Atletiek (Belgen/vrouwen)

© Belga

Dat Tia Hellebaut opnieuw 2m05 haalt, is onwaarschijnlijk. Maar hoeft dat in Londen voor een tweede gouden medaille?

Geen hoogspringster die op een kampioenschap meer boven zichzelf kan uitstijgen als Tia Hellebaut. Alleen springt de olympische titelhoudster na haar twee bevallingen niet meer op het niveau van Peking. Dat ze opnieuw 2m05 haalt, is zelfs onwaarschijnlijk.

Hoeft dat in Londen voor een tweede gouden medaille? Misschien, aangezien de Russische Anna Tsjitsjerova in 2011 2m07 sprong en dit jaar al over 2m02 (2 juni) en 2m03 (4 juli) ging.
Ook haar landgenote Svetlana Sjkolina (2m00 en 2m01) en de Amerikaanse hoogspringsters Chaunté Howard-Lowe (2m00 en 2m01) en Brigetta Barrett (2m01) rondden in 2012 al de kaap van de twee meter.

Ter vergelijking: Hellebaut moest tot Diamond Leaguemeeting in Londen, op 13 juli, wachten om haar seizoensopener in Rabat (1m96) te verbeteren. In 2008 haalde ze voor Peking nog twee meter op de meeting van Heusden-Zolder.

Hellebaut (34) beseft dat die hoogte in Londen allicht het maximaal haalbare is (afhankelijk ook van het grillige Engelse weer), al weet je met het Antwerpse kampioenschapsbeest natuurlijk nooit.

Welke plaats een sprong ver twee meter kan opleveren, ligt aan haar concurrentes. Antonietta Di Martino (hamstrings), brons op het WK vorig jaar, en Blanka Vlasic (enkel), zilver in Peking, zijn er al zeker niet bij.

Afwachten ook hoe topfavoriete Tsjitsjerova met de stress omgaat, want op het afgelopen WK indoor toonde ze zich mentaal kwetsbaar (pas tweede). Op de Diamond League in Londen leek de Russische bovendien niet helemaal fit.

Insiders zeggen ook dat Howard-Lowe en Barrett dit jaar al te veel gesprongen hebben en (misschien) al uitgeblust zijn. Wim Vandeven, Hellebauts coach, noemt Howard-Lowe zelfs een “ongeleid projectiel”.

Rest ook nog Irina Gordeeva (1m99 dit jaar), Ruth Beitia (1m97) en Tonje Angelsen (1m97) als potentiële outsiders voor een medaille.
Conclusie: een nieuwe olympische titel wordt moeilijk, maar met een jump over twee meter is zilver of brons zeker realistisch voor Hellebaut.

Hordenloopsters

Een kandidate voor een halve finale is Anne Zagré, met haar 22 lentes de benjamin van de Belgische atletiekdelegatie. De specialiste van de 100 meter horden wordt sinds eind 2011 getraind door ex-atleet Jonathan Nsenga en zette dit jaar een flinke stap vooruit.

Op het EK in Helsinki eindigde ze als vijfde in 13.02 en in Luzern verbeterde de zwarte parel het Belgische record van Eline Berings (12.89) met liefst een tiende. Met die tijd was ze in Finland Europees kampioene geworden, al is dat op de Spelen geen referentie, aangezien de toppers vooral uit de VS en Australië komen. Op 20 juli hadden in 2012 zelfs al 28 atletes rapper gelopen dan Zagré.

Niettemin had ze met 12.79 op het WK vorig jaar én in Peking als achtste de finale gehaald. Dat wordt in Londen allicht moeilijk, maar een halve finale zit er zeker in.

Voor Eline Berings (26), 12.95 dit jaar en in laatste instantie gedelibereerd door het BOIC, wordt dat iets moeilijker, maar met een besteseizoenstijd kan ook zij bij de laatste zestien raken.

Die andere hordenloopster, Elodie Ouedraogo (31), begint op haar 31e aan haar derde Spelen, na twee deelnames in de 4 maal 100 meter. Vorig jaar eindigde ze op de 400 meter als vijfde in de eerste van drie halve finales op het WK in Daegu. Met 55.29 kwam de Leuvense toen 23 honderdsten te kort voor de finale. In Londen zal daarvoor allicht een chrono onder de 55 seconden nodig zijn, allicht niet haalbaar dus.

Al bewees Ouedraogo met 55.39 en een zesde stek op het EK in Helsinki, bovendien zonder te pieken, dat ze in vorm is. Een halve finale zou een mooie afsluiter van haar carrière zijn, want na de Memorial Van Damme hangt ze haar spikes aan de haak.

Nieuwe Belgische

Op het voorbije EK debuteerde Almensh Belete voor ons land nadat ze op 25 juni haar Belgische identiteitskaart gekregen had. In de 5.000 meter werden de 22-jarige atlete, die in 2005 naar ons land kwam, medaillekansen toegemeten met een snelste jaartijd van alle deelnemers (15:04.12 in Oordegem, weliswaar in een gemengde race).

In een trage, tactische wedstrijd eindigde ze in Helsinki echter pas als achtste in 15:22.15.

Op de Spelen werken de deelneemsters, in tegenstelling top op het EK, echter eerst kwalificaties af. Wordt in haar reeks vlug gelopen, dan stoot Belete allicht door naar de finale, waar top acht niet onrealistisch is. Met haar (onofficiële) tijd in Oordegem en haar 15:03.63 van vorig jaar in Kessel-Lo staat ze op de deelnemerslijst in Londen (met slechts drie Keniaanse en drie Ethiopische atletes) op een achtste stek.

Die andere genaturaliseerde atlete, hinkstapspringster Svetlana Bolsjakova (27), werd gedelibereerd door het BOIC na een sprong van 14m28 eind mei in Lokeren.

De ex-Russische won op het EK 2010 in Barcelona brons, maar scheurde daarna haar achillespees. Stilaan knoopt ze weer aan met haar topniveau, maar Londen komt nog te vroeg om de medailles te strijden. 34 atletes sprongen dit jaar al verder dan Bolsjakova’s 14m28. Kan ze die prestatie echter verbeteren, dan zit een finale (top twaalf) er misschien wel in.

Ook Sara Aerts kreeg van het BOIC in laatste instantie een olympisch ticket. Op het EK liep de 28-jarige zevenkampster uit Retie een hamstringblessure op, maar ze zou tijdig fit raken. Dit jaar sprokkelde ze in Götzis 6077 punten bijeen, een score waarmee ze vorig jaar op het WK (waar ze ook opgaf met een blessure) als 20e geëindigd zou zijn. Doet Aerts in Londen beter, dan is dat een succes.

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content