Hebben we nu negentig procent kans om naar Brazilië te gaan of is het een paar procentjes meer?

Georges Leekens: “We gaan, dat staat vast. Toen ik het had over die fameuze negentig procent van het werk dat af was toen ik bij de Duivels wegging, heeft men me verkeerd geïnterpreteerd. Ik bedoelde niet dat negentig procent van het sportieve werk af was. Wel dat ik de structuren aangepast had en het functioneren van de Rode Duivels optimaal heb helpen professionaliseren. Toen ik begon, hield Dick Advocaat zijn meetings in een keukentje op de bond en was er niet eens een fysiektrainer. Onder mij is er een complete medische cel uit de grond gestampt door onder meer Lieven Maesschalck aan te trekken. Er is een scoutingcel uitgebouwd, een communicatieverantwoordelijke, een teammanager en een verantwoordelijke voor de veiligheid aangetrokken. Ik heb zelfs een paar sponsors aangebracht. Daardoor kon het team in de best mogelijke omstandigheden werken en daar profiteert men nog steeds van. Ik heb van Vincent Kompany ookmijn kapitein gemaakt. Drie jaar geleden was dat ondenkbaar. En we hebben het publiek weer naar het stadion gelokt. Ik herinner me nog een tijd toen de Rode Duivels geen 35.000 fans lokten wanneer ze thuis tegen Azerbeidzjan speelden. Men mag me veel verwijten, maar Leekens is wél meer geweest dan gewoon maar een bondscoach.”

Geef eens drie redenen waarom Wilmots de juiste man op de juiste plaats is.

“In mijn tijd was hij niet mijn assistent, maar trainer, zoals ik. Men vergeet dat ik hem altijd vertrouwen heb gegeven. Het was onder mij dat hij teruggekeerd is bij de nationale ploeg, nadat hij in de jaren negentig afscheid had genomen. Ik heb van hem toen mijn kapitein gemaakt. Als de bond iemand anders had aangeduid als mijn opvolger, was men niet van nul af aan begonnen, maar wel van erg ver. De planning was dat hij me zou opvolgen na het WK in Brazilië. Dat is alleen een beetje vroeger gebeurd. Wilmots heeft troeven genoeg: hij is Belg, kent de kern door en door en wordt gerespecteerd door het publiek.”

Intussen is Hazard ‘incontournable’ bij de Duivels en bij Chelsea. Wat vindt u daarvan?

“Toen ik bondscoach was, had hij het talent en de persoonlijkheid, nu heeft hij daar nog eens uitstraling bij. Bij Rijsel was hij een goeie speler, bij Chelsea werd hij een topspeler. Hij is geëvolueerd en hij neemt nu zijn verantwoordelijkheid. En hij werkt. In sommige matchen zie ik hem mee terugzakken tot op de linksbackplaats. Ook daarom wordt hij nu gerespecteerd door de anderen.”

Na uw ontslag bij Club had men het over een ontslagpremie van 2,5 tot 3 miljoen euro. Het bestuur toonde zich bereid om naar de rechtbank te stappen met als argument dat de resultaten niet in verhouding waren. Hoe zit dat met die zaak?

“Er komt geen proces, ik heb een akkoord gesloten met Bart Verhaeghe.En wat die tegenvallende resultaten betreft: half oktober stond Club op kop, zat het nog in de Belgische beker én in de Europa League. Het had al jaren niet meer zo’n goeie start gekend. Maar het was niet goed genoeg. Zelfs als ik kampioen geworden was, was het niet genoeg geweest. Robert Waseige had het ook moeilijk toen hij Standard overnam nadat hij Belgisch bondscoach was geweest. Het ligt in België moeilijk wanneer een bondscoach zelf stopt. Het wordt je niet vergeven. Ik kreeg iedereen op mijn dak. Tegen zo’n tsunami vermag je niets. Ik zal u wat verklappen: de nationale ploeg verlaten was niet de beste beslissing die ik in mijn trainersloopbaan heb genomen.”

Hebt u na de perikelen bij de Duivels en Club nog wel een toekomst als toptrainer?

“Het heeft me goed gedaan om even afstand te nemen van het voetbal. Vandaag begint het weer te kriebelen. Ik zie me wel eerder aan de slag gaan in het buitenland dan in België, maar nog steeds als trainer.”

DOOR PIERRE DANVOYE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content