Ibrahim al-Hussein, een Syrische vluchteling, heeft een droom kunnen waarmaken. De 27-jarige zwemmer, die tijdens de oorlog in Syrië bij een bombardement een deel van zijn rechterbeen verloor, mocht in een migrantenkamp in Athene de olympische vlam dragen.
De Syriër stak zijn vlam aan aan de toorts van de voorzitter van het Grieks Olympisch Comité, Spyros Kapralos. Dat gebeurde te midden van een hele groep vluchtelingen in het kamp van Eleonas. Dat kamp bevat ruim 1.600 mensen en ligt in een industriële buitenwijk van Athene.
“Het is een hele eer voor mij”, sprak Ibrahim al-Hussein, die in 2014 in een rubberbootje vluchtte, asiel kreeg in Griekenland en een tijdelijk onderkomen vindt in het kamp.
“Ik droomde er altijd van aan de Olympische Spelen deel te nemen. Maar dit is een hogere eer – de olympische vlam te dragen. Dat is een symbool van de competitie en de eerbaarheid”.
“Maar dit is niet alleen voor mij, het is voor alle vluchtelingen een eer.”
Eind januari beloofde de voorzitter van het IOC, Thomas Bach, al dat de vlam naar het vluchtelingenkamp zou komen. Op de Spelen (5-21 augustus) zal ook een delegatie van vluchtelingen deelnemen.
Al-Hussein heeft een baan en een druk trainingsschema als paralympisch atleet.
(Belga/RR)
