

In welke periode zou je graag hebben gereden?

VETTEL: ‘In de jaren negentig. Dan was er nog geen permanente bewaking door telemetrie. Maar de auto’s haalden niettemin een zeer hoog niveau, de aerodynamica liet bijvoorbeeld toe dat je in de bochten hoge snelheden kon halen.’

In de jaren negentig zou je tegen Ayrton Senna en Michael Schumacher hebben gereden.

VETTEL: ‘Dat zou heel spannend zijn geweest.’

Alfred Weinzierl

Sebastian Vettel: 'Tussen mij en Lewis Hamilton bestaat veel wederzijds respect'
© BELGAIMAGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content