Op Roland Garros verzoende ze België opnieuw met de tennissport, maar de blik van Alison Van Uytvanck (21) is al gericht op Wimbledon (29 juni-12 juli), haar favoriete toernooi. Een portret.

17 mei 2011, Royal Primerose, een prestigieuze tennisclub aan de Brusselse rand, gastheer voor onder anderen Caroline Wozniacki, Francesca Schiavone, Vera Zvonareva, Jelena Jankovi?… In de schaduw van het Atomium krijgen de vips een glaasje champagne, de oesters liggen op ijs gekoeld, straks wacht nog een copieus buffet.

Er heerst een gezellige buzz, maar het geroezemoes wordt hoe langer hoe meer overstemd door het lawaai dat van de tribunes glijdt. “A-li! A-li! A-li! A-li!” Op de baan is Alison Van Uytvanck tegen de Zwitserse Patty Schnyder, ooit het nummer zeven van het vrouwentennis, op weg naar een stunt. Alison wie? Van Uytvanck! Zeventien jaar, amper 427e op de wereldranglijst, groot (1m79), koperrood haar.

Een paar maanden ervoor heeft ze in Portugal haar eerste 10.000 dollartoernooi gewonnen. In Dijon en Edinburgh was ze ook al de sterkste, maar de Brussels Open – gedoteerd met 555.000 euro prijzengeld – is andere koek. En toch: in de kwalificaties zette ze Margalita Chakhnashvili-Ranzinger (232), Laura Siegemund (219) en Su-Wei Hsieh (343) opzij, in de eerste ronde van de hoofdtabel verrast ze ook Schnyder: 32 jaar, een veterane op het circuit, maar nog altijd het nummer 58.

In haar tweede ronde tegen Yanina Wickmayer (WTA 22) speelt Van Uytvanck twee sets meer dan behoorlijk mee (7/6 , 6/4) en casht die week net geen 6000 euro, meer dan haar drie toernooizeges in Portugal, Frankrijk en Schotland opleverden. “Na de US Open voor juniores stap ik het profcircuit in. Op het einde van het jaar wil ik de top 200 van de wereld halen”, klinkt het bij de studente Handel aan Sint-Donatus in Merchtem, waar ze in het vijfde jaar zit. Applaus van het publiek.

In de volgende twee seizoenen wint ze nog zes toernooien, maar de weg naar de subtop is lang en anoniem. Wanneer Ali in november 2013 in Taipei tegen Wickmayer haar eerste WTA-toernooi wint, sluit ze het seizoen af op de 129e plaats. Ze plaatst zich voor de hoofdtabel van de grand slams, alleen op Wimbledon (Monica Niculescu, WTA 67) geraakt ze voorbij de eerste ronde. Tot Roland Garros, editie 2015. Kwartfinale, 268.000 euro prijzengeld, 46e op de wereldranglijst. Applaus op de banken. België houdt weer van tennis.

De liefde voor Wimbledon

Alison Van Uytvanck is amper negen jaar wanneer Roger Federer in de zomer van 2003 op Wimbledon zijn eerste grandslamtitel wint. Ze is fan van de Zwitser, tennispoëet tussen zwoegers en hard hitters, wiens poster op haar kamertje in Grimbergen een plaatsje aan de muur krijgt.

Ze tennist zelf ook, net als haar broer Sean, met wie ze op haar vijfde haar eerste balletjes sloeg. Via Park Tennis Klub in Vilvoorde belandt ze bij Alexander Katsnelson, gewesttrainer bij de Vlaamse Tennisvereniging, op haar tiende mag ze naar het VTV-centrum in Wilrijk. Een parcours waar Vlaamse tennistalentjes van dromen, voor Van Uytvanck een afknapper. Vriendinnetjes die concurrenten móéten zijn, trainingen waar de nadruk vooral op hard meppen wordt gelegd, een blessure… Neen, dat is het niet.

Na amper twee jaar keert ze in 2007 terug naar Sacha Katsnelson, een Rus die zich op Tennis SDI (Itterbeek) over het Top Tennis Team ontfermt. In het selecte groepje is ze het enige meisje, een bonenstaak van twaalf jaar. Ze bloeit helemaal open. Tennis is weer fun.

In 2010 mag ze naar het juniorestoernooi op Wimbledon. Liefde op het eerste gezicht, ook al botst ze nog voor haar eerste wedstrijd met de huisregels van de oerconservatieve All England Club. Volgens de scheidsrechter is de gekleurde streep op haar witte shirt te breed, van de organisatie krijgt ze een maagdelijk witte polo. Die gaat samen met de exclusieve Wimbledonhanddoek in haar tas. Mooie souvenirs.

Het wordt een kort avontuur – verlies in de eerste ronde tegen Jana Cepelova -, maar in interviews spreekt haar Russische coach van een keerpunt. “Ze geloofde te weinig in zichzelf, tot ze naast Serena Williams stond te trainen en zag welk niveau de toppers haalden. Plots leek die wereld niet meer onbereikbaar.”

Katsnelson, die in de voorbereiding op Roland Garros ooit met Nadia Petrova (WTA 3) werkte, is een believer. Net als papa René, die dat jaar een drastische beslissing neemt en bij zijn vastgoedkantoor een stap terugzet. Hij vraagt om parttime te mogen werken en zal zijn dochter tijdens de internationale toernooien begeleiden.

Naar de top honderd

In de aanloop naar 2011 wordt het aantal trainingen opgedreven tot vijftien uur per week. De combinatie met haar middelbare studie is zwaar, het leven in de kelder van het vrouwen- en juniorestennis duur. Moeder Krista Laemers is assistant managerop de hoofdzetel van Carrefour Belgium, vader schuimt het internet af naar de goedkoopste deals.

Zoals in februari van dat jaar, wanneer zijn dochter naar het toernooi van Vale do Lobo moet. Het officiële hotel kost 80 euro per nacht, op het web vindt hij een hotelletje voor 45 euro. Drie kilometer verder gelegen en zonder shuttledienst naar de club, maar wanneer hij andere speelsters ook kan overtuigen om voor het goedkopere hotel te kiezen, is de zaakvoerder bereid alsnog een busje in te leggen. Ze wint er haar eerste ITF-toernooi en casht 1200 euro.

Ze schiet als een komeet door de wereldranglijst. Van de 829e in Vale do Lobo naar de 463e plaats in Edinburgh, waar ze nog maar eens 1200 euro (en een handdoek) oppikt. Ze mag even met de schaal poseren, de naam van de winnares van 1977 doet een belletje rinkelen: Martina Navratilova. Tussen de wedstrijden in zit ze gebogen over haar cursussen wiskunde, Frans en bedrijfseconomie, want de examens staan voor de deur. Ze zal slagen. Nog een jaartje.

Na de Brussels Open maakt ze op het juniorestoernooi van Roland Garros indruk. Aces, dropshots, gevarieerd slagenpotentieel, ijzig kalm op de moeilijke momenten, zelden euforisch. Vlaams-Brabantse nuchterheid, ingelepeld door haar ouders, haar veilige cocon in de ratrace van het internationale tenniscircuit.

De banden met de Vlaamse Tennisvereniging worden aangehaald, die logistiek en financieel bijspringt, in ruil speelt ze met de logo’s van Volkswagen en BNP Paribas – de sponsors van de VTV. Uit de vele aanvragen selecteert vader er eentje – Brussels Airlines -, andere kandidaat-sponsors worden bedankt. Tennissen. Werken.

Katsnelson loodst haar sneller dan verwacht naar de top 200, maar in het voorjaar van 2013 gaat Van Uytvanck opnieuw voltijds bij de Vlaamse Tennisvereniging trainen. “Alison mag altijd terugkeren”, zegt Sacha, met wie ze in het weekend geregeld nog op het veld staat. Onder de vleugels van Ann Devries, Kuba Nijaki, Michiel Antheunis en conditietrainer Wouter Embrechts duikt ze een jaar erna de top honderd binnen.

Ze wint op Wimbledon haar eerste wedstrijd, in de tweede ronde dwingt ze het nummer tien van de wereld – Dominika Cibulkova – tot 8/6 in de beslissende set. “Het heilige gras van Wimbledon heeft iets mythisch. Ik speel dolgraag op gras, maar het is niet omdat ik een snellere ondergrond verkies dat ik helemaal niet op gravel uit de voeten kan.” Dat bleek onlangs, maar de focus ligt verder: Wimbledon. Want, schrijft ze op haar Twitteraccount: “Never look back, always look forward.”

DOOR CHRIS TETAERT

Vlaams-Brabantste nuchterheid in de rat race van het internationale circuit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content