Psycholoog Jef Brouwers, begeleider van onder andere Frank De Bleeckere, over de paria’s van de Jupiler Pro League. ‘Veel scheidsrechters zijn ervan overtuigd dat ze het goed doen. ‘

7 december 2002, Jan Breydelstadion, Brugge. De voetbalklassieker tussen Club Brugge en An-derlecht ontaardt in een ordinair straatgevecht. Birger Maertens, Glen De Boeck en Nenad Jestrovic krijgen rood, Frank De Bleeckere trekt ook nog eens acht gele kaarten. Club wint met 2-1, twee uur na de wedstrijd zit De Bleeckere nog altijd in het kleedkamertje, diep in de catacomben van het Jan Breydelstadion. Wanneer hij na de wedstrijd thuiskomt, is een raam aan de voorkant van zijn huis in Oudenaarde stukgeslagen. Aan de voordeur ligt een Anderlechtvlag. In de nacht van zaterdag op zondag moet een politiepatrouille de wacht houden aan het huis van De Bleeckere.

“Vanaf toen ben ik met Frank beginnen te werken”, zegt Brouwers. “Hij concentreerde zich op de verkeerde zaken. Zoals Scheidsrechter van het Jaar willen worden. Maar wat stelt het voor dat spelers je de beste ref vinden? Dat je de sympathiekste bent? Of dat je weinig kaarten trekt? Spelers zijn de verkeerde doelgroep. Want zij kunnen scheidsrechters niet naar een WK of een match in de Champions League sturen. Dat heeft Frank ingezien. Hij besefte dat hij er niet zou geraken. Hij werd elke wedstrijd verguisd, maar is er toch gekomen. Dát is professionalisme.

“Als je job met ’top’ begint – topmanager, topsporter, topscheidsrechter – moet je nadenken. Een scheidsrechter mag emotie tonen, maar het moet gespeelde emotie zijn. Hij moet altijd weten wat hij doet.” Uniforme arbitrage

Brouwers maakt dus een onderscheid tussen natuurlijke en gemaakte competenties. “Het belangrijkste is dat natuurlijke competenties de scheidsrechter niet nekken, zoals dat het geval is bij Pieter Vink, nummer één in Nederland. Op basis van zijn natuurlijke competenties zou ik hem nu al de finale van het WK geven. Er is maar een probleem: hij mocht niet gaan. Hij heeft zo veel natuurlijke kwaliteiten dat hij de limieten, de valkuilen niet meer ziet. Te arrogant, te agressief, zowel op als naast het veld. Frank heeft natuurlijke talenten en gemaakte. Dat is het verschil met Paul Allaerts, die beter is dan De Bleeckere, maar Paul heeft gekozen voor de natuurlijkheid, eerder dan voor het gemaakte. Hij heeft ook een carrière bij Dexia en relativeert zijn job als scheidsrechter.

“Ook de manier waarop een scheidsrechter zich naast het veld beweegt, wordt steeds belangrijker. Hoe is hij gekleed? Wat zegt hij tijdens het diner – een onhebbelijke gewoonte in België – na de wedstrijd? Hoeveel drinkt hij? Wat zegt hij in zijn stamcafé over het Centraal Scheidsrechterscomité of over de voetbalbond? Met die zaken houd ik me bezig, met als bedoeling de complexiteit zo klein mogelijk te maken en de voorspelbaarheid maximaal. Ik wil de scheidsrechter naar honderd procent voorspelbaarheid en nul procent complexiteit brengen. Hoe doen we dat? Via allerlei testen kom ik tot een steekkaart van zijn persoonlijkheid – intelligentie, mentale weerstand, gedrag – waarna het resultaat wordt besproken en de scheidsrechter zichzelf beter leert kennen. We bekijken samen beelden van wedstrijden. Hoe reageert hij wanneer alles verloopt zoals hij het wil? En hoe reageert hij als dat niet het geval is?” De gesprekken met De Bleeckere waren vaak confronterend. Brouwers: “Als ik met atleten werk en niet zeg wat ik dénk dat er moet gebeuren, is dat nutteloos. Dan kunnen we net zo goed samen een koffietje drinken. Kritiek dient om te verbeteren.

“Frank staat in België op eenzame hoogte, met net daaronder Paul Allaerts. Daarna gaapt een diepe kloof. Er zou een groot verschil moeten zijn tussen scheidsrechters in eerste en vierde klasse, maar komt het eruit? Stéphane Breda, bijvoorbeeld, vind ik een heel goede scheidsrechter. Hij volgt de richtlijnen, fluit wat moet, maar veel mensen houden daar niet van. Je mag Breda alle wedstrijden geven, hij hééft alle competenties, maar omdat hij bij de vakbond gepromoveerd is, stopt hij ermee. Dat kan ik mij niet voorstellen, zeker niet na een seizoen waarin hij Club Brugge – Anderlecht mocht leiden. Die promotie is slechts een van de redenen. De problemen waarmee scheidsrechters dit seizoen geconfronteerd werden, hebben zeker mee-gespeeld in zijn beslissing. Wat dit seizoen allemaal in de gazetten verschenen is… De scheidsrechters werden nooit uit de wind gezet.”

Door de standaardisatie worden scheidsrechters gedwongen beslissingen te nemen waarvan ze aanvoelen dat ze niet juist zijn. Moet je hen niet meer op gevoel laten fluiten, meer mens laten zijn?

“Néén! De enige manier om situaties minder complex te maken, is standaardiseren. Rood voor een tackle met gestrekt been, bijvoorbeeld. Maar je stelt vast dat scheidsrechters en journalisten beginnen te interpreteren. ‘Was het wel opzettelijk?’ Heeft er niets mee te maken. Topvoetballers weten perfect waar hun voet terechtkomt.

“Bal wegtrappen na fluitsignaal? Gele kaart. Truitje uittrekken? Gele kaart. Dat die speler daardoor de volgende wedstrijd moet missen, is een opmerking die niets ter zake doet. Een scheidsrechter mag vooral niet als voetballiefhebber redeneren en nadenken over wat voor de speler belangrijk is, want dan komt hij in een honderd procent complexe situatie. Plus: hij heeft een contract met zijn werkgever, die bepaalt wat hij moet doen en hem daarvoor 1500 euro per wedstrijd – in Nederland minimum 2000 euro – betaalt. Je bént geen scheidsrechter, je bent iemand die fluit. Je hebt een taak, meer niet. Standaardisatie leidt tot uniformiteit. Dat is het verschil tussen een goede en een excellente scheidsrechter.

“De kunst is om negentig minuten geconcentreerd te blijven. Een topscheidsrechter zit altijd aan de top van mentale spanning. Vergelijk het met een topkeeper die een hele wedstrijd niets te doen heeft, maar toch die ene moeilijke bal pakt. Waarom zijn er invallers die onmiddellijk scoren? Omdat ze op de bank niet geslapen hebben, de wedstrijd volgden en onmiddellijk wisten waar ze moesten staan. Didier Mbenga zit bij de LA Lakers drie vierde van de tijd op de bank, maar wanneer hij op het veld komt, staat hij er onmiddellijk. Mentale focus… Ik pleit al heel lang voor professionele scheidsrechters, zoals in andere landen. Wie zich niet met andere zaken moet bezighouden, is nóg geconcentreerder.”

Heins videocompilatie

Paul Allaerts zegt dat hij meer respect krijgt in Europa dan in de Belgische competitie. ‘We maken evenveel fouten, maar buitenlandse topspelers reageren niet.’

“Topspelers beseffen dat een scheidsrechter deel uitmaakt van het voetbal. Als hij zijn job niet goed doet, kunnen ze nooit succesvol zijn. Frank De Bleeckere is ‘geconnecteerd afstandelijk’ waardoor spelers het gevoel hebben dat hij met hen meedoet. Hij máákt de wedstrijd door zijn verantwoordelijkheid op te nemen en is daardoor de belangrijkste persoon op het veld. Topvoetballers weten dat. Hoe lager het niveau van spelers of trainers, hoe meer ze de fouten bij iemand anders zoeken en daardoor hun verantwoordelijkheid ontlopen. In België is er nooit respect geweest voor de scheidsrechters. Filip Joos en Frank Raes zeggen, voor de samenvattingen, nu tenminste al de naam van de ref. Vroeger gebeurde dat niet.

“Als we nu straks ook nog de namen van de assistenten krijgen, is het helemaal goed. Want zij zijn ongelofelijk belangrijk. Frank beseft dat, spreekt nooit over ‘ik, ik, ik’, maar over zijn team ( Peter Hermans en Walter Vromans, nvdr). De assistenten hebben evenveel inbreng als de scheidsrechter.

“Ik stel met plezier vast dat Joos bij een bepaalde fase al eens zegt ‘juiste beslissing’ of ‘goed gefloten’. Natuurlijk zijn scheidsrechters geraakt door kritiek, maar hoe meer het overdreven wordt, hoe minder problemen ze ermee hebben. En wat Hein Vanhaezebrouck deed – een videocompilatie van verkeerde beslissingen op de website zetten – was te gek voor woorden. Karikaturaal! Zo belachelijk, dat zelfs de scheidsrechters daarmee lachten.”

De Franse voetbalbond geeft scheidsrechters dezelfde wettelijke bescherming als agenten uit de publieke sector. Bij fysieke of verbale aanvallen volgt een gerechtelijke sanctie, overtreders riskeren een boete tot 30.000 euro en een celstraf van twee jaar. Een goede oplossing?

“Ook de UEFA geeft zware boetes. In het voetbal, waar het alleen om geld gaat, kun je spelers en trainers enkel straffen door in hun portemonnee te zitten. Ik ben in de eerste plaats bekommerd om de kwaliteit van de scheidsrechters, maar het spreekt voor zich dat beslissingen van het sportcomité invloed hebben op mijn job. De scheiding der machten is perfect, maar wanneer het beroepscomité een schorsingsvoorstel van vijf reduceert naar twee speeldagen, hééft dat een impact op de scheidsrechter.”

Ook het Centraal Scheidsrechterscomité zet de scheidsrechters onder druk. Worstelen ze daarmee?

“Natuurlijk is er druk, alleen geven ze het niet toe en dát is het probleem. Als je zegt dat je onder druk staat, heb je al minder druk. Scheidsrechters denken dat ze objectief zijn, maar dat kan niet. Ze kunnen het alleen worden als ze beseffen dat ze subjectief zijn. Je kunt subjectiviteit alleen uitschakelen wanneer je het erkent. Als iemand mij spontaan vertelt dat hij geen racist is, pas ik altijd heel erg op. Want hij is het wellicht wel. Een mens functioneert nu eenmaal zo.”

Met de dood bedreigd

Robert Jeurissen, hoofd van het Centraal Scheidsrechterscomité, pleit al langer voor psychologische begeleiding van scheidsrechters, maar zijn oproep valt in dovemansoren. Alleen Frank De Bleeckere en Wim Smet werken op geregelde basis met u samen.

“Tachtig procent van de scheidsrechters ís niet coachbaar, ook niet door de waarnemers, omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze het goed doen en vooral heel weinig kritiek kunnen incasseren. Ik werk veel intensiever in Nederland, waar ik zes keer per jaar naar de centrale bijeenkomsten van de KNVB ga en op vraag van scheidsrechters wedstrijden bijwoon. En ik stel vast dat Nederland momenteel drie scheidsrechters – Vink, Björn Kuipers en Kevin Blom – in de elitegroep van de UEFA heeft. Het is belangrijk dat je openstaat voor mijn werk. Wim Smet, bijvoorbeeld, komt na elke wedstrijd langs voor een analyse. Ik werk permanent met twee Belgische scheidsrechters, anderen komen alleen wanneer ze uitgescholden of met de dood bedreigd worden. Zoals Luc Wouters, na de match Anderlecht – Club Brugge.”

Belgische scheidsrechters hebben meer schroom om naar een psycholoog te stappen?

“Belgen accepteren niets, Hollanders alles, want dat zijn protestanten. God is altijd aanwezig, maar je kunt niet biechten. Ze moeten met hun problemen blijven rondlopen, dus proberen ze die te vermijden. Consultants worden hier sneller in vraag gesteld. Maar er is een fundamenteel verschil tussen een psycholoog en een mental coach – meestal een ervaringsdeskundige – of motivator. Ik denk dat ik toch een andere bijdrage kan leveren dan iemand die twintig jaar gevoetbald heeft. Ik probeer de match te maken tussen de ingrediënten van de scheidsrechter en die van de maatschappij. Maar je kunt het niet opleggen. De bedoeling is preventief te werken. Voorzorg in plaats van nazorg. De UEFA heeft een psycholoog in dienst, Mattia Piffaretti, die alle scheidsrechters in de Champions League begeleidt. Engelse scheidsrechters krijgen per seizoen ongeveer twaalf dagen psychologische begeleiding. Per speeldag worden twee wedstrijden in de Premier League gevolgd door een psycholoog, die naast de vierde official op de bank zit. Dát is begeleiding. De psycholoog maakt de scheidsrechter niet, maar hij kan wel voorkomen dat hij zichzelf elimineert.”

door chris tetaert – beelden: reporters

De psycholoog maakt de scheidsrechter niet, maar hij kan wel voorkomen dat hij zichzelf elimineert.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content