MET WEDSTRIJDEN TEGEN ZULTE WAREGEM (TWEEDE) EN CLUB BRUGGE (LEIDER) DUIKEN ER VOOR BEKERWINNAAR LOKEREN MOEILIJKE TEGENSTANDERS OP. PETER MAES ANALYSEERT HET COMPETITIEBEGIN EN MERKTE DAT ZIJN PLOEG EVEN MOEST ZOEKEN NAAR EEN NIEUWE MOTIVATIE NA HET VERTREK VAN BENJI DE CEULAER.

1. Bent u tevreden met de elfde plaats in de tussenstand na één derde van de reguliere competitie?

Peter Maes: “Neen, natuurlijk niet. Als je voetbalt naar de waarde van die elfde plaats, dan moet je daar tevreden mee zijn. Maar ik denk één: dat wij andere ambities hebben, en twee: dat we toch wat punten hebben laten liggen. We hadden op plaats zes kunnen staan. We hebben al drie of vier wedstrijden tussen minuut 86 en minuut 93 punten verspeeld. Dat komt omdat we twee gezichten hebben. Als we iets moeten creëren, is dat goed, maar als we iets moeten verdedigen, werkt het niet meer. Een ander probleem zijn ook de stilstaande fases. Vroeger een sterkte, defensief kregen we weinig binnen, maar nu vliegen ze ons om de oren. Leuven, Anderlecht, Lierse… Ik denk dat we daar iets kordater moeten zijn. Een belangrijke factor is ook dat Taravel nog niet zo top is geweest als vorig jaar. Dat defensieve blok van zes is hetzelfde gebleven, maar na het vertrek van Benji De Ceulaer verloren we toch wat snelheid in de omschakeling. Dus moeten we wat meer schuiven met lijnen en komt er wat meer ruimte. Eigenaardig genoeg kost niet dat ons goals, maar wel stilstaande fases.”

2. Het voetbal van achteren uit is dit jaar minder.

“Neen. Dat is er nog altijd, maar het gaat moeizamer vanaf het moment dat wij een resultaat beginnen te verdedigen. Dan leggen we minder initiatief in ons spel, wordt er minder naar de bal gekomen en ben je verplicht lang te spelen. Op het moment dat het resultaat heilig begint te worden, gaan we iets meer de vlucht zoeken om niet in de fout te gaan. Als Ivan Leko erbij loopt, merken we dat minder, omdat hij dat op het veld corrigeert. Is hij er niet, dan hebben we het heel moeilijk om zijn rendement ergens anders te leggen. Want Ivan ( 34 inmiddels, nvdr) heeft nog altijd heel veel rendement. Anderen kunnen daar nog veel van leren. Benji De Ceulaer is geëvolueerd tot de voetballer die hij nu is, omdat hij in zijn spel rendement heeft gelegd. Dat heeft hij hier gevonden. Daar hebben we met de hele groep hard op gewerkt.”

3. Wie bleek in september het moeilijkst te vervangen: de geblesseerde Ivan Leko, de eind augustus naar Genk getransfereerde Benji De Ceulaer of de al begin augustus getransfereerde Djiby Fall?

“In totaliteit zijn ze allemaal belangrijk in een seizoen, qua groei en stabiliteit. We hebben vorig seizoen ook periodes zonder Ivan, Benji of Fall gespeeld, maar dan heb je die nog in de groep. Ik ben ervan overtuigd dat deze groep in twee jaar tijd snel en zeer veel progressie heeft gemaakt. Als er dan op het einde van het ritje twee worden weggeplukt, stellen jongens zich ook weleens vragen over de ambitie. En dat kruipt in de kopjes. Normaal hadden we met Benji en Reza een goeie ploeg, ook al waren Fall en Finbogasson vertrokken. Maar Reza is niet gekomen en ik dacht op het einde nooit meer dat Benji alsnog zou vertrekken. Nu, de transfers zijn geen beslissing van de voorzitter alleen, die worden gedaan in overleg tussen Roger Lambrechts, Willy Reynders en mij.”

4. Heeft De Ceulaer het correct gespeeld door pas in de laatste uren te gaan?

“Ik denk dat daar het individu niks mee te maken heeft. Spelen clubs het op dat moment nog correct, moet de vraag zijn. De buitenlandse ten opzichte van de Belgische en de Belgische top ten opzichte van de middenmoot, met spelers die het seizoen voordien het goed deden? Benteke was twee dagen voor het sluiten van de transfermarkt weg, maar Benji kwamen ze twee uur voor het sluiten halen. Is dat correct? Ik weet alleen dat play-off 1 een heel belangrijke rol speelt. Wij zitten dicht bij plaats zes en zijn in dat opzicht een concurrent van Genk of Standard. Als die ervoor kunnen zorgen dat ze ons verzwakken en dat we geen alternatief meer kunnen halen, zullen ze dat niet laten. En dan moeten wij andere accenten gaan leggen om toch rendement te halen. Daarom hadden we gerekend op Reza ( in januari van STVV naar Standard, nvdr), maar die is niet gekomen.”

5. Kwamen er eerder wel voldoende goeie verse krachten?

“In eerste instantie was dat niet nodig. We hadden een goeie uitgebouwde selectie, met een gemiddelde leeftijd tussen 25 en 26. Het was niet de bedoeling om die te beconcurreren met dezelfde kwaliteit. Dus heb je twee mogelijkheden: of de kwaliteit moet beter zijn, maar dat zijn net de spelers die wij niet kunnen halen. Of je gaat van onderen uit verder bouwen door er jong talent aan toe te voegen. Jongens als EnesSaglik of PaoloGrbac.”

6. Milos Maric, de ervaren transfer, raakt moeilijk in de ploeg. Waarom?

“Hij probeert het, maar op de verkeerde manier. Milos is binnengehaald voor posities 6, 8 en 10, en daar zit concurrentie op. Persoons, Overmeire, Leko… Ik wil de Milos zien van Gent, niet de Milos die in de bal loopt en lange ballen geeft. Je moet durven van de bal weg te spelen. Als hij zich opdringt, ligt dat plaatsje voor hem open, maar tot nu heb ik dat nog niet gezien.”

7. Wordt Enes Saglik de nieuwe Harbaoui?

“Ik hoop dat. Het tempo van tweede klasse, snelheid van uitvoering, speldiscipline, creativiteit combineren met rendement… dat moet niet één of twee op tien zijn, maar zes, zeven op tien in balbezit. Tegen spelers die op een hoger ritme voetballen, gaat de kwaliteit van je actie voor een stuk achteruit. Dat moet hij proberen terug te vinden. Hij was goed in tweede klasse, waar het tempo lager ligt en hij bij een goeie ploeg ( Eupen, nvdr) zat. Ik zie hem progressie maken bij balverlies, hij liet in het begin serieus over zich heen lopen, maar begint zich nu te weren. Je kunt beter iemand brengen als hij klaar is, dan te vroeg om hem daarna af te schrijven. Ik denk dat ik daar heel consequent in ben en dat moment goed aanvoel.”

8. Wat heeft Harbaoui nu nodig om meer te scoren?

“Een ploeg die hoger speelt misschien, wat meer steun van achteren. Kleine factoren samen. Maar het belangrijkste voor hemzelf is dat hij de goals niet gaat zoeken. Een scorende spits is niet iemand die een wedstrijd beleeft als ‘ik moet vandaag scoren’ . Dat doet hij nog te veel. Als een diepe spits het collectief kan laten voetballen, gaat hij zelf ook zijn goals maken.”

9. Heeft de uitschakeling tegen Pilsen voor een decompressie gezorgd? In plaats van Atlético Madrid, Coimbra en Hapoel (de tegenstanders van de Tsjechen in de groepsfase, nvdr) is het weer Lierse, Bergen, Kortrijk, Charleroi…

“Neen, ook al zijn we er heel dicht bij geweest en is Pilsen echt wel een goeie ploeg. Wij zijn zo ver nog niet, we moeten niet verder kijken dan Lokeren, omdat we nog geen zekerheid zijn in de top zes. Als de uitschakeling niet was gebeurd, hadden we misschien wél een andere intentie gehad in de slotfase van de transfermarkt. Ik denk dat die voor Benji bijvoorbeeld wel van belang is geweest. Op dat vlak is er na zijn vertrek wél wat decompressie geweest. Vooral mentaal. Daar hebben we heel hard voor moeten werken, om de groep een nieuwe motivatie te laten vinden. Nu werkt de groep héél hard, maar we lopen wel op de toppen van onze tenen, want met Waregem en daarna Club Brugge komen er twee moeilijke wedstrijden aan.”

10. Is het een teleurstelling dat het publiek niet volgde na de bekerzege?

“Misschien was de open brief van de voorzitter beter iets vroeger gekomen. 4000 toeschouwers is te weinig, maar als je van 4000 naar 5000 gaat, is er wel wat gebeurd en je moet je ook afvragen: is verdere groei mogelijk? Wat heb je te bieden, extrasportief, qua accommodatie? Een goeie ploeg is niet altijd voldoende voor veel mensen.”

DOOR PETER T’KINT

“Een goeie ploeg is niet altijd voldoende voor veel toeschouwers.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content