Het is een kleine wereld en vandaag schuift Roel Bellens opnieuw aan tafel met de man die volgens hem onterecht verantwoordelijk is gehouden voor de ondergang van Lommel, Gaston Peeters. In Lier zit Strategus namelijk de zogenaamde Marketingcel Lierse 2006 voor, opgericht door een zestal eigenaars van bedrijven die, zoals Strategus, business-seats hebben bij de club. Bellens verheelt niet dat hij in Peeters de geknipte man zag als verbindingsman tussen het bestuur en de marketingcel. “Maar”, benadrukt hij, “de beslissing heeft altijd bij Gaston Vets gelegen. Wij hebben duidelijk gekozen voor de adviesfunctie en niet voor de bestuursfunctie.”

De bedoeling van de cel is drievoudig. Ten eerste, de festiviteiten voorbereiden waarmee Lierse in 2006 zijn honderdjarig bestaan viert. Ten tweede, courante inkomsten aanboren zodat Lierse tegen die tijd niet meer afhankelijk is van transfers om de operationele tekorten goed te maken (Bellens : “Voor dit jaar zal dat al voor de helft lukken”). En ten derde, de volledige financiering voor het vernieuwde stadion in orde brengen, zodat het Lisp helemaal gerenoveerd is ten laatste tegen het jubileumjaar. “Bij zijn honderdjarig bestaan zou Lierse dan bedrijfsmatig perfect georganiseerd moeten zijn”, maakt Bellens zich sterk.

Nochtans bereiken er over de financiële situatie van Lierse onheilspellende berichten de buitenwereld. Dat komt, zegt Bellens, omdat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen cashtekort wegens opbouw van eigendom en cashtekort wegens operationele tekorten. “Als we de vermogensbalans opmaken van alle Belgische ploegen,” stelt hij, “zijn er slechts drie positief : Anderlecht, Genk en Lierse. Maar wegens de hoge schulden op hun eigendommen hebben de laatste twee het inderdaad behoorlijk moeilijk. Alleen zou men het onderscheid moeten maken of die schulden een eigendom of vermogen hebben opgebouwd, dan wel of ze definitief in de goot zijn verdwenen. Als de schulden bijvoorbeeld minder dan de helft van de eigendomswaarde bedragen, is er economisch weinig aan de hand. Bij Lierse is de verhouding, in Belgische frank, ongeveer 135 miljoen op 420 miljoen investeringen.”

De maanden juni en juli, wanneer er geen wedstrijden en dus evenmin inkomsten uit recettes zijn, zullen in grote mate overbrugd worden door de verkoop van abonnementen en business-seats, die vóór 1 juli betaald moeten zijn. “Gemakkelijk zal het sowieso niet zijn,” beseft Bellens, “maar in ieder geval zal Lierse dan in vijf maanden alles afbetaald hebben. Charleroi daarentegen zal tegen dit tempo minstens víjftig maanden van elk 93.000 euro nodig hebben om bijna 5 miljoen af te lossen. Bovendien zijn er daar nog de onbetaalde lonen van de laatste maanden. Dat wordt vast nog spannend.”

Tot slot stelt Roel Bellens nog de vraag waar het op Europees niveau naartoe gaat. “In Nederland is de helft van de ploegen failliet, de Duitse schuld bedraagt 600 miljoen euro, in Italië en in Spanje een veelvoud, en in Engeland heeft een gemiddelde ploeg als Fulham een jaarlijks tekort van 30 à 40 miljoen euro. Zelfs een topper als Chelsea stapelde de laatste vijf jaar een schuld op van minimaal 150 miljoen euro, om dus maar te zwijgen van Lazio, Barcelona en Madrid. Ik ben echt benieuwd hoe die beroemde Europese licentie er gaat uitzien. De conclusie is dat de schulden van het stadion wel degelijk doorwegen in Lier, maar ze nemen zeker geen abnormale proporties aan, en met uitzondering van Manchester United is iedereen in Europa in hetzelfde bedje ziek.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content