Sneller, hoger, sterker en kwetsbaarder: Tokio 2020 in zeven conclusies

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Ze zullen de geschiedenis ingaan als de ‘Corona Games’, maar ook als zoveel meer dan dat. Als Spelen waarin zelfs de grootste kampioenen mensen bleken te zijn en waarin de Belgische olympiërs meer dan ooit schittereden, althans volgens de normen van ons land. Een terugblik op Tokio 2020(1) aan de hand van zeven frappante momenten en conclusies.

De opofferingen en ambities van Abdi en Naert

‘Blijf bij mij, we gaan geschiedenis schrijven!’, riep Abdi Nageeye naar zijn vriend Bashir Abdi in de slothectometers van de marathon in Sapporo. We hebben het drie keer herbekeken: liefst zéstienmaal keek Nageeye om, inclusief evenveel zwaaigebaren met de arm. Het summum van vriendschap, van twee lotsgenoten, beiden in Somalië geboren, die alles opzij hebben gezet om sámen op het olympische podium te eindigen. En intussen lief en leed deelden. Want zoals Nageeye Abdi hielp in Japan, zo hielp de Belg de Nederlander toen die de voorbije maanden geplaagd werd door blessures. Tijdens een gezamenlijke voorbereiding waarin Bashir Abdi het voorbije jaar zo’n tien maanden op stage was in Ethiopië of Font Romeu, weg van zijn vrouw Nimo en zijn kindjes Kadra (3) en Ibrahim (1) in België. In aanloop naar Tokio zag hij hen voor het laatst op… 20 juni. Zelfs elke dag facetimen kon dat grote gemis niet compenseren.

Toch zette Abdi door, met spartaanse trainingsweken tot liefst 220 kilometer, beseffend dat het de beste manier zou zijn om zijn droom, de wens van zijn aan kanker overleden moeder Maryam waar te maken: België een olympische medaille bezorgen. Zoals ook Koen Naert, nog een kersverse papa, in juni een maandlang op hoogtestage trok naar Kenia, met Tokio als het doel van zijn carrière. Uiteindelijk beloond met een prachtige tiende plaats, al had hij graag nog beter gedaan.

Naast die schitterende beelden van vriendschap tussen Abdi en Nayee, van wederzijdse appreciatie tussen de twee Belgen na de finish – ‘En? Dérde? Wow! Fantastisch!’ – moeten die immense opofferingen ook vermeld worden. ‘ Faith, hard work and dedication‘, zei Abdi tegen zijn vriend, Mo Farah, aan de telefoon. En terwijl hij nog volop aan het bekomen was van zijn slopende tocht: ‘ We come back for more!’ Voor goud, in Parijs.

Sneller, hoger, sterker en kwetsbaarder: Tokio 2020 in zeven conclusies
© Belga Image

De voorspelling van Roger Lespagnard

Zomer 2020. Nafi Thiam zegt af voor de Memorial Van Damme, met pijn aan de achillespezen en de rug. In de Leuvense Grit Sports Clinic, onder leiding van kinesist Maarten Thysen en Johan Bellemans, hoofd van de medische dienst van het BOIC, volgt in de daaropvolgende maanden een lange revalidatie, die alle mankementen wegwerken en het lichaam van de olympisch kampioene weer in balans brengen. ‘Fysiek is Nafi sterker dan ooit’, klinkt het zelfs bij haar trainer Roger Lespagnard voor de Spelen.

Tot plots, een week voor de zevenkamp in Tokio, een nieuw acuut rugprobleem opduikt tijdens een training in het Belgische basiskamp in Mito. Thiam kan amper nog lopen. Zwaar ongerust trekt ze meteen naar het olympische dorp, om behandeld te worden door Bellemans en Thysen. Zij kennen intussen haar lichaam door en door en hebben goed nieuws: dit is een probleem dat tijdig verholpen kan worden, mits een aangepaste trainingsload richting haar competitiedag. Tegelijkertijd bewaren ze de kalmte, om Thiam op haar gemak te stellen. Met haar sportdiëtiste Stephanie Scheirlynck stemt Thysen ook minutieus de voeding en drankopname tijdens de twee competitiedagen af, net als de coolingstrategie. Doel: de zware belasting van de hitte en hoge vochtigheidsgraad opvangen.

Dankzij die begeleiding, het vertrouwen ook in haar geleverde trainingsarbeid, panikeert Thiam niet na een mindere eerste dag, die ze ‘slechts’ als derde afsluit. Ook coach Roger Lespagnard is er gerust in: ‘Ik zie Nafi morgen 6m60 meter verspringen en 53 à 55 meter speerwerpen’, klinkt het intern. Hoewel ze de dag erna weer een klap krijgt wanneer haar coach (vals) positief test op corona, drijft het competitiebeest in Thiam inderdaad weer boven: ze wint het verspringen en het speerwerpen. Met een sprong van… 6m60 én een worp van… 54m68 – Lespagnard kent haar door en door.

Sneller, hoger, sterker en kwetsbaarder: Tokio 2020 in zeven conclusies
© Belga Image

Na een gecontroleerde afsluitende 800 meter is de tweede olympische titel binnen. ‘ It’s Nafi’s world and we’re just living in it‘, verschijnt op de officiële Olympics Twitteraccount, met een foto van een breedlachende Thiam. Dat die wereld niet zo rooskleurig is, blijkt wanneer de goudenmedaillewinnares in de daaropvolgende interviews vele tranen laat. Ze vertelt over twee immens zware jaren, gekweld door blessures, mentale druk en andere grote tegenslagen. Onder meer het overlijden van de moeder van haar vriend Niels Pittomvils, een tienkamper die eind juni zélf zijn olympische droom in rook zag opgaan toen hij zijn achillespees afscheurde. Klappen, in laatste instantie ook op de rug, die Thiam deed plooien, maar in Tokio nooit deed breken. Met dank aan de mensen rond haar.

Het belang van een (zwijgende) topomkadering

Hoe cruciaal een topomkadering is om een atlete klaar te stomen, de fysieke pijn en mentale druk te helpen verlichten, bleek ook bij Nina Derwael. In Tokio en nog meer tijdens haar niet vlekkeloos verlopen voorbereiding op de Spelen (door allerhande blessures en de zaak rond grensoverschrijdend gedrag van haar coaches). Niet toevallig zei delegatieleider Olav Spahl in zijn analyse op de slotdag van de Spelen: ‘The team was the queen. Nina werd fantastisch ondersteund.’ Onder meer door de cruciale beslissing om Derwaels boezemvriendin/kamergenote Maeylisse Brassart in het olympisch dorp te houden tot de finale aan de brug. Als afleiding om de goudkoorts bij Derwael, die zelf achteraf zei dat ze de dag ervoor bijna moest huilen van de stress, niet té fel te doen stijgen. Opzet geslaagd.

Zoals ook de ‘operatie zwijgen’ van de entourage van Matthias Casse, nadat die begin juli op stage een zware schouderblessure opliep en onzeker was voor de Spelen. Om de concurrentie niet wijzer te maken moesten zijn manager, dokter, kinesist, sparringpartner en gezinsleden dat koste wat het kost stilhouden, tijdens diens ratrace om tijdig fit te raken. Het lukte: op 27 juli viel iedereen uit de lucht toen de Hemiksemnaar met kinesiotape op de tatami van de Nippon Budokan verscheen. Die zwakkere schouder kostte hem niettemin misschien wel zijn zo begeerde gouden medaille. Na drie mentaal moeilijke weken sprak de zwaar ontgoochelde en emotionele Casse toch met trots over zijn parcours. Over hoe hij de mentale kracht had gevonden om zich over zijn verloren halve finale te zetten en nog brons te veroveren, mede dankzij het team rond hem. En net als Bashir Abdi al te spreken over Parijs. ‘Daar ga ik weer voor goud!’

De tik tegen het hoofd van Vincent Vanasch

Toen de hockeyfinale bij de mannen tussen België en Australië met shoot-outs beslist zou worden, zag je een kort, maar veelbetekenend beeld. Keeper Vincent Vanasch die met zijn vinger op het hoofd tikte, duidend op het mentale belang van zo’n zenuwslopend einde. Wetende dat hij op dat vlak bijna onverslaanbaar is, omdat hij zich daarop als geen ander voorbereid. De dag voor de finale was de Brusselaar, zoals voor elke belangrijke match, uren bezig geweest met het bestuderen van hoe de Australiërs hun penalty corners en shoot-outs nemen, op zoek naar hun favoriete move. Een enorm voordeel, zo vertelde Vanasch voor het WK 2018 in een interview met dit blad: ‘Zij weten op den duur dat ik dat weet. En dan gaan ze twijfelen.’ Iets wat hij bij shoot-outs uitspeelt, door nooit te reageren op schijnbewegingen, door soms zélf een fake te doen. En door na elke redding ‘Yes!!!’ of ‘ Come one!!!’ te schreeuwen, om zijn onverwinnelijkheid in de verf zetten. ‘Dan de wanhoop in hun ogen zien, dat is het mooiste. Kicken!’

Kicken deed Vanasch dus toen hij op het WK 2018 België in de shoot-outs tegen Nederland de titel bezorgde, ondanks een hernomen shoot-out, waardoor de eerste vreugde (even) voorbarig was. Precíés hetzelfde scenario zoals in Tokio, waar hij zich weer tot de held van de Lions ontpopte. En net voor die hernomen shoot-out nog eens met het vingertje tegen het hoofd tikte…

Sneller, hoger, sterker en kwetsbaarder: Tokio 2020 in zeven conclusies
© Belga Image

De vele topachtplaatsen van Team Belgium

Met 123 waren ze, de Belgische olympiërs die hebben deelgenomen aan de Spelen van Tokio, het grootste aantal sinds 1952 in Helsinki. Goed voor uiteindelijk zeven medailles. Minder dan de tien die sommigen hadden aangekondigd, maar wel de grootste naoorlogse buit op de Spelen, gezien de drie gouden plakken van Nina Derwael, de Red Lions en Nafi Thiam. Delegatieleider Olav Spahl wees echter vooral op het aantal topachtplaatsen: 26, vijf meer dan hij vooraf (als énige doel) had vooropgesteld, en zeven meer dan de 19 in Rio 2016. Meer zelfs: die 26 olympische diploma’s, inclusief een recordaantal zeven vierde plaatsen, zijn met voorsprong het beste resultaat van de naoorlogse Spelen. Ook als je aan die topachtplaatsen punten verbindt, volgens een 10-8-6-5-4-3-2-1-barema.

In Tokio behaalde Team Belgium zo een score van 125, waarmee het op de 25e plaats prijkt in het landenklassement, vier plaatsen beter dan in de officiële medailleranking. Ter vergelijking, het (opvallend lagere) aantal olympische diploma’s en punten van de laatste tien Olympische Spelen: Rio 2016 (19 – 89), Londen 2012 (15 – 61), Peking 2008 (12 – 52), Athene 2004 (15 – 66), Sydney 2000 (14 – 64), Atlanta 1996 (15 – 70), Barcelona 1992 (16 – 59), Seoul 1988 (11 – 42), Los Angeles 1984 (7 – 35) en Moskou 1980 (8 – 31). Met die nuance dat in drie nieuwe olympische disciplines (mixed relays atletiek en triatlon, plus 3×3 basketbal) een topachtplaats werd behaald.

Sneller, hoger, sterker en kwetsbaarder: Tokio 2020 in zeven conclusies
© Belga Image

Kan dat beter? Ja, want op de Spelen tellen vooral/alleen de medailles. En daarin scoort België nog altijd te weinig: van de 29e plaats op de algemene ranking zelfs naar de 38e in het klassement per miljoen inwoners en naar de 57e stek in de ranking per Bruto Nationaal Product. De grootste pijnpunten: Wallonië blijft achter, met slechts twee topachtplaatsen voor individuele atleten (Thiam en Charline Van Snick). En in alle wielerdisciplines (BMX, piste, mountainbike, weg) en het zwemmen – na atletiek de twee sporten met de meeste events – werd amper één medaille gehaald, het zilver van Wout van Aert, plus nog vier topachtplaatsen: een vierde voor Lotte Kopecky in de wegrit voor de vrouwen én voor Kenny De Ketele/ Robbe Ghys in de ploegkoers op de piste, een zesde voor Van Aert in de tijdrit en een achtste voor Fanny Lecluyse in het zwemmen. Voor een ‘De koers is van ons’-land als België is dat ronduit beschamend, zeker in vergelijking met Nederland (goed voor twaalf wielermedailles, waarvan vijf gouden).

De 26 topachtplaatsen geven aan dat België niet meer de sportwoestijn is die het in een niet zo ver verleden was.

De in totaal zeven olympische plakken en 26 topachtplaatsen geven wél aan dat België niet meer de sportwoestijn is die het in een niet zo ver verleden was. Zaak is om daarop verder te bouwen en de lat van top acht naar top vijf te verleggen. Door nog meer, zowel in de topsport als in de breedtesport, te investeren, in zowel Vlaanderen als Wallonië. Door nog meer in te zetten op ploegsporten (naast de Red Lions ook de Red Panthers, de volleybalmannen en -vrouwen, de 3×3 basketbalploeg en de Belgian Cats) en door het professioneel begeleiden van ontluikende talenten (gewichthefster Nina Sterckx, zevenkampster Noor Vidts, turnster Jutta Verkest, de in Tokio nog niet aanwezige zwemster Roos Vanotterdijk, tienkamper Jente Hauttekeete…). Zodat het momentum van Tokio 2021 niet verloren gaat richting Parijs 2024.

Twee parallelle werelden

Het was, naast de gigantische financiële belangen, een van de factoren die meespeelden in de beslissing van de Japanse premier Yoshihide Suga om de Spelen te laten doorgaan tijdens een pandemie: de hoop op een tsunami van Japanse medailles, om zo de scepsis bij de bevolking ten opzichte van de Corona Games te doen keren. Suga’s persoonlijk belang: zijn flink gekrompen populariteitscijfers een boost geven richting de voorzittersverkiezingen van zijn LDP-partij in september en kort daaropvolgende parlementsverkiezingen.

Suga, en met hem het IOC, gokte goed: door de draconische coronamaatregelen, een vaccinatiegraad van 70 à 80 procent van alle olympische actoren en dagelijkse testen werd een grote uitbraak voorkomen. Van de ruim 650.000 dagelijkse testen bij ‘Games Participants’, plus de goed 42.000 in de luchthavens bleken van 1 juli tot 7 augustus slechts 0,02% en 0,09% positief op corona, goed voor zo’n 436 gevallen. Ruim 80 procent kwam bovendien op naam van organisatiepersoneel en aannemers, slechts een dertigtal van de ruim 11.000 atleten testten positief. Voor hen wachtte een hartverscheurende quarantaine in een donkere hotelkamer – een halve gevangenis, noemde de Duitse wielrenner Simon Geschke het. Maar voor het IOC en de Japanse organisatie was dat niet meer dan collateral damage. Voor hen lagen de cijfers binnen de verwachtingen. En waren die dus geen half mirakel, zoals critici het blijven noemen.

Ook Suga’s tweede wens kwam uit: een record van 58 Japanse medailles (waarvan 27 gouden), goed voor een derde plaats in het landenklassement. Met dank aan negen gouden plakken in het heilige judo (een record), vijf in het worstelen, drie met jonge sterren in het skateboarden en een titel in het baseball, de populairste sport in Japan. Olympische triomfen die de nationale trots opkrikten en de voorpagina’s van de vele kranten opfleurden. Suga liet dan ook niet na om elke Japanse medaillewinnaar te feliciteren op Twitter. Zelfs een telefoontje met judoka Naohisa Takato liet hij aan de buitenwereld horen.

Sneller, hoger, sterker en kwetsbaarder: Tokio 2020 in zeven conclusies
© GETTY

Hoewel er buiten het olympisch stadion elke dag (kleine) betogingen tegen de Spelen werden gehouden, maakte de scepsis plaats voor bewondering. Dat bleek uit de kijkcijfers (60 procent van de 126 miljoen Japanners keek elke dag naar de Spelen), maar ook tijdens de outdoorcompetities, buiten de hermetisch afgesloten stadionbubbels. Duizenden mensen stonden langs de kant van de weg om de wielrenners, triatleten, snelwandelaars en marathonlopers aan te moedigen. Dagelijks stonden er ook lange rijen aan de olympisch ringen bij het National Stadium, geduldig wachtend op een selfiemoment. Uit een enquête van de Japanse krant Asahi bleek ook dat 56 procent van de ondervraagden het een goede zaak vond dat de Spelen na alle hindernissen waren doorgegaan, ‘slechts’ 32 procent ging daar niet mee akkoord.

Helaas voor Suga vertaalt zich dat niet in gestegen populariteitscijfers. Die zakten zelfs nog dieper: amper 28 procent steunt nog zijn regering. Oorzaak daarvan: een vijfde coronagolf in Tokio en Japan die hoger is dan alle vorige: goed 4000 coronagevallen over de laatste zeven dagen in Tokio. In vergelijking met andere landen relatief weinig (in België de voorbije week 1700), maar er wordt in Tokio en in Japan ook heel weinig getest: amper 12.000 per dag, in België zo’n 55.000… Gezien een positieve testratio van liefst 22,3% (in België 3,4%) liggen de werkelijke besmettingen een pak hoger.

Met die nuance dat het aantal doden voorlopig beperkt blijft: een tiental in de eerste week van augustus. Anderzijds neemt de druk op de ziekenhuizen toe: in de prefectuur Tokio waren tot vorige week zo’n 55 en 70 procent van (het beperkt aantal) bedden en intensivecarebedden bezet. Experts vrezen dat die bezettingsgraad nog sterk zal toenemen en dat het aantal (officiële) positieve testen tegen eind augustus zal verdubbelen.

In de praktijk waren er de voorbije zestien dagen dus twee parallelle werelden. En hoewel Thomas Bach verklaarde dat de Olympische Spelen niet aan de oorzaak liggen van de vijfde coronagolf, wijzen experts wel op het indirecte effect van het sportfestijn. In de enquête van Asahi gaf 61 procent van de Japanners zelfs aan ze daardoor minder geneigd zijn om de regels van de ‘noodtoestand’, die minstens tot eind augustus van kracht is, te volgen. De Spelen leidden dan ook tot meer verplaatsingen, sociale interactie en samentroepen van mensen, kijkend naar de successen van de Japanners.

Het IOC mag de Japanse premier Suga dan wel een Olympic Order in Gold hebben gegeven en (achter de schermen) een zucht van opluchting geslaakt hebben – de miljarden tv-geld zijn binnen zonder grote imagoschade van tientallen positieve atleten – in Japan houden veel experts hun adem in voor wat er de komende weken volgt. En dan moeten de Paralympics, met start op 24 augustus, nog doorgaan. Maar ook die Games will go on.

Menselijke sporters

Het waren deze keer geen ‘ marvellous‘ (Rio), ‘ happy and glorious‘ (Londen), ‘ truly execptional‘ (Peking) of ‘ unforgetable dream games‘ (Athene). Thomas Bach sprak in zijn slotspeech over ‘ Unprecedented Games of hope, solidarity and peace. ‘ Voor de eerste keer sinds de start van de coronapandemie was immers de ‘hele wereld samengekomen’. Aan de olympische ‘Sneller, hoger, sterker’-slogan werd vooraf dan ook ‘ Together‘ toegevoegd, ook al werden de olympiërs zoveel mogelijk van elkaar gescheiden.

Hoewel er ondanks de coronasluiting in de kille, lege tribunes effectief veel snellere, hogere en sterkere sportprestaties werden geleverd – van de vijf gouden zwemmedailles van Caeleb Dressel, over het wereldrecord van Karsten Warholm op de 400 meter horden tot Sifan Hassans bijna gelukte trilogie – toch zullen de uitgestelde Spelen vooral de geschiedenis ingaan als die waarin vele atleten hun échte, onverhulde emoties toonden. Waarin bleek dat zij geen sportende mensen, maar menselijke sporters zijn. Niet zo perfect en mentaal sterk als velen denken.

Caeleb Dressel sprak over een olympisch toernooi dat voor hem bij momenten een ‘angstaanjagende ervaring’ was geweest.

Een dialoog die de voorbije jaren al was opgestart. Die Naomi Osaka in juni, met haar forfait op Roland Garros, nog verder aanzwengelde. En die op deze Spelen hét hoofdthema werd toen Simone Biles, vooraf gehypet als dé ster van Tokio 2020, zich terugtrok na de kwalificaties, mede door haar zogenaamde ’twisties’ (kortsluitingen tijdens haar oefeningen). Toen ook Naomi Osaka, die als symbool van diversiteit de olympische vlam had mogen aansteken, vroegtijdig werd uitgeschakeld, gebukt onder de hoge verwachtingen van het thuisland. Of toen de zelfs schijnbaar mentaal onbreekbare Novak Djokovic in zijn verloren bronzenmedaillematch zijn raket aan diggelen sloeg.

Ook de getuigenissen van de koningen van het zwembad, Caeleb Dressel en Adam Peaty, waren frappant. De Amerikaan sprak over zelfs een olympisch toernooi dat voor hem bij momenten een ‘angstaanjagende ervaring’ was geweest. De Engelsman, de beste schoolslagzwemmer ooit, praatte over een ‘zeer, zeer, zeer vermoeiende’ druk, vooraleer hij een mentale break van enkele maanden aankondigde. Een beeld dat later ook bij een nog meer emotionele en opgeluchte Nafi Thiam terugkwam.

Geen verrassing, want elk van hen, ook de minder grote sterren die geen medaille of een finale haalden, had dan ook de moeilijke uitdaging aangegaan om zich, met een jaar uitstel, fysiek en mentaal klaar te stomen voor de Spelen, door de coronalockdowns vaak sterk beperkt in hun trainingsmogelijkheden. Zelfs het Amerikaanse zwemicoon Katie Ledecky moest drie maanden trainen in een 23-meterzwembadje in de achtertuin van een grote villa. In elk van hen kon je de moed en veerkracht herkennen die nodig was geweest om het voorbije anderhalf jaar te doorstaan.

Sneller, hoger, sterker en kwetsbaarder: Tokio 2020 in zeven conclusies
© GETTY

Het leverde kritiek op van opiniemakers die de mentale druk ‘ part of the game‘ vinden. Anderen wezen op het beantwoorden van het verwachtingspatroon dat atleten op hun sociale media-accounts zelf hebben gecreëerd en de energie die ze daarmee verliezen. Desondanks lijkt er steeds meer begrip te zijn ontstaan voor de mentale gezondheid van topsporters. Door de vele steunbetuigingen realiseerde Simone Biles zich naar eigen zeggen dat ze meer is dan haar verwezenlijkingen als gymnaste. ‘ Which I never truly believed before‘, klonk het op Twitter. Trots op hoe ze ook op dat vlak een voorbeeld is geworden. Niet verwonderlijk, want na een voor veel mensen mentaal zware coronacrisis is de behoefte aan rolmodellen die zich kwetsbaar opstellen groter dan ooit. Aan rolmodellen die ook openlijk racisme en ongelijkheid durven aan te kaarten, zoals Belgian Cat Emma Meesseman.

Samen met de symbolische vriendschapsbeelden van Bashir Abdi en Abdi Nageeye, van de Italiaanse hoopspringer Gianmarco Tamberi en de Qatarees Mutaz Essa Barshim die olympisch goud met elkaar deelden, zullen die sportoverstijgende figuren en thema’s de erfenis van deze Unprecedented Corona Games worden. Tot spijt van wie het benijdt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content