François Duval blijft het bont maken.

Door Jo Bossuyt

Het tart stilaan de verbeelding. Telkens als hij alweer een inrit naar een serieuze carrière krijgt aangeboden, rijdt François Duval zich hopeloos vast. Deze keer was het bierondernemer Anthony Martin die wel eens geld in die snelle jongen uit Cul-des-Sart wilde stoppen: hij zette zijn biermerk Gordon op een Skoda Fabia S2000 en investeerde samen met de Belgische importeur van het Tsjechische automerk in een deelname aan de rally van Ieper, die meetelt voor het IRC-kampioenschap. Natuurlijk schuiven betrokkenen zelf geen bedrag voorop, maar uit een rondvraag in het rallywereldje bleek dat een dergelijke operatie tussen de 50.000 en 100.000 euro moet kosten, misschien zelfs nog iets meer. In ruil daarvoor kregen de investeerders wel heel weinig return: na amper driehonderd meter in de allereerste snelheidsrit ging Duval er al uit. Volgens iedere neutrale rallykenner met veel te hoge snelheid in de bocht, en de wei in. De averij die zijn Skoda Fabia opliep was te groot om voort te rijden. Zijn uitleg: “Koude banden …”

Het is niet de eerste keer dat Duval zijn kansen zo te grabbel gooit. Het lijkt inderdaad alsof het 28-jarige Waaltje zich telkens opnieuw inspant om de mensen die hem vertrouwen schenken een koude douche te bezorgen. De geldschieters en teambazen die niet meer van Duval willen horen, zijn stilaan erg talrijk. “Ik heb mijn bekomst gehad”, citeren we iemand. “Hij is verschrikkelijk snel, maar hij bracht me zo vaak in een situatie waarin ik me serieus schaamde, dat ik niet meer met hem wil werken.” Want ook dat is het: de spontaniteit en bijwijlen vertederende naïviteit van François Duval worden al snel geïnterpreteerd als arrogantie en lomp-heid. Onopzettelijk, natuurlijk, maar zo zit hij nu eenmaal in elkaar. Zoals zijn houding en dat onmiskenbare glimlachje, toen hij in Cyprus 2005 naast een uitgebrande Citroën zijn verhaal deed en de bazen in Parijs er niet mee konden lachen. Immers: onbehouwen gedrag wordt gepruimd als je wint en heel zelden blundert, maar die combinatie heeft Duval nooit uit zijn stuur kunnen toveren. Jammer, want aan de Belg gaat stilaan een zeer groot talent verloren. In 2004 liep het nochtans lekker: de Belg presteerde goed bij Ford en leek op weg naar een statuut van kopman, toen hij aan het einde van het seizoen een compleet verkeerde keuze maakte: hij tekende voor Citroën, waar hij in een Frans team naast de Franse wereldkampioen Sébastien Loeb belandde. En tot overmaat van ramp: in plaats van rustig punten te pakken en te groeien, probeerde de Belg het onmogelijke: Loeb kloppen. Het resulteerde in de openingsmanche van het seizoen al meteen in een versplinterde Citroën. En een C4, papieren versie dan, aan het einde van het seizoen. Zo zijn er nog tal van doodjammere voorbeelden. Met zijn stuurslag en een ietwat andere aanpak, misschien de juiste begeleiding, had Duval inderdaad een wereldtopper kunnen worden. Maar dat mogen we dus stilaan vergeten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content