Lance Armstrong: Eigenbelang (voorlopig) eerst

Niet het geweten, maar vooral het eigenbelang lijkt op te spelen. Dat komt bij Armstrong altijd op de eerste plaats. En is ook de enige reden van zijn bekentenis.

Of het de moeite bleek om om drie uur ’s nachts op te staan en of het inderdaad een van die momenten in de (sport)geschiedenis zal zijn waarvan je binnen tien jaar nog zult weten wat je aan het doen was, moet iedereen met wallen onder de ogen voor zichzelf uitmaken.

Maar feit is dat het dagenlang, bijna ridicuul gehypte, interview met Lance Armstrong – alsof de wereld, na 21 december, een tweede keer zou vergaan – gaf wat je er vooraf van kon verwachten: een door zijn juridisch team goed voorbereidde biecht, waarin hij vertelde over wat hij in een overheersende dopingcultuur – en dus zoals al zijn concurrenten – genomen had, over welke arrogante bullebak hij geweest was, over hoe hij mensen teleurgesteld had en over hoe hij het de rest van zijn leven zal proberen goed te maken.

Voor een machtsbeluste controlefreak, die toegaf dat hij voor de tweede keer in zijn leven het gevoel heeft die beheersing kwijt te zijn, zeker niet min, om zichtbaar nerveus zo door het (fijne) stof te moeten kruipen.

Maar of zijn berouw geloofwaardig overkwam, of hij de hele waarheid sprak en of het genoeg is om door het Amerikaanse (en vooral het minder vergevingsgezinde Europese) publiek weer gerehabiliteerd te worden? Dat is heel twijfelachtig – zelfs al zouden er, tijdens deel twee, nog traantjes volgen.

Armstrongs verhaal deed eerder denken aan de boef die op aanraden van zijn advocaat tegen de rechter vertelt dat hij spijt heeft. Dat ís ongetwijfeld ook zo, maar die spijt komt niet voort uit zijn daden (“Ik voelde me helemaal geen bedrieger”), maar door zijn ontmaskering an sich.

Want, hoorde je hem bijna binnensmonds vloeken: “Zonder
die comeback had ik hier niet gezeten.” Niet het geweten, maar vooral het eigenbelang lijkt dus op te spelen. Dat komt bij Armstrong altijd op de eerste plaats. En is ook de enige reden van zijn bekentenis.

Ondanks de – voor hem allicht meer duidelijke financiële en juridische consequenties – probeert hij nu van zijn imago te redden wat er te redden valt. Dat hij daarbij voor de camera’s ex-collega’s, medestanders, UCI-bazen en rechterhand Johan Bruyneel niet heeft afgevallen, viel te verwachten.

Van de mensen die nu “op hun honger blijven zitten”, was het zelfs naïef te denken dat hij openlijk man en paard van zijn hele, volgens hem niet eens zo ingenieuze, dopingsysteem zou noemen.

Mogelijk zal dat alleen achter gesloten deuren gebeuren tijdens een nieuwe ontmoeting met Usada-directeur Travis Tygart. De enige voorwaarde ook om zijn beoogde strafreductie van levenslang naar acht jaar te krijgen – niet toevallig noemde Tygart Armstrongs bekentenis slechts “een heel kleine stap”.

Als The Boss met meer inzit dan zijn eigenbelang, maar ook met de toekomst van het wielrennen, móét hij dat doen. Het is de enige manier om de beerput helemaal schoon te maken en af te rekenen met het verleden en dubieuze randfiguren.

De vraag is echter of hij daar wel de hele waarheid zal/wil vertellen. Kun je dat verwachten van iemand die veertien jaar gelogen heeft? Van iemand die de malafide dopingdokter Michele Ferrari nog altijd als een “goed en slim mens” omschrijft, en helemaal niet, ondanks al het bewijsmateriaal, als de mastermind van het US Postaldopingnetwerk?

Van iemand met een fenomenaal geheugen die de tel plots was kwijtgeraakt over hoeveel mensen hij voor de rechter had gedaagd? Of van iemand die, ondanks verpletterende getuigenissen, zijn ploegmaats “niet heeft aangezet tot dopinggebruik” – want zo slecht is hij nu ook weer niet…

Van iemand ook die, om zich juridisch in te dekken, beweert dat hij bij zijn comeback in 2009 geen doping meer gebruikte, terwijl zijn bloedprofiel in de Tour volgens verschillende experten op zijn minst verdacht was?

Of van iemand die vertelt dat hij ná zijn pensioen, en op verzoek van de UCI, geld overmaakte aan de wielerunie voor de aankoop van een dopingtoestel. En dat terwijl dat verhaal uitkwam vóór zijn afscheid in de Tour 2005, en de UCI, maar ook hijzelf, eerder al meermaals verklaarden dat Armstrong zélf het geld had aangeboden.

Een slip of the tongue waar het laatste woord nog niet over gezegd is – zeker gezien de steeds meer opduikende verhalen over belangenvermenging van ex-UCI-voorzitter Hein Verbruggen.

En dat was niet het enige onsamenhangende antwoord tijdens zijn biecht. Zo verklaarde de Amerikaan dat hij in 2005 bij de huldigingceremonie van de Tour in Parijs “overrompeld werd door het moment”, “niet goed had kunnen nadenken” en dat zijn toen passionele antidopingbetoog en harde kritiek op cynici er “per ongeluk” was uitgefloept. Terwijl de Tourwinnaar op voorhand heel goed wist wat hij toen zou zeggen…

In zijn noodgedwongen poging zijn imago op te poetsen, blijft controlefreak Armstrong een rolletje spelen, zeker als hij zegt “nu gelukkiger te zijn dan al die dagen in de Tour de France.” Zijn geloofwaardigheid doet het eerder kwaad dan goed doet. Ook de (voorspelde) tranen van vannacht zullen daar weinig aan veranderen.

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content