Precies een jaar geleden al gonsde het van de geruchten over verkochte wedstrijden van UR Namen. Bondsprocureur René Verstringhe werd op de hoogte gebracht, maar deed uiteindelijk niets. De EXQI League 2008/09 was een vervalst kampioenschap.

UR Namen-Brussels 0-5

Zondag 12 oktober 2008, 9e speeldag EXQI League. Om 15.02 uur ontvang ik een sms. – ‘Het gebeurt vandaag bij Namen-Brussels. Brussels wint!’

– ‘Straf!’, antwoord ik. ‘Gewoon winnen, of precieze score?’

– ‘Winnen. Hoe meer goals voor Brussels, des te groter de winst.’

Na 45 seconden al staat het 0-1 voor Brussels. ” Sanogo en Matumona slalomden naar hartenlust door de statische Naamse verdediging”, zal Het Nieuwsblad de volgende dag schrijven. “Op het halfuur vernederde Matumona een handvol belagers om de stand op te drijven.”

– ‘0-2 na 30 minuten. Ze zitten op schema!’

Namen biedt amper weerstand. Nog voor de pauze wordt er een derde keer gescoord.

– ‘Geloof je het nog steeds niet? 0-3.’

In de tweede helft komen er nog twee doelpunten bij.

– ‘0-5 (bij 5 doelpunten verschil is de grootste uitbetaling). Lachen hé. Brussels verliest vorige week met 5-1 op verplaatsing. Hoe kun je een week later op verplaatsing met 5 goals verschil winnen?? Groeten vanuit Azië.’

Vorige week is twee weken geleden. Brussels verliest dan met 5-1 op het veld van Antwerp. Het weekend tussen beide duels is het bye.

’s Anderendaags besluit Het Laatste Nieuws zijn wedstrijdverslag van Namen-Brussels als volgt: ‘Kort na de vijfde Brusselse treffer werd de match even verstoord door een plaatselijke supporter die het veld oprende om blijkbaar de Naamse spelers hun vet te geven. Vijf minuten voor tijd hadden de meeste Naamse supporters de tribunes al verlaten.’

Gazet van Antwerpen schrijft: ‘Het rommelt ondertussen trouwens al aardig bij de Namenaars. Niet alleen wegens de dertien tegendoelpunten in de laatste drie wedstrijden, ook de verklaringen van hulptrainer Jacobs aangaande de inmenging van de toekomstige Italiaanse overnemers schoten bij de geldschieters in het verkeerde keelgat. ‘

Omkoopgeruchten

Op 22 oktober 2008 verschijnt in Sport/Voetbalmagazine een klein berichtje onder de kop ‘UR Namen in de greep van omkoopgeruchten’. Ondanks zestien tegendoelpunten in vier opeenvolgende zware nederlagen doet voorzitter Jean-Claude Baudart alles aan de telefoon af als onzin. Vreemd genoeg bekent hij tegelijk ook dat hij al actie ondernam. “Ik bracht de politie van Namen op de hoogte,” zegt hij, “maar die zegt me dat er niks aan de hand is. Ik ga nu een brief schrijven aan Jean-Marie Philips. Van Mogi Bayat vernam ik dat er op de bond iemand is die alleen maar dergelijke geruchten controleert.”

Op dat moment is sinds ruim een maand bekend dat UR Namen na het seizoen zal worden overgenomen door een groep Zuid-Italianen. Over hen is weinig meer bekend dan dat ze ook een club in Ivoorkust zouden bezitten. Een Ivoriaanse keeper en enkele Italiaanse verdedigers zijn dan al aangekomen. Veel beterschap geeft dat niet te zien op het veld. Integendeel, het gaat van kwaad naar erger met Namen. “Wij hebben die investeerders serieus gescreend”, verdedigt Baudart zich. “Op het internet was niet één artikel terug te vinden dat hen in verband bracht met manipulatie of maffia. Trouwens, toen we vorig seizoen op Beveren speelden, waren er ook al geruchten en toen waren die Italianen hier nog niet.”

In het telefoongesprek voegt Baudart er nog aan toe dat hij bij een andere tweedeklasser de verzekering kreeg dat de Italianen te goeder trouw zijn. De naam van die club wil hij niet noemen.

OH Leuven-UR Namen 3-1

Zondag 2 november 2008, 12e speeldag EXQI League. Telefoon: ‘Vanmiddag gebeurt het bij Leuven-Namen.’ Ik stap in mijn wagen.

Na twee minuten al geloof ik mijn ogen niet. Thuisspeler Tail Schoonjans dribbelt zich al neuspeuterend voorbij drie wijkende tegenstanders. Als bij wonder scoort hij niet. Een van de Naamse centrale verdedigers lijkt een snipperdag te hebben genomen, de Servische draaischijf acteert met verve ‘hoe zet ik een alibivoetballer neer’. Scheidsrechter Stéphane Bréda maakt het Leuven evenmin moeilijk het eerste halfuur. Wanneer hij OHL net buiten de zestien meter een vrijschop cadeau geeft, protesteert niemand.

Halverwege staat het 1-0. Vrijschop door IvicaJarakovic naast de muur gekruld, in het gat dat door de bezoekende spelmaker wordt gelaten. Die staat – nooit eerder gezien – gehúrkt in het rijtje. Wanneer Abdoulaye Soumare na de pauze de 1-1 op het bord zet en in de hekken klimt om zijn doelpunt te vieren met de weinige meegereisde Naamse fans, laten zijn ploegmaats hem daar rustig alleen hangen.

De wedstrijd eindigt op 3-1, onder meer dankzij nog een strafschop. Bréda staat met zijn neus op de spelfase en laat doorspelen, tot hij zijn driftig vlaggende assistent dertig meter verder in de gaten krijgt. Die schijnt een trekfout op thuisspits Bjorn Ruytinx te hebben gezien. Drie spelers van Namen, waarvan één bankzitter, krijgen nog de rode kaart.

– “En Bjorn,” vraagt na afloop iemand in de vipruimte aan Ruytinx, “was ’t penalty?”

Bjorn lacht breed en mompelt iets. “Mwoah …”

Van UR Namen is iedereen dan al lang vertrokken. Van voorzitter Jean-Claude Baudart en zijn Italiaanse overnemers geen spoor. Wie dacht hen samen te kunnen spotten, komt bedrogen uit. Het gerucht gaat dat het enkele dagen eerder tussen beide partijen tot een breuk is gekomen. Kort na OH Leuven-UR Namen melden de media inderdaad dat de contacten met FabioCordella definitief worden verbroken. Volgens Baudart omdat de Italiaan zijn prijs om de club over te nemen almaar liet zakken. “Mettertijd heb ik moeten vaststellen dat Cordella een leugenaar en een fantast is”, zegt hij in Sport/Footmagazine. In Leuven stond geen enkele van de pas aangetrokken spelers op het wedstrijdblad. Drie dagen na de nederlaag wordt trainer René Hidalgo ontslagen.

Gezegd wordt in de dagen nadien dat Cordella zijn pijlen nu op Olympic Charleroi richt. Al snel wordt dat Union. Op 17 november 2008 zal hij voor het eerst op een wedstrijd van Union worden gespot, anderhalve maand nadat hij op 2 september 2008 op een persconferentie was voorgesteld als de nieuwe investeerder van UR Namen. De regionale editie van La Meuse opent haar verslag van de persconferentie onder de kop ‘ Le loup dans la bergerie?’ – ‘Een wolf in de schapenstal?’ Cordella is woedend.

Onderzoekscommissie

Woensdag 19 november 2008 wordt Jean-Claude Baudart gehoord door de onderzoekscommissie van de KBVB. Die heeft hem uitgenodigd na zijn brief aan Jean-Marie Philips. Baudart is niet te spreken over het stukje van een maand eerder in S/VM. Zijn club, vindt hij, is ten onrechte in diskrediet gebracht. Met zijn demarche naar de bond hoopt hij alleen maar ingedekt te zijn voor het geval er toch iets waar zou blijken te zijn van de omkoopgeruchten.

Baudart verklaart tegenover de commissie dat hij door twee mannen is gewaarschuwd dat er wat loos is met zijn club. Die twee zijn Mogi Bayat – van Sporting Charleroi – en Nicolas Dervisaj. Dervisaj is de Albanese vennoot van Jurica Selak, de makelaar van wijlen François Sterchele. Dervisaj doet dat seizoen het sportieve beleid, inclusief de contractonderhandelingen, van kersvers eersteklasser Tubeke, tot het voorjaar 2009 tot een breuk komt tussen hem en trainer Albert Cartier. Dervisaj is een bekend figuur in het Waalse voetbalmilieu die graag opschept over zijn nauwe banden met onder meer Claude Makelele, Thierry Henry, Marcel Desailly, Vedran Runje en Jean-Pierre Papin. In België is hij de makelaar van onder meer huidig Standardspeler Gregory Dufer. Behalve bekend is hij ook berucht. Een tiental jaren geleden werd hij veroordeeld tot een celstraf wegens het opzetten van een btw-carrousel en het witwassen van geld via een handel in gsm’s.

Het duurt drie weken voor de onderzoekscommissie een telefoonnummer van Dervisaj te pakken krijgt. Dervisaj aanvaardt onmiddellijk de uitnodiging voor een gesprek. Bayat weigert. Hij is, ondanks zijn leidinggevende functie bij Sporting Charleroi, niet aangesloten bij de KBVB. Die kan hem niet dwingen om op te dagen. Dervisaj maakt geen bezwaar.

Door getalm bij de onderzoekscommissie duurt het dik twee maanden voor het tot een afspraak komt. De ontmoeting zal uiteindelijk niet plaatsvinden. De ochtend van de afspraak, 24 februari 2009, meldt Dervisaj zich zonder opgaaf van reden telefonisch af. Beslist wordt dat bondsprocureur René Verstringhe persoonlijk zal bekijken hoe het nu verder moet. De indruk die hij geeft, is dat het lang genoeg heeft geduurd. Kort nadien is hij uitgenodigd op de jaarlijkse plenaire vergadering van de onderzoekscommissie. “Sluit het dossier maar af”, zegt hij daar. Er wordt geen nieuwe afspraak met Dervisaj gemaakt.

door jan hauspie

“Dervisaj is behalve bekend ook berucht.”

“Toen ik over

dit nieuwe schandaal vernam uit de pers, dacht ik niet eens aan Namen.

Jean-Claude Baudart”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content