De ‘serial winners’ in de Belgian Tornados

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Eindelijk hebben de Belgian Tornados hun eerst medaille op een mondiaal outdoorkampioenschap beet. En dat na een seizoen vol blessures en twijfels. Drie factoren lagen aan de basis van het succes.

1) Het tactische brein van Jacques Borlée

‘Verrassend’ nieuws, luidde het, toen coach Jacques Borlée de dag van de 4×400 meterfinale aankondigde dat Julien Watrin, die in de reeksen goed gelopen had, uit de ploeg verdween, ten voordele van Robin Vanderbemden.En dat hij ook de volgorde van de vier estafettelopers zou veranderen: Jonathan Sacoor zou startloper worden, dan het stokje doorgeven aan Vanderbemden, waarna Dylan Borlée (in de reeksen nog de starter) en Kevin Borlée zouden overnemen.

Het doel: met Sacoor, in zeer goeie vorm, na één ronde proberen in de top drie/vier te wisselen, tussen/na de toppers van de VS (Kerley)/Jamaica(Bloomfield)/Colombia (Perlaza) en Italië (Re). Waarna Vanderbemden, als 200 meterspecialist, met een snelle start naar binnen zou kunnen snijden om zich in het spoor van de top drie/vier te nestelen, en om vervolgens een rappe laatste rechte lijn uit zijn benen te schudden. Daarna moesten Dylan en Kevin Borlée de voorsprong proberen te bestendigen, richting een medaille.

Het plannetje lukte perfect: Sacoor wisselde gedeeld als derde (45.4), waardoor Vanderbemden zich niet eens moest forceren om zich als vierde te positioneren, in het spoor van de Colombiaan Palomeque. Zo kon hij krachten sparen om in de laatste 100 meter de Colombiaan voorbij te steken en om als derde te wisselen (met een vierde splittijd, 44.5 – rapper dan de startloper wegens de wissel met aanloop).Dylan Borlée (met een derde splittijd, 44.7) hield die voorsprong vast, en een alweer subliem finishende Kevin Borlée bouwde die zelfs nog uit, met een tweede beste splittijd in de laatste ronde (44.2). Amper een tiende trager dan de snelste chrono van de Amerikaan Benjamin, en twee tiende snéller dan de Colombiaan Zambrano, die nota bene op de individuele 400 meter zílver veroverd had.

Eindtijd: 2.58.78, de op een na snelste tijd ooit voor de Tornados, na de VS (2.56.69) en Jamaica (2.57.90), als alweer eerste Europees land. Eindelijk goed voor een eerste WK-medaille.

2) Teamspirit

Toen Dylan Borlée zag hoe zijn broer Kevin richting brons liep, explodeerde hij niet van vreugde. Zijn eerste gedachten ging naar broer Jonathan, die thuis was achtergebleven, met een blessure. Hij had voor zijn broer gelopen, zei hij. Die had vanop het thuisfront Dylan, Kevin en de andere Tornados gesteund. Het illustreert de bijzonder hechte familieband/teamspirit, de grootste succesfactor van het Belgische aflossingsteam.

Vier atleten die zo boven zichzelf kunnen uitstijgen, rapper kunnen lopen dan in hun individuele wedstrijd. Met als grootste exponent Kevin Borlée, die zich door blessureleed niet had kunnen plaatsen voor de individuele competitie, maar in de reeksen en in de finale van de 4×400 meter twee bijzonder snelle splittijden liep.

Het hoeft gezegd: mede dankzij de energie die hij had kunnen sparen door geen individueel toernooi te moeten afwerken. Een voordeel die Kevin, en broer Jonathan, ook op de Spelen van Tokio 2020 zouden moeten uitspelen. Alleen focussen op de aflossing, om zo een kans op een nieuwe, nog prestigieuzere medaille te vergroten.

Kevin Borlée was helemaal uitgeteld na zijn toptijd.
Kevin Borlée was helemaal uitgeteld na zijn toptijd.© Belga Image

3) Volharding

Ze werden afgeschreven, de Borlées: oud, versleten, fysiek helemaal op, als dertigers. Jonathan thuis met een blessure, Kevin om dezelfde reden met moeite klaar geraakt voor de aflossing, de jongere Dylan die zich individueel ook niet had kunnen kwalificeren.

En toch stonden ze er weer, op het beslissende moment. Het geloof altijd behouden, ingepompt door vader Jacques Borlée. De coach die weer in de clinch was gegaan met de atletiekbond om Robin Vanderbemden te kunnen meenemen (niet ten onrechte, zo bleek in de finale). De coach die ondanks alle twijfels nooit panikeerde, zijn uitgekiende plan bleef volgen. De coach die bleef vertrouwen op de entourage rond hem, met onder meer psycholoog Jef Brouwers en inspanningsfysioloog Peter Hespel. De coach die ook nu, na de eerste bronzen WK-medaille, al vóóruitkijkt – zoals altijd. Zoekend naar progressiemarge om de Tornados nóg harder te laten wentelen. Binnen enkele weken trekt hij met zijn discipelen zelfs naar het basiskamp van de Mount Everest. Een survivaltocht, om de teamspirit nog te versterken, de fighting spirit extra aan te zwengelen.

Met als nieuw (hoofd)doel: Tokio 2020. Op zoek naar een medaille die de Tornados op drie honderdsten na hadden gemist in Rio 2016. Die olympische medaille moet volgende zomer de ultieme bekroning van een uniek project worden. Nota bene twáálf jaar na de eerste finale in Peking 2008. Waarna er tot het afgelopen WK in Doha nog 23 (!) zouden volgen, op EK’s, WK’s en Olympische Spelen – waaronder zés opeenvolgende WK-finales.

Dát is de grootste verdienste van de Borlées: elke keer er opnieuw staan – weliswaar sinds vorig jaar geïnjecteerd met vers bloed, toptalent Jonathan Sacoor. Niet toevallig noemt psycholoog Jef Brouwers hen ‘Serial winners’. In een steeds competitiever en evoluerend sportlandschap de uitzonderlijke kwaliteiten van echte kampioenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content