Peter t'Kint

Knotsgek WK: nu al 77 goals gemaakt

Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Redacteur Peter T’Kint reist tijdens het WK 2014 door Brazilië en houdt een dagboek bij voor sportmagazine.be.

Wat een knotsgek WK is dit. Er moeten in de tweede ronde van de groepsfase op het moment dat we dit schrijven (twee uur voor de aftrap in Argentinië-Iran) nog zes matchen worden gespeeld, maar nu al zijn er 77 goals gemaakt. We hebben even vergeleken met vier en acht jaar terug. Toen was er op hetzelfde moment in het tornooi 48 (in 2010) en 52 (in 2006) keer gescoord. We zitten dus serieus boven het gemiddelde.

Waarom, stelden we ons de voorbije dagen de vraag.

Heeft het te maken met het klimaat in Zuid-Amerika? Veel goals vallen tot dusver in Salvador, en daar was het behoorlijk warm. Maar anderzijds: in Fortaleza, even warm, bleef Brazilië-Mexico 0-0. En Frankrijk en Nederland maakten er ook telkens drie in het frissere zuiden van Porto Alegre. Daar ligt het allicht niet aan.

Heeft het te maken met het enthousiasme van de Zuid-Amerikanen, hier massaal aanwezig om hun ploeg naar voor te stuwen? Ook niet. Mexico, dat na Brazilië wellicht de meeste supporters op dit tornooi heeft, maakte tot dusver nog maar één goal. En de Brazilianen zelf, gesteund door 200 miljoen en 60.000 in het stadion, blijven voorlopig steken op 3. Uit de tussenstand blijkt trouwens dat het vooral de Europeanen zijn die hier goed bij schot zijn. Nederland en Frankrijk scoorden al 8 keer, Kroatië 5, Zwitserland 4. En straks moet Duitsland nog aan de bak. Bij de Zuid-Amerikanen leiden Chili en Colombia (elk 5 goals), voor het thuisland en Uruguay. En Argentinië, hier met op papier de beste aanval van het tornooi, moet dus nog uitpakken. Azië (Japan 1 goal, Zuid-Korea ook 1 en Iran 0) blijft voorlopig achter.

Waar ligt het dan wél aan? Op Ermer Valencia, de Ecuadoriaan die hier al drie keer scoorde en in Mexico aan de kost komt, voetballen nagenoeg alle doelpuntenmakers in Europa. We hadden het er vorige maandag over met Hernanes, na het duel tegen Mexico. De aanvallende middenvelder van Inter en Brazilië zegt dat daar het verschil met vroeger ligt. De exodus over de hele wereld van spelers naar het Oude Continent, en vooral de aanvallende spelers, maakt het verschil. Ze worden er sterker, slimmer (vooral op tactisch vlak) en dat gekoppeld aan hun natuurlijk instinct van afmaker, maakt dat ze scoren. Ook hier.

Maar dat verklaart niet alles, want die exodus is er al langer op grote schaal. Kunnen we niet meer verdedigen, vroegen we woensdag aan Kolo Touré. Hij lachte eens: “Misschien niet neen. Toch niet als je ons bezig zag. Ik denk dat het gewoon met kwaliteit heeft te maken. Na elke match denk je: nu hebben we de mooiste goal van het tornooi gezien. Van Persie, Cahill.. Maar dan komt er nog een mooiere, en nog een..” Zijn doelman, Barry Copa, viel hem bij. “Er is op dit tornooi ontzettend veel aanvallende kwaliteit, vind ik. Meer dan andere jaren.” Dat vond ook Carlos Bacca: “Wij missen Falcao, maar als als je ziet dat we in twee wedstrijden toch al vijf goals maakten, wijst dat op weelde. Colombia is meer dan Falcao. En Bacca. Maar ik hoop dat mijn kans nog komt.”

Of heeft het te maken met de zin voor aanvallend voetbal en de opdrachten van de trainers, die allemaal Barcelona willen kopiëren? Simon Kuper, voetbalschrijver, ontwikkelde die theorie onlangs nog in een column. Dat trainers voetbal afleveren voor de huiskamer, want de supporters in de stadions, dat zijn toch maar de happy few..

Televisievoetbal als entertainment op topniveau, als propaganda voor een land. Chili, Frankijk, Nederland, voetbal als marketingproduct met de trainer als regisseur? Dan is het inderdaad leuker kijken naar Zwitserland-Frankrijk dan naar België-Algerije of een match van het Rusland van Fabio Capello, een adept van het oude catenaccio.

Hebben Pep Guardiola, Manuel Pellegrini (vraag maar eens aan de fans van City hoe leuk ze de thuiswedstrijden dit jaar vonden) of Joachim Löw school gemaakt? Het goeie voorbeeld gegeven, door te kiezen voor de aanval? Moeten we de trainers danken?

Het zal allicht een mengeling van wat alles zijn: enthousiasme van het publiek, kwaliteit van de spelers, verdedigers die liever zelf scoren en mee opbouwen, directieven vanwege de coach en de speelstijl met veel spitsen (of zonder, zoals Duitsland, dat kiest voor meer beweging).

De vraag is nu: straks is het money time. Kwalificatietijd, in ronde drie. Dan gaat het om overleven. En daarna, vanaf de achtste finales, zijn het elke keer finales. Verliezen staat gelijk met naar huis.

Keren trainers, spelers, dan op hun stappen terug en krijgen we gesloten wedstrijden? Of gaan we door op dit niveau, met hoge pressing en een zeer hoog tempo, want het is niet alleen voetballen vanuit de omschakeling dat we hier zien? We hopen het.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content