Voetballer én bokser Yves Ngabu: ‘Het gevoel om iemand knock-out te slaan, is niet te beschrijven’

© BELGAIMAGE - DAVID STOCKMAN
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

KSKV Zwevezele, leider in eerste provinciale, moet zijn aanvaller een weekendje missen. Want zaterdag verdedigt Yves Ngabu (29) in Deurne zijn Europese… bokstitel.

Een rijtjeshuis in de rand van Roeselare. Yves Ngabu is iets te laat, maar mama begeleidt het bezoek naar binnen. Hij is op komst. Aan de muur hangt zijn foto van ruim 20 jaar geleden: een klein kereltje, met hemdje en kroeshaar. Onherkenbaar met de man die even later komt binnengewandeld. Een blok van 93 kilogram voor 1m80, slobbertraining en grote pet op het hoofd. Chill! Maar, klinkt het: ‘Het zijn heel drukke dagen. Ik wil absoluut goed voorbereid aan de kamp staan. En: ik moet nog een paar kilootjes kwijt spelen. Geen frieten of andere briel meer.’ ( lacht)

Bij de amateurs heb ik zelfs ooit op een en dezelfde avond geshot en gebokst.

Yves Ngabu

Hij heeft zijn lesje geleerd. In september 2014 moest hij in Gits in de ring tegen de Fransman Sylvain Luce, een heel jaar ongeslagen. ‘Twee weken ervoor was ik nog op reis geweest. Ik had alles al gewonnen en voelde me onoverwinnelijk, maar het werd één lange lijdensweg. Ik had het nochtans moeten weten: zijn bijnaam was El Loco. Hij liet me geen moment los, acht ronden in de hel… Na de kamp heb ik zeker twee uur in de kleedkamer gelegen, compleet uitgeput. Gewonnen op punten, maar dat wil ik nooit meer meemaken.’

Een keerpunt. Anderhalf jaar geleden gaf hij zijn job als stukadoor op, in oktober verkaste hij van Boxing Team Houtland – de club van wereldkampioene Delfine Persoon – naar de Antwerp Boxing Academy van Renald De Vulder, die onder anderen Sugar Jackson naar de wereldtitel coachte. ‘Achter de trainingszaal is een living en slaapkamer ingericht, waardoor ik me helemaal op de sport kan focussen. Slapen, eten, lopen, trainen… Superprofessioneel!’

Zijn ogen fonkelen. Bepaalde kampen kan hij zich moeiteloos, slag voor slag, voor de geest halen. Zoals zijn confrontatie met de Fransman Engin Karakaplan, twee jaar geleden in Zwevezele. ‘Het zou een zware kamp worden. ( lacht) In de eerste ronde heb ik hem uit de ring geslagen. Uit de ring, hé!’

In de tribune zaten die avond twee van zijn beste vrienden: profwielrenner Zico Waeytens (Veranda’s Willems-Crelan) en Kristof D’Haene, voetballer bij KV Kortrijk. D’Haene voetbalde in de jeugdreeksen van KRC Harelbeke aan de zijde van Waeytens, die op het Vrij Technisch Instituut in Roeselare met Ngabu de schoolbanken deelde. De cirkel was rond toen Ngabu iets meer dan tien jaar geleden met Club Roeselare scoorde tegen de beloften van Club Brugge, waar Kristof D’Haene droomde van zijn eerste profcontract. Sindsdien zijn ze onafscheidelijk. ‘Ze zijn al een paar keer mee geweest naar de boksclub.’

Profvoetbal

Yves Ngabu was nochtans voorbestemd om te voetballen. Vader, Jean-Pierre Mbemba Ngabu, trainde in het eerste elftal van Anderlecht (‘Met onder andere Luis Oliviera‘) en voetbalde later nog bij Deinze en Club Roeselare. Daar, in de wijk Krottegem, bond ook Yves voor het eerst de voetbalschoenen aan. ‘Ik had goede voeten en was net geen zestien toen ik in het eerste elftal, toen in eerste provinciale, speelde. Uitzonderlijk vroeg op dat niveau, maar ik amuseerde mij niet echt. Een jonge gast tussen allemaal oudere spelers… Ik nam het voetbal toen al iets minder ernstig, ging af en toe eens uit én had al van de bokssport geproefd. Na mijn eerste training hoorde ik dat ‘het’ in me zat.’

Maar de winstpremie met Club Roeselare – 225 euro – was te verleidelijk om op te geven. De bonkige aanvaller speelde zich in de belangstelling van enkele profclubs en trok in de lente van 2010 trok naar Sint-Eloois-Winkel Sport, een ambitieuze club in bevordering. ‘Drie goede seizoenen, alleen wilde het bestuur niet dat ik veel bokste. Ik deed toen amper twee kampen per jaar – tijdens de winterstop en na het seizoen.’

Hij wilde meer. Na meer dan 30 kampen bij de amateurs en een foutloos parcours bij de profs – sinds de lente van 2011 -, zette hij in 2013 een stap terug en ging voetballen bij KSKV Zwevezele, een vierdeprovincialer. De voorzitter, Paul Degroote, was al jaren de persoonlijke sponsor van Delfine Persoon én een liefhebber, die Yves’ ambities in de ring wilde steunen. Op het einde van zijn eerste seizoen mocht de aanvaller twee keer vieren: kampioen met Zwevezele en zijn eerste Belgische bokstitel.

Hij scoorde aan de lopende band en werd topschutter in Zwevezele, dat drie jaar na elkaar promoveerde en vorig seizoen in eerste provinciale – onder Henk Houwaart – slechts op het nippertje naast de titel en een nieuwe rechtstreekse promotie greep. De club mocht herkansen in de interprovinciale eindronde, maar ook daar liep het op de slotspeeldag verkeerd. Één troost: vier dagen na de opdoffer tegen Stekene pakte Ngabu tegen de Hongaar Tamas Lodi de vacante Europese EBU-titel bij de cruisers (90,72 kilogram).

‘Bij de amateurs heb ik zelfs ooit op één en dezelfde avond geshot en gebokst. We speelden met Roeselare in Oostnieuwkerke, na de match werd ik opgehaald en naar de meeting gereden. ( lacht) Lastig, ja. Maar gewoon dóén! Die mentale sterkte krijg je mee in het boksen. Nooit opgeven. Al zal ik straks voor de match tegen Oostduinkerke, een dag na mijn kamp, toch passen.’

Sabbatjaar

Ngabu is ongeslagen in 18 profkampen, waarin zijn tegenstander 13 keer (72%) het einde niet haalde, maar ook zijn bijna tien jaar oudere tegenstander voor de Europese titel – de Luikenaar Geoffrey Battelo – is geen doetje: 32 van de 37 kampen gewonnen, waarvan 28 (76%) met een knock-out. ‘Een harde puncher.’

En toch, insiders weten dat de West-Vlaming – 31e op de wereldranglijst – favoriet is. Het scenario is geschreven. Straks Europees kampioen worden en met de vedetteploeg van KSKV Zwevezele – aan de zijde van onder anderen Tim Smolders, Stijn Minne, Vincent Provoost en Hans Cornelis – naar de derde amateurliga promoveren. ‘De kans is groot dat ik na dit seizoen stop met voetballen. Ik zou graag eens een jaar focussen op het boksen. De wereldtoppers in mijn categorie schommelen rond de 35 jaar, ik ben net 29 geworden. Een cruciale fase in mijn carrière, maar door de combinatie is het onmogelijk om eens voor een paar weken in het buitenland te gaan sparren.

‘Door het voetbal ben ik sneller en wendbaarder dan de meeste andere boksers in mijn gewichtscategorie, maar als ik eerlijk ben: ik boks liever. Het gevoel om iemand knock-out te slaan, is niet te beschrijven. Zó veel mooier dan een doelpunt scoren. Máánden voorbereiding op die ene kamp en plots ligt hij neer…’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content