Ulla Werbrouck: ‘Kieffer, Heuls en Vande Broek kunnen niet aanblijven’

© Belga Image

Ulla Werbrouck wordt 50 jaar en dat vierde de Krant van West-Vlaanderen. Maar in het uitgebreide gesprek met de olympisch kampioene van 1996 ging het ook over de minder fraaie kant van topsport.

Door Frank Buyse

Heb je nog veel contact met jouw ex-coach Jean-Marie Dedecker?

Ulla Werbrouck: ‘We zijn vorige week nog gaan eten, samen met onze partners. Dat doen we zo’n twee keer per jaar en tussendoor elkaar eens bellen. Hij heeft een drukke agenda, hé. En dan praten we wat bij. Veel over vroeger natuurlijk, maar ook over politiek, over de Sportman van het Jaar, over het BK veldrijden zonder publiek…’

En over Gert Vande Broek, nationaal volleybalcoach bij de vrouwen? Ik leg er meteen twee namen bij: de nationale turncoaches Marjorie Heuls en Yves Kieffer – met Nina Derwael olympisch goud, maar net als Vande Broek aangeklaagd wegens psychologisch misbruik. Je zag de gymcoaches vaak aan het werk in Gent. Dedecker ook. Zelfs hij toonde medelijden, hij noemde het al een tranendal.

Werbrouck: ‘Oei oei… Nu moet ik drie keer mijn tong draaien (denkt diep na) Ik ken ze alle drie. Het zijn alle drie fantastische trainers. Sinds de Spelen heb ik in Gent niemand meer zien wenen, begrijp je? Veel heeft te maken met druk, bij gymnasten én bij de trainers. Simone Biles (een Amerikaanse gymnaste die mentale problemen had op de Spelen, red.) ging ten onder aan die druk. Tja, als je aan de top zit, moet je weten dat je ook kan falen. Ik heb vijftien jaar lang geprobeerd een WK te winnen. Twee keer tweede, twee keer derde, nooit een gouden medaille gehaald. Dan schreven de journalisten: nooit de kers op de taart. Dan dacht ik: ik heb tenminste taart. Falen hoort erbij. Om terug te keren naar de coaches: Heuls, Kieffer en Vande Broek hebben fouten gemaakt. Maar was het part of the game? Ik denk het niet.’

Je dénkt het niet? Je bent nu een 50-jarige ex-topsportvrouw die ook mag zeggen: neen.

Werbrouck: ‘Je kan iemand motiveren zonder hem of haar te kwetsen. En trainers moéten hard zijn. Maar ge zijt een dik, vet wijf of hoer, zoals Vande Broek zou hebben gezegd … dat is erover. Jean-Marie is ook hard geweest, maar dat heeft hij nooit gedaan. En ik moet zeggen dat ik in de sporthal bij dan weer een andere trainster zelf dingen heb gezien waarbij ik een gebaar maakte van: gestoord. Er mag en moet druk zijn, maar men moet correct blijven. Daarom vind ik niet dat ze kunnen aanblijven. Voor mij kunnen ze op dit niveau geen trainer meer zijn. Een andere functie, achter de schermen, dat wel. Sorry! Al hebben de turncoaches zich nadien wel geëxcuseerd.’

'Ge zijt een dik, vet wijf 'of 'hoer', zoals Vande Broek zou hebben gezegd ... dat is erover. Jean-Marie is ook hard geweest, maar dat heeft hij nooit gedaan.'
‘Ge zijt een dik, vet wijf ‘of ‘hoer’, zoals Vande Broek zou hebben gezegd … dat is erover. Jean-Marie is ook hard geweest, maar dat heeft hij nooit gedaan.’© Belga Image

Heb jij in je carrière nooit last gehad van grensoverschrijdend gedrag?

Werbrouck: ‘Bwah. Het is vaak een slappe koord. Bij de een kan meer dan bij de ander. Als tijdens een kamp al eens een man in mijn borsten kneep, zogezegd toevallig, schopte ik hen daarna al even toevallig eens hard tegen de ballen. Daarmee was het voor mij ook afgesloten. Maar twintig jaar geleden was de tijdsgeest anders natuurlijk. En je moet je ook verweren, hé. Toen ik ruzie had met Jean-Marie, na het WK ’95, hebben we elkaar drie maanden niet gesproken. En toen een andere trainer mij gelijk wilde behandelen als een opkomend talent, zei ik: kust ze, ik stop. (grinnikt) Ik was vroeger niet zo’n gemakkelijke, zeker? En nu ben ik zo gemakkelijk.’

En wat met Eddy Demarez?

Werbrouck: ‘Hij had de pech dat die microfoon openstond, hé. De dommerik. Net hetzelfde als bij de drie vorigen: hij moet nu ook maar achter de schermen gaan werken. Sorry, maar als ik op mijn werk een grote fout maak, vlieg ik ook naar een andere functie. Je zégt zulke zaken niet, iedere mens verdient respect, welke geaardheid of hoe ze eruit zien ook. Maar ik heb er dan wel een mening over, ik heb geen zin om er in de media dieper op in te gaan. Alleen nog dit: men mag van een mug geen olifant maken, maar het omgekeerde geldt evenzeer. Maar er is al een gesprek geweest, dat was toch al een stap. (zucht) Laten we de positieve zaken onthouden. En ze opstapelen. Dat maakt het leven zoveel rijker.’

Lees het volledige interview met de jarige Ulla Werbrouck op KW.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content