In de aanloop naar het WK in Brazilië gidst Sport/Voetbalmagazine u door het Braziliaanse voetbal aan de hand van het alfabet.

RIVALDO (Recife, 19 april 1972)

Voetbalnaam van Vítor Ferreira Barbosa. Debuteerde in 1993 op het hoogste niveau met Corinthians, maar trok al na één seizoen naar buur Palmeiras. In 1994 werd hij met de groen-witten landskampioen. In 1996 transfereerde hij naar Deportivo La Coruña, waar hij zo’n indruk maakte dat hij na één jaar werd aangetrokken door Barcelona als vervanger van Ronaldo. Rivaldo was meer een regisseur dan een afwerker en werd in 1999 uitgeroepen tot Wereldvoetballer van het Jaar.

Rivaldo verzamelde 74 caps en scoorde 34 keer voor de Goddelijke Kanaries. Hij was een van de uitblinkers op het WK 2002. Na het WK verruilde hij Barcelona voor AC Milan. Hij sloot zijn Europese carrière af in Griekenland, bij Olympiacos en AEK.

RIVELLINO, ROBERTO (São Paulo, 1 januari 1946)

Met drie doelpunten had deze linkspoot een belangrijke inbreng in de wereldtitel van 1970. Hij was niet snel, maar had een uitstekende techniek en een moordend schot. Patata Atômica (Atoomschot) was zijn bijnaam. Op het WK van 1974 had hij een meer centrale rol en in 1978 hobbelde hij maar wat mee. Rivellino droeg aanvankelijk de kleuren van Corinthians, maar stapte in 1975 over naar Fluminense. Hij sloot zijn carrière af bij Al Ahly in Saudi-Arabië.

ROMARIO (Rio de Janeiro, 29 januari 1966)

Voetbalnaam van Romário de Souza Faria. Debuteerde in februari 1985 bij Vasco da Gama. Hij scoorde van in het begin aan de lopende band. In 1988 verhuisde hij naar Eindhoven. Hij speelde vijf jaar voor PSV, waarmee hij drie landstitels won en even vaak topschutter werd. In 1993 koos hij voor Barcelona. 1994 werd zijn topjaar: landskampioen, finalist Champions League en wereldkampioen met Brazilië. Hij scoorde 54 keer in 69 interlands.

In januari 1995 keerde hij naar Brazilië terug. Bij Flamengo bleef hij scoren. Hij trok nog even naar Spanje (Valencia), maar werd steeds onhandelbaarder. Van Flamengo ging het naar Vasco da Gama, waarvoor hij tot na zijn veertigste verjaardag voetbalde en… scoorde. Nadien stapte hij in de politiek.

RONALDINHO (Porto Alegre, 21 maart 1980)

De ‘kleine Ronaldo’, voetbalnaam van Ronaldo de Assis Moreira. Ronaldinho had meer techniek en dribbelde beter dan zijn illustere naamgenoot. Een lust voor het oog. Hij begon op het hoogste niveau nochtans bij Grêmio, dat bekendstaat voor eerder Europees voetbal. Via PSG maakte hij in 2001 zijn opwachting in Europa. Zijn topperiode beleefde hij tussen 2003 en 2008 bij Barcelona, met twee Spaanse titels en één Champions League. In 2005 en 2006 werd hij Wereldvoetballer van het Jaar.

In 2008 trok hij naar Milan, maar door zijn liederlijke leven werden zijn prestaties steeds minder. In januari 2011 keerde hij naar Brazilië terug. Zijn verblijf bij Flamengo was een flop, maar bij Atlético Mineiro kwam hij weer boven water en won hij in 2013 de Copa Libertadores.

Ronaldinho trok 97 keer het Braziliaanse shirt aan en maakte 33 goals. Hij was een van de uitblinkers op het WK 2002, maar bakte er vier jaar later niets van. In 2010 werd hij niet geselecteerd. Er is een kleine kans dat hij er deze zomer opnieuw bij is.

RONALDO (Bento Ribeiro, 22 september 1976)

Voetbalnaam van Ronaldo Luis Nazário de Lima. Speelde aanvankelijk bij São Cristovão, omdat zijn ouders te arm waren om de bus te betalen naar zijn lievelingsclub Flamengo. In maart 1993 werd hij aangetrokken door Cruzeiro, waarvoor hij als zestienjarige debuteerde. Carlos Alberto Parreira nam hem mee naar het WK’94 in Amerika, waar hij door PSV werd gestrikt.

Ronaldo was een waardige opvolger voor Romario en scoorde erop los. Na twee seizoenen stapte hij in de voetsporen van zijn landgenoot en trok hij naar Barcelona. Hij werd er Europees topschutter en won Europacup II. Na één seizoen verruilde hij Barça voor Inter, waarmee hij de UEFA Cup won.

Hij moest de ster van het WK’98 worden, maar was na een vreemde ziekte onzichtbaar in de finale. Vier jaar later maakte hij dat echter goed en bezorgde Brazilië met acht goals goud. In 2006 werd hij door blessures gehinderd. Hij sloot zijn interlandcarrière af na 98 interlands en 62 goals.

Na het WK 2002 voegde O Fenomeno (het Fenomeen) zich bij de Galácticos van Real Madrid. Vijf jaar later keerde hij naar San Siro terug, maar dit keer kwam hij uit voor AC Milan. In 2009 vloog hij naar eigen land terug en eindigde zijn loopbaan bij Corinthians. Hij werd Wereldvoetballer van het Jaar in 1996, 1997 en 2002.

DOOR FRANÇOIS COLIN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content