Welk beter moment om even halt te houden bij 102 jaar voetbal dan het 102-jarige bestaan van de wereldvoetbalorganisatie FIFA? Als motief halen we de nostalgie naar lang vervlogen voetbaltijden aan en de zoektocht naar waar het voetbal veranderde. We verblijven uiteraard in de hoop een vervolg te kunnen breien aan al dat moois dat we in de voorbije eeuw voorgeschoteld kregen. Sinds de eerste wereldbeker in Uruguay in 1930 is het voetbal op een onbeschrijfelijke manier veranderd. Broeken werden toen vlotjes tot onder de oksels opgetrokken, men bond schoenen onder die uit vers ingevet, glimmend, nog levend leder bestonden en tot boven de enkel kwamen. Over aerodynamica, veters, gewicht, kleur,… werd met geen woord gerept. Een keeper stond met tuinierhandschoenen en een groot uitgevallen zondagspet tot over de oren tussen vier doelpylonen. Van een doelwachter werd in die tijd verwacht dat hij op risico van verbrijzeling van menig middenvoet- of handbeentje de steenharde knoerten van wedstrijdballen uit zijn doelvlak ranselde. En de coach had in deze periode onvoorwaardelijk een hoed op en niet zelden was dit gebruik ook bij de modale toeschouwer te ontwaren. Een doelpunt werd voor de oorlog ook altijd op een vrij sobere, doch uitgelaten manier gevierd. Men sprong uitgelaten als een opgewonden joch kaarsrecht in het rond met de twee voeten droogjes samen en zwaaide vrolijk naar het publiek. Algauw stormden fotografen met een allesverblindende flits het veld op en vergezelden de gelukkige doelpuntenmaker. In de naoorlogse periode zou er in de loop der jaren uiteraard een evolutie in stijl, omlijsting en cultuur optreden. Het voetbal werd minder potig. Techniek haalde de bovenhand, afgezien van landen zoals West-Duitsland, Argentinië en elk land dat het tegen Pelé en Maradona moest opnemen. Voetbalshirts kregen een meer flashy uitstraling. De voetbalbroek zou in deze era tot een belachelijk kleine maat gaan krimpen, een glanzende gloed krijgen én voorzien zijn van een achterzak. Men weet maar nooit of men tijdens een partij voetbal wat kleingeld of een zakdoek van doen heeft. Scheenbeschermers zouden pas in de jaren tachtig geïntroduceerd worden, men speelde met afgezakte kousen. Ook al lijkt ons dit ensemble heden ten dage afzichtelijk, het moet gezegd dat spelers als Platini, Kempes en Ceulemans het dragen van bovenvermelde outfits tot een ware kunst verheven. Kapsels begonnen ook een erg belangrijke rol te spelen in de voetbalwereld. Het ‘nektapijt’ zou gestaag aan belang gaan winnen. Waar spelers in de vooroorlogse periode nog als koorknaapjes gekapt het veld ophuppelden, liep men op wereldkampioenschappen na de wereldoorlogen met ‘nekmatten’, ringsnorren en opzichtige pony’s te koop. Coaches droegen in deze tijd vrij tot zeer vaak een lange jak en een flink uit de kluiten gewassen donkerbruine bril waarmee men tegenwoordig de toegang tot een stadion ontzegd wordt. Met het moderne voetbal zijn we op een verzadigingspunt gekomen wat betreft cultuur, uitstraling, techniek. Alle kapsels zijn de revue gepasseerd. Hanenkammen en andere mohawks bij David Beckham of Clint Mathis. Weelderige haardossen bij Valderrama of Puyol. Gekleurde kapsels bij Christian Ziege of het Roemeense elftal tijdens het WK 98. Outfits bestaan uit zweetopnemende, aerodynamische of doorschijnende delen of gewoonweg uit één deel, zoals de Kameroeners er als elf mutanten bijliepen. Coaches komen het veld opgestapt in een casual trainingspak of hijsen zich in hun beste pak en blijven binnen hun afgelijnde hok. Het voetbal is een mix van techniek en kracht geworden. Bij het maken van een goal worden treintjes gemaakt, kinderen virtueel in slaap gewiegd, wordt arrogante onverschilligheid geveinsd en worden fotografen bij het betreden van het speelveld hardhandig onderuitgehaald door een meute stewards in fluohesjes. Voetbal is vuil en agressief geworden. Zó agressief zelfs dat men voor een wedstrijd noodgedwongen met een fair-playzeil en 22 kinderen aan de hand het veld op moet stappen. Veel zal het niet uitmaken. Laat ons FIFA alstublieft niet vergelijken met een of andere humanitaire organisatie. Het gaat gewoon om voetbal. Een mooie sport, doch een sport zoals een ander, Herr Blatter. Bepaalde dingen zullen echter nooit veranderen en zullen ons immer bijblijven. Pelé werd wereldkampioen op zijn 17de en scoorde tweemaal in eerste finale tegen Zweden. Duitsland komt altijd terug en zal er altijd staan. Nederland zal nooit wereldkampioen worden. Garrincha wordt na een levensbelangrijke operatie aan de benen het grootste dribbelwonder ooit. Higuita gaat de geschiedenis in als entertainer die probeerde bij te klussen als doelwachter. De Colombiaanse verdediger Escobar bekoopt een owngoal in 1994 met de kogel en in datzelfde WK scoort Roger Milla op zijn 42ste. Maradona maakt tegen Engeland in 1986 de mooiste goal ooit op een WK. Een van de zeven stichters van de FIFA was een Belg. In 1974 kan bij een vrijschop voor Brazilië de Zaïrees Mwepu Ilunga zich niet bedwingen, loopt enthousiast uit de muur en ramt de bal bijna het stadion uit. We kunnen dus besluiten met een algemene waarheid waarop voormalig bondsvoorzitter D’Hooghe met hevig trillende onderkin ons trakteerde : ‘Voetbal is en blijft een feest.’

PETER GEKIERE, ROESBRUGGE-HARINGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content