Winterspelen, waar vooral rijke landen uitblinken

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Ondanks een record van 92 deelnemende olympische delegaties strijden op de Winterspelen in Zuid-Korea slechts een beperkt aantal landen mee voor de medailles.

Van het IOC zijn in totaal 206 landen lid, waarvan er in PyeongChang 92 (44,6 procent) vertegenwoordigd zijn. Een groot contrast met de jongste Olympische Zomerspelen in Rio, met 204 nationale delegaties.

19 van de 92 landen vaardigen in PyeongChang bovendien slechts één atleet af. Van de in totaal 2912 winterolympiërs zijn 80 procent zelfs verdeeld onder amper 20 nationaliteiten, en een derde onder slechts vijf delegaties: die van de VS (242), Canada (225), Zwitserland (169), de ‘Olympic Athlete from Russiateam’ (168) en Duitsland (156). Westerse/rijke landen dus, zoals ook die met de daaropvolgende grootste olympische selecties: Japan, Italië, Zuid-Korea, Zweden, Noorwegen, Frankrijk en Nederland.

92 deelnemende landen is niettemin een record. Na een grote stijging tijdens de jongste Winterspelen, ook qua aantal nummers: tot Sarajevo 1984 verwelkomde het IOC niet meer dan 50 delegaties, in 39 wedstrijden verdeeld over 10 sporten. 34 jaar later zijn er in PyeongChang 102 nummers olympisch eremetaal te verdienen, verdeeld over 15 sporten.

In het freestyle skiën, sinds 1992 op het olympisch programma, en het snowboarden, nieuw sinds 1998, vallen er nu elk 10 olympische titels te rapen, meer dan in traditiesporten als het alpijns skiën en biatlon (elk 9). Het IOC zette voor deze Winterspelen zelfs 9 nieuwe nummers op het programma voor gemengde (m/v) teams, onder meer in het alpijns skiën, curling en rodelen.

Om een discipline op te nemen in het olympische programma stelt het IOC als voorwaarde dat die wereldwijd beoefend moet worden. Van een mondiale concurrentie is, zowel in de nieuwe als in de meer traditionele sporten, echter weinig sprake. In de Wereldbekermanches van het alpijns skiën en het langlaufen hebben bijvoorbeeld sporters van slechts een twintigtal verschillende nationaliteiten dit seizoen al punten gesprokkeld. De dikste prijzen worden zelfs onder een nog selecter clubje verdeeld. In PyeongChang gaat het merendeel van de medailles in het langlaufen naar Noorwegen, in het snowboarden naar de VS, in het snelschaatsen naar Nederland, in het bobslee naar Duitsland, de VS en Canada…

Toch nemen in het alpijns skiën en het langlaufen respectievelijk 322 en 313 atleten deel, verspreid over 82 en 65 nationale olympische comités. Met dank aan de zeer soepele selectiecriteria, waardoor zelfs Pita Taufatofua uit het exotische Tonga, in Rio nog actief als taekwondoka, mag deelnemen aan het langlaufen – een sport die hij vorig jaar voor het eerst beoefend heeft…

De medaillestand van PyeongChang is veelzeggend: daarin stonden tot afgelopen zondag 25 landen (op een totaal van 92, of 27,17 procent). Wellicht zal zondag, bij het slot van de Winterspelen, het recordaantal van Sotsji 2014 (26) verbeterd worden. Maar in vergelijking met de Zomerspelen – waar weliswaar meer sporten (28) en nummers (306), op het programma staan – is dat peanuts: het aantal van 26 landen met minstens één medaille werd al tijdens de Zomerspelen van… 1920 in Antwerpen bereikt. En in Rio 2016 behaalden 86 van de 204 nationale delegaties (41 procent) olympisch eremetaal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content