’24 profclubs is te veel in deze economische ruimte’

© gf

Welke lessen trekt het Belgische voetbal uit de coronacrisis? Zet dit het Belgische voetbalbestel op de helling of doorstaat ons model deze crisis? Sport/Voetbalmagazine stelde vier dezelfde vragen aan een aantal voetbalwijzen uit grote en kleine clubs in België.

Ivan De Witte, voorzitter KAA Gent

Voormalig Pro Leaguevoorzitter Ivan De Witte maakte, voor hij in 1999 voorzitter werd van KAA Gent, als clubbestuurder nog mee dat de hoogste klasse bestond uit een mix van profploegen en semiprofessionele teams.

1. Wat heeft u de afgelopen weken verrast? En welke impact kan deze crisis hebben op uw club?

‘Mijn eerste reactie ging uit naar de menselijke kant van deze crisis die me verraste qua snelheid én impact. Rationeel zal dit voor KAA Gent een terugval van 15 procent betekenen inzake de vaste inkomsten zoals ticketing, publiciteit, skyboxen en mediarechten. Daaraan zullen we dus onze spelerskosten, personeelskosten en onderhoudskosten moeten aanpassen. Qua variabele inkomsten, transfers en Europees voetbal, gaan we minimaal begroten, zoals we dat elk jaar doen. Wat transfers betreft, zal deze crisis zeker een impact hebben, zowel op de bedragen als op het aantal. We hebben een financiële buffer, zij het waarschijnlijk niet van de orde als bij Genk en Club, maar ons doel is wel elk jaar minstens break-even te draaien. Daardoor komen we niet in de problemen bij deze crisis.’

Ik ben tegen het plan om 1A uit te breiden tot 18 of 20 clubs en 1B als tussenstap te elimineren.’ Mehdi Bayat

2. Wat leert deze crisis u over de toekomst van het Belgisch voetbal?

‘Deze crisis zal een behoorlijke impact hebben op ons voetbalbestel, maar zal beheersbaar zijn. Ik wil geen onheilsprofeet zijn, omdat ik echt meen dat we in België over beheersbare bedragen spreken. In de grotere voetballanden zal de impact groter zijn omdat de bedragen ook veel forser zijn dan bij ons. Maar een ramp voorzie ik bij ons niet, omdat het nieuwe televisiecontract wat meer zuurstof zal bieden. Er zijn vandaag nog een paar wankele cases, zoals Lokeren en KV Oostende, maar het is niet meer zo erg als vroeger. Wel hoop ik dat deze crisis ons verplicht om goed na te denken over de professionele voetbalwereld in België, over hoe we de beleidsstructuren van de liga en de bond kunnen bijsturen en beter op elkaar afstemmen.’

Ivan De Witte: 'Deze crisis zal een behoorlijke impact hebben op ons voetbalbestel, maar zal beheersbaar zijn.'
Ivan De Witte: ‘Deze crisis zal een behoorlijke impact hebben op ons voetbalbestel, maar zal beheersbaar zijn.’© BELGAIMAGE

3. Is 24 profclubs in België te veel en moeten we terug naar meer semiprofclubs?

‘In een klein land als het onze met 11 miljoen inwoners is 24 profclubs te veel. De herindeling en de structuur van 1A en 1B zijn aan de orde, maar dat moet nu niet halsoverkop. Een tijdelijke overgangsmaatregel in deze crisistijd voor één jaar kan voor mij, op voorwaarde dat we intussen nadenken over een diepe oefening voor het seizoen nadien, en niet in die overgangsmodus blijven. Voorlopig zit het denken daarover nog vast, maar soms moeten een paar geesten iets lanceren om een systeem in beweging te krijgen. De BeNeLiga vind ik persoonlijk een goed concept, maar zelfs als die er komt zal de implementatie nog een aantal jaar op zich laten wachten. Het zou zeer spijtig zijn dat we ondertussen gewoon verder blijven aanmodderen. Ik zou, zelfs als we naar een BeNeLiga gaan, pleiten om in afwachting daarvan hier toch de structuren te moderniseren. Maar het is niet meer aan mij om dat in handen te nemen. Ik geef nog graag mee de aanzet, maar laat het aan anderen om in te vullen. Ik pleit wel voor de installatie van een werkgroep met een grote inbreng van experten.’

4. Moeten er in de Pro League, zoals in Duitsland, onafhankelijke mensen de leiding in handen krijgen?

‘Ja, maar als je voor onafhankelijke mensen gaat, moeten die niet alleen heel competent zijn qua leiderschap, maar ook voetbalexpertise bezitten. Een competente bedrijfsleider die geen benul van voetbal heeft, kan niet. We moeten goed nadenken waar het zeggenschap komt te liggen. Als alles goed gaat, is het beleid vandaag oké, maar in moeilijke tijden zoals nu heb je als bestuur een stevig mandaat nodig. In tijden van grote crisis is te veel democratie de vijand van de democratie.

‘Vandaag hoor je nog te vaak clubgebonden meningen. Ik maak graag de vergelijking met Europa, waar in tijden van crisis elk land op zichzelf terugplooit en niet alleen letterlijk maar ook symbolisch de grenzen sluit. Dat is ook zo in de liga. Ik hoop dat deze crisis de aanzet vormt om te bedenken hoe we de structuur kunnen verbeteren, naar een concept met meer mandaat. Daarmee wil ik absoluut geen kritiek geven op Peter Croonen voor wie ik veel respect heb en die het goed doet, maar op het kader waarin hij moet functioneren.’

Mehdi Bayat, voorzitter Sporting Charleroi en KBVB

1&2. Wat heeft u verrast en wat leert deze crisis u met betrekking tot de toekomst van het Belgisch voetbal?

‘Mijn taak is net me niet te laten verrassen door welke reactie dan ook. Deze crisis zal niet alleen een impact hebben op ons voetbal, maar op de hele samenleving. Neem bijvoorbeeld onze stadions: hoe gaan we straks naar een wedstrijd kunnen gaan? Met een mondmasker? Vroeger lachte men met Aziaten die dat deden, nu is daar al meer begrip voor. Het kan dat het zo ver komt, omdat een stadion een broeihaard van besmetting kan zijn waarbij duizenden ineens besmet geraken.’

3. Is 24 profclubs in België te veel en moeten we terug naar meer semiprofclubs?

‘Als je zoals nu vaststelt dat veel clubs een tekort hebben, is er een probleem. Ik wacht op een grondige analyse die leert waar het probleem zit: zijn er te veel profclubs voor deze economische ruimte of worden sommige clubs slecht geleid? Semiprofvoetbal vind ik een goeie tussenstap. Op die manier is een club als Deinze vandaag aan zijn licentie geraakt. Daarom ben ik ook tegen het plan om 1A uit te breiden tot 18 of 20 clubs en 1B als tussenstap te elimineren. Als je meteen de sprong moet maken van de amateurreeks naar 1A ga je opnieuw alle problemen zien die we in het verleden kenden, toen de clubs uit tweede klasse vaak economisch kwetsbaar waren en tot elke prijs uit die reeks weg wilden, en daarom soms onverantwoorde risico’s namen op financieel vlak. Door kost wat kost te willen promoveren, belandden sommige clubs in verkeerde handen, dat leidde soms tot hun verdwijning toen die leiders hun sportief doel niet bereikten.’

Zowel binnen de bond als de Pro League zitten er bestuurders met een dubbele pet. Geen gezonde situatie en voor bepaalde dossiers heel moeilijk werkbaar.’ Eddy Cordier

4. Moeten er in de Pro League, zoals in Duitsland, onafhankelijke mensen de leiding in handen krijgen?

‘Uiteraard zou dat beter zijn. Maar we hebben dat al eens geprobeerd en uiteindelijk was de conclusie dat men altijd een compromis komt dat meer belanghebbenden tevreden stelt wanneer de clubs mee aan tafel zitten. Het beste bewijs was het besluit van de raad van bestuur van de Pro League vorige week, dat unaniem gesteund werd ondanks de persoonlijke meningsverschillen.’

Eddy Cordier, CEO Zulte Waregem

1. Wat heeft u de afgelopen weken verrast? En welke impact kan deze crisis hebben op uw club?

‘Terwijl niemand weet wanneer we opnieuw kunnen voetballen, lopen onze kosten door. Mijn verantwoordelijkheid is te zorgen dat ons schip blijft drijven en binnen enkele maanden weer kan varen. Daarom moeten we er nu over waken dat onze begroting niet volledig ontspoort. Zulte Waregem is gezond, we kregen onze licentie voor volgend seizoen zonder problemen, maar je voelt dat we zware tijden tegemoet gaan. Daarom moesten we noodgedwongen onsympathieke beslissingen nemen, zoals de tijdelijke werkloosheid van onze sportieve staf en een groot deel van onze werknemers, en een loonsvermindering van gemiddeld 30 procent bij onze spelers. We overleggen met alle departementen waar nog bespaard kan worden zonder de kwaliteit van onze diensten uit het oog te verliezen. Iedereen, van directie over werknemers tot spelers, moet zijn steentje bijdragen, want niets doen is geen optie.’

Mehdi Bayat: 'Vroeger lachte men met Aziaten die met een mondmasker naar het stadion gingen, nu is daar al meer begrip voor.'
Mehdi Bayat: ‘Vroeger lachte men met Aziaten die met een mondmasker naar het stadion gingen, nu is daar al meer begrip voor.’© BELGAIMAGE

2. Wat leert deze crisis u met betrekking tot de toekomst van het Belgisch profvoetbal?

‘In uitzonderlijke crisissituaties zoals vandaag moet je met de nodige afstand beslissingen nemen in functie van de toekomst en het álgemene belang van het Belgische voetbal. Door de ingewikkelde structuren binnen de voetbalbond en de Pro League kan er nu niet efficiënt, rechtlijnig en snel beslist worden. Alles verzandt in eindeloze discussies die de pers breed uitsmeert. Dat is nefast voor het imago van ons voetbal. Gelukkig was die eensgezindheid en sereniteit er vorige donderdag wél, toen we met de raad van bestuur van de Pro League beslisten om de competitie stop te zetten. Een voorbeeld van hoe het moet.

‘Niettemin kunnen te veel mensen, vertegenwoordigers uit alle afdelingen en ploegen in de beslissingsorganen hun zeg doen. Iedereen spreekt te vaak uit eigenbelang, waardoor het gezond verstand en solidariteit soms ver te zoeken is. We moeten naar eenvoudigere structuren, zowel binnen de bond als binnen de Pro League, met kortere beslissingslijnen. En ook zonder achterpoortjes, zodat beslissingen niet herroepen kunnen worden.’

3. Zijn er te veel profclubs in België en moeten we terug naar meer semiprofclubs?

‘Als deze situatie nog lang aanhoudt, zal de coronacrisis binnen het Belgische voetbal nog jaren voelbaar zijn. Partners en sponsors van veel clubs hebben het bijzonder moeilijk. Dat zal een grote impact hebben op de budgetten die allicht bij alle clubs zullen krimpen. Velen zullen op financieel vlak minder risico’s nemen, anders gaan ze failliet. Zelfs gezonde clubs zoals Zulte Waregem zullen het net zoals gewone bedrijven moeilijk krijgen.

‘Los van deze coronacrisis moet je de vraag stellen of België wel voldoende groot is voor 24 profclubs. Ik denk dat 20 profclubs realistischer is dan 24 en dat we ook naar zo’n competitieformat moeten gaan, zónder play-offs. Alle clubs in 1B lijden zeer grote verliezen. De (licentie-)eisen zijn veel te hoog en sommige clubs nemen veel te veel risico’s om te kunnen promoveren. Teruggaan naar semiprofessionalisme zou alleen maar tot kwaliteitsverlies leiden. Dat moeten we vermijden als het Belgische voetbal op Europees niveau nog een rol van betekenis wil spelen. We moeten zelfs nog méér professionaliseren, op het veld, qua begeleiding van spelers – ook bij de jeugd – en ernaast.’

4. Moeten er in de Pro League, zoals in Duitsland, onafhankelijke mensen de leiding in handen krijgen?

‘Zeker. Zowel binnen de bond als de Pro League zitten er bestuurders met een dubbele pet. Geen gezonde situatie en voor bepaalde dossiers heel moeilijk werkbaar. Een mix zou beter zijn: vertegenwoordigers uit de clubs die de problemen kennen, aangevuld met onafhankelijke experten die over de nodige voetbalkennis beschikken. Mensen die beslissingen kunnen nemen, voorstellen kunnen uitwerken om die daarna ter stemming voor te leggen aan alle profclubs. Zonder dat er in dat voorafgaand proces gelobbyd wordt om de ene of de andere bestuurder in een bepaalde richting te duwen, zoals nu te vaak gebeurt. In crisissituaties zoals deze moeten we zelfs nog meer gewicht geven aan onafhankelijke experten. Zoals ook de politici nu luisteren naar de virologen.’

Klein tegen groot blijft, net als promotie en degradatie, een zeer attractief gegeven in het voetbal.’ Christoph Henkel

Christoph Henkel, algemeen directeur KAS Eupen

De visie van Christoph Henkel is interessant omdat hij, voor hij in 2012 in Eupen aan de slag ging, jarenlang actief was in de Bundesliga bij de jeugdopleiding van 1. FC Köln.

1. Wat heeft u de afgelopen weken verrast? En welke impact kan deze crisis hebben op uw club?

‘Belangrijk was dat we zo snel mogelijk een perspectief kregen op hoe het verder moet. Mentaal hadden wij al afscheid genomen van dit seizoen. Ons doel, het behoud, was bereikt. Wat nu telde, was het voorbereiden van volgend seizoen. Misschien gaan we in de zomer terug van start zonder publiek, of in de herfst met publiek. Als we pas met Kerstmis terug kunnen voetballen, hebben we een probleem.

‘Economisch hebben we altijd zeer voorzichtig gewerkt. Dat laat ons toe om tot het einde van het seizoen de lonen door te betalen, ongeacht de beslissing om de competitie te hervatten of definitief te stoppen. Onze verliezen zijn kleiner dan bij de grotere clubs, die veel inkomsten aan toeschouwersaantallen missen. Omdat wij relatief weinig toeschouwers hebben, weegt dat deel van de inkomsten niet zo zwaar op ons budget.’

2. Wat leert deze crisis u met het oog op de toekomst van het Belgische voetbal?

‘België is een competitie waar clubs zeer afhankelijk zijn van transferinkomsten. Ook voor ons is dat zo. Dat kan een probleem worden, omdat deze crisis een enorme impact gaat hebben op de mercato. Er zal minder geld beschikbaar zijn, en dus ook minder uitgegeven worden, waardoor de Belgische clubs minder inkomsten krijgen. Dat is anders in Duitsland waar transfers een kleiner aandeel hebben in de inkomsten ( 16 procent vorig seizoen, nvdr) terwijl tv-gelden daar meer impact hebben dan hier ( 36 procent vorig seizoen, nvdr).

Eddy Cordier: 'Partners en sponsors van veel clubs hebben het bijzonder moeilijk. Dat zal een grote impact hebben op de budgetten die allicht bij alle clubs zullen krimpen.'
Eddy Cordier: ‘Partners en sponsors van veel clubs hebben het bijzonder moeilijk. Dat zal een grote impact hebben op de budgetten die allicht bij alle clubs zullen krimpen.’© BELGAIMAGE

‘Belangrijk vind ik dat de beslissing die zich straks opdringt om met een bepaald competitieformat door te gaan, genomen wordt op basis van feiten. Dit thema is té complex om vandaag te zeggen: ik ben voor dit, of voor dat. Ik wil eerst graag alle feiten op tafel zien. Nu liggen die er nog niet, er speelt nog te veel emotie mee, zeker in een crisismoment als dit. Daarom pleit ik ervoor om niet te snel te beslissen.’

3. Heeft België te veel profclubs en moeten we terug naar een aantal semiprofclubs?

‘Qua omvang en aantal inwoners valt België te vergelijken met de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Daar heb je minder profclubs dan in België. Als je uitgaat van een vrije arbeidsmarkt zonder regulering wordt 24 profclubs laten overleven moeilijk.

‘Een terugkeer naar de combinatie profclubs-semiprofclubs acht ik uitgesloten. De trend is net dat die meer uit mekaar groeien. Dé vraag wordt: hoe reguleer je de overgang van de ene categorie, semiprofclubs of amateurclubs, naar het profvoetbal, en omgekeerd? Dat wordt dé uitdaging voor het Belgische voetbal de komende jaren. Ik heb daar geen ad-hocmening over, maar ik vind het belangrijk dat je de overgang kan blijven maken. Veel voetbalverhalen die in het geheugen blijven hangen hebben te maken met promoties en degradaties. Ik zou een afgrendeling tussen profvoetbal en amateurvoetbal betreuren. Maar je kan dat beter managen. In Duitsland had je vroeger een kloof tussen de Bundesliga en tweede klasse. Die enorme kloof is bijna gedicht, omdat de kleinere clubs door het solidariteitsmechanisme meer geld krijgen dan vroeger. Nu heb je daar een nieuwe kloof, tussen tweede en derde klasse. In België accepteert men dat topclubs veel meer geld krijgen, maar je hebt pas een aantrekkelijke competitie wanneer de kleinere clubs hun rol kunnen spelen. Klein tegen groot blijft, net als promotie en degradatie, een zeer attractief gegeven in het voetbal. Om dat te behouden mogen de verschillen tussen wat de clubs krijgen niet té groot zijn.’

4. Moeten er in de Pro League, zoals in Duitsland, onafhankelijke mensen de leiding in handen krijgen?

‘Naar de toekomst toe zou het beter zijn om in discussies de stem van onafhankelijke experten te horen. Ik ben voor meer onafhankelijke mensen in de organisatie van de Pro League. Al te vaak valt me hier bij discussies het onderscheid tussen de G5, de K11 en de clubs uit 1B op. Ik mis soms het algemeen belang, de wil om de eigen clubbelangen te overstijgen en ons af te vragen: wat kunnen we samen beter doen om het product Belgisch voetbal beter en aantrekkelijker te maken? Veel ideeën en voorstellen in het Belgische profvoetbal worden nog aangestuurd vanuit de situatie van de eigen club, in plaats van denkend aan het algemeen belang.’

Peter Croonen, voorzitter KRC Genk en Pro League

1. Wat heeft u de afgelopen weken verrast? En welke impact kan deze crisis hebben op uw club?

‘Ons Genks model, jonge mensen kansen geven, is een heel mooi, maar ook een risicovol model, omdat je niet elk jaar op hetzelfde niveau presteert. Ons eigen vermogen dat we de voorbije jaren hebben opgebouwd ( thans 45,5 miljoen euro, nvdr) laat ons toe de timing van in- en uitgaande transfers meer zelf in de hand te houden dan voorheen. Ten tweede zijn we een vzw, dus geen nv die kan terugvallen op een of een paar aandeelhouders. Daarom willen wij een buffer om in elk mogelijk scenario twee mindere seizoenen te kunnen overbruggen zonder in de problemen te komen. Dit blijkt in crisistijden zoals nu zeker de juiste strategie. Financieel hebben we dit jaar de juiste keuzes gemaakt. Een voorzichtig beleid maakt dat je spelers die hun laatste jaar dreigen in te gaan, zoals Ally Samatta en Sander Berge, tijdens de wintermercato die daaraan voorafgaat probeert te transfereren.’

Deze crisis bewijst dat extra financiële buffers nodig zijn, in ieders belang.’ Peter Croonen

2. Wat leert deze crisis ons over het Belgische voetbalmodel?

‘Deze crisistijden bewijzen dat extra financiële buffers nodig zijn, in ieders belang. Het is geen geheim dat ik voorstander ben van een strenge controle op het financiële beleid van onze profclubs, maar die houding sluit niet uit dat je op korte termijn, in tijden van crisis zoals nu, empathisch werkt. Maar op langere termijn is het wenselijk dat die buffer groot genoeg is.’

3. Zijn er te veel profclubs in België en moeten we terug naar semiprofclubs?

‘Die tijd is voorbij. Het is niet gezond om te grote verschillen te hebben binnen één reeks. De risico’s die dan genomen worden om toch maar mee te kunnen, zijn onverantwoord. Op korte termijn moeten de reglementen nageleefd worden. Als profclubs failliet gaan, kunnen clubs daaronder die voldoen aan de voorwaarden hun plaats innemen in 1B. Op langere termijn ligt de vraag om naar minder profclubs te gaan op tafel. Veel clubleiders delen mijn mening dat er te veel profclubs zijn. Ons economisch draagvlak in België is niet groot genoeg voor 24 profclubs die min of meer op hetzelfde niveau leven. De verschillen mogen niet te groot zijn, anders leidt dat bijna onvermijdelijk tot accidenten, zoals dit jaar. Vierentwintig profclubs is te veel, maar ze zijn er nu. De vraag is: hoe pak je dat op middellange termijn aan? Schaalvergroting zoals met een BeNeLiga is een alternatief.’

Christoph Henkel: 'Veel ideeën en voorstellen in het Belgische profvoetbal worden nog aangestuurd vanuit de situatie van de eigen club, in plaats van denkend aan het algemeen belang.'
Christoph Henkel: ‘Veel ideeën en voorstellen in het Belgische profvoetbal worden nog aangestuurd vanuit de situatie van de eigen club, in plaats van denkend aan het algemeen belang.’© BELGAIMAGE

4. Moeten er in de Pro League, zoals in Duitsland, onafhankelijke mensen de leiding in handen krijgen?

‘Wij zijn een mix van beide, met een professioneel management dat onafhankelijk kan werken, en daarnaast een raad van bestuur die een belangrijke beslissingsbevoegdheid heeft. Voorlopig werkt dat, maar het is niet altijd gemakkelijk. Vandaag moeten we vooral bezig zijn met dringende en lopende zaken, eerder dan te focussen op filosofische discussies. Dat clubbelang meespeelt bij de discussies is inherent aan ons systeem als ledenvergadering. Dat hoeft geen probleem te zijn zolang we maar tot een algemeen gedragen besluit komen. We zijn ook in de raad van beheer met genoeg om te vermijden dat één club zijn belang zwaar laat doorwegen. Uiteindelijk zijn we de voorbije weken gestart met uiteenlopende, individuele standpunten en zijn we snel gekomen tot een algemeen gedragen besluit. Het is niet mijn stijl om te makkelijk en te vaak op tafel te kloppen. Ik vind het belangrijk dat iedereen in zijn waarde wordt gelaten en aan het debat kan deelnemen.

Peter Croonen: 'Veel clubleiders delen mijn mening dat er te veel profclubs zijn.'
Peter Croonen: ‘Veel clubleiders delen mijn mening dat er te veel profclubs zijn.’© BELGAIMAGE
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content