Wat is er van Spirou Charleroi geworden? De Henegouwse club die vijftien jaar lang het Belgische basketbal domineerde en met de Spiroudôme ook op infrastructureel vlak opzien baarde, won de voorbije vier seizoenen geen platte prijs meer. Erger: ze moet lijdzaam toekijken hoe aartsrivaal BC Oostende demonstreert.

Van midden jaren negentig tot eind jaren 2000 was het duel Charleroi – Oostende de moeder aller basketbalklassiekers. Toen in 2002 ook nog eens de Henegouwse thuishaven La Coupole omgetoverd werd tot de indrukwekkende Spiroudôme, een moderne tempel van 6600 zitjes, was dat dé place to be voor elke basketballiefhebber. Een broeierige sfeer, gedragen door vurige supporters, met grote led-schermen in het midden van de zaal en dynamische randanimatie (cheerleaders, zeppelins die rondvliegen…) op Amerikaanse leest geschoeid.

Daar blijft anno 2015 nog weinig van over. De reden is simpel: Spirou Charleroi strijdt al vier seizoenen niet meer mee voor de prijzen. De laatste trofee die het won, dateert van 2011: de titel. Ondertussen verplettert aartsrivaal BC Oostende alles en iedereen, en mag Charleroi zich zelfs niet meer ’the best of the rest’ noemen. Aalstar en Mons zijn nu de voornaamste titeluitdagers.

Hoe kan een club met zo een palmares, zo een potentieel en zo een structuur toch zo ver terugvallen? Net in dat laatste aspect ziet ex-international en analist Tomas Van Den Spiegel een belangrijke verklaring: ‘Er zijn bij Charleroi te veel mensen betrokken bij het sportieve beleid. De basketbalknowhow is er wel, maar ieder wil zijn zegje. Dan krijg je een team met goede spelers, maar geen geheel. Het is niet omdat je vijf spelers haalt die het seizoen ervoor gemiddeld twintig punten maakten, dat je ineens zeker bent van honderd punten gemiddeld per wedstrijd. Bij mijn ex-clubs CSKA Moskou en zelfs Real Madrid waren de bestuurlijke lijnen heel kort en duidelijk. Ook bij Oostende is dat zo, met een grote sportieve verantwoordelijkheid voor de coach’, aldus Van Den Spiegel.

Die fragmentatie van het Charleroibestuur en het gebrek aan stabiliteit hebben veel te maken met het terugtrekken van Eric Somme. Somme, eigenaar van bars, restaurants en discotheken, regeerde ruim twintig jaar over Spirou Charleroi en maakte er een nationaal en internationaal gerespecteerde club van. Hij bouwde (met flink wat hulp van de stad) de Spiroudôme en stond mee aan de wieg van de Europese ULEB-cup. In 2012 besloot hij een stap opzij te zetten en kocht hij zich in bij de Franse tweedeklasser Antibes, waar hij eveneens een nieuwe basketbalzaal neerpootte.

Eric Somme onderhield een goede relatie met Jean-Claude Van Cauwenberghe, PS-kopstuk en zeventien jaar lang burgemeester van Charleroi. Die zorgde er onder meer voor dat de stad Charleroi liefst elf miljoen van de in totaal veertien miljoen euro op zich nam bij de bouw van de Spiroudôme. De gouden tijden zijn echter voorbij sinds Paul Magnette de scepter zwaait in Het Zwarte Land. Magnette investeert liever in cultuur dan in sport. Terecht, zo blijkt: het aantal toeristen in de stad steeg met 61 procent in vergelijking met 2012.

Bij Spirou wuiven ze de parallel tussen het verval van de club en het verdwijnen van Somme weg, maar Van Den Spiegel legt de vinger op de wonde: ‘Enerzijds was er de begeestering en het enthousiasme van Somme, anderzijds was er zijn uitgebreide netwerk waarvan de club kon profiteren. Dat Somme nauwe banden had en hulp kreeg van de lokale en nationale overheden, was een publiek geheim. Let op, ik bedoel dat niet als verwijt, want daar hoeft geen negatieve connotatie aan vast te hangen. Als je ziet wat Spirou al die jaren op sociaal vlak en voor het imago betekend heeft – en nog steeds betekent – voor die regio, dan mag je dat een terechte investering noemen. Alleen zijn de tijden veranderd en zijn we in een nieuw politiek en ethisch klimaat aanbeland, waarbij al dat soort verwevingen tussen sport en politiek met argusogen gevolgd wordt.’

MINDER BUDGET, MEER BELGEN

Spirou Charleroi moet, na jaren boven zijn stand geleefd te hebben, de tering naar de nering zetten. Deze zomer werd Giovanni Bozzi als voorzitter vervangen door Jean-Jacques Cloquet. Ex-voetballer bij Sporting Charleroi en de voorbije jaren naam gemaakt als gedelegeerd bestuurder van de luchthaven in Charleroi. Een doortastend man, goed bevriend met Eric Somme en eveneens iemand met een flink gevuld contactenboekje. Bozzi krijgt de sportieve leiding in handen, Benoît Cuisinier (die het twee jaar geleden ook al even als voorzitter van Spirou probeerde) gaat zich enkel op het commerciële focussen. Coach blijft voor het tweede opeenvolgende jaar Jacques Stas.

‘Toen ik hier arriveerde, wist ik niet dat de financiële toestand zo complex was. Een paar maanden geleden vreesde ik zelfs even voor de toekomst van de club’, vertelde Cloquet onlangs nog in de Franstalige pers. Hij wil zich spiegelen aan AA Gent: ‘Die club werkte een schuldenberg van 23 miljoen euro weg en werd uiteindelijk zelfs kampioen. Zo moeten wij ook te werk gaan. Door te besparen op salarissen, maar ook door ons imago op te poetsen en commercieel aan de slag te gaan.’

De politieke ommezwaai in Henegouwen in combinatie met de economische crisis zorgden ervoor dat het budget van Charleroi op amper vijf jaar tijd van zes miljoen euro teruggeschroefd werd naar 4,5 miljoen euro. Tegen volgend seizoen wil Cloquet zelfs werken met een budget van vier miljoen euro.

Toch mag niet enkel naar extrasportieve redenen verwezen worden om de terugval van Spirou Charleroi te verklaren. Het tegenwoordig zo dominerende BC Oostende draait zelfs op een kleiner budget, van om en bij de drie miljoen euro.

‘Het geheim daar is de Belgische kern, dat moet altijd de basis van je ploeg zijn’, zegt Van Den Spiegel, zelf ex-speler bij de kustploeg. ‘Niet enkel voor de herkenbaarheid naar het publiek, ook omdat Belgen het kampioenschap veel meer naar waarde schatten. Voor een buitenlander blijft onze competitie meestal een tussenstation. Oostende heeft dat op tijd begrepen, nadat zij – laat ons dat niet vergeten – ook een tijdje de fout maakten te veel buitenlanders aan te werven. Zij anticipeerden echter veel gevatter op de invoering van de homegrownregel in 2012, waarbij clubs vanaf het daaropvolgende seizoen verplicht werden om zes in België opgeleide spelers op het wedstrijdblad te schrijven. Op dat vlak pakten ze Charleroi niet één, maar drie keer in snelheid.’

En VDS ziet nog een andere reden voor het sportieve verval: het pensioen van Andre Riddick. De Amerikaanse center speelde van 2002 tot 2013 in het shirt van Charleroi. Van Den Spiegel: ‘Riddick was offensief niet de beste, maar met zijn vechtersmentaliteit en defensieve présence was hij zeer belangrijk voor de ploeg. Een center van dat kaliber is nu onbetaalbaar geworden voor Belgische clubs.’

NIEUWE CYCLUS

Met enige vertraging én genoodzaakt door een teruggeschroefd budget heeft Spirou de les begrepen. Het haalde deze zomer met Maxime Gaudoux (Luik), Alex Libert (Pepinster) en Kevin Tumba (Leuven) drie jonge Belgen in huis. Sportief directeur Giovanni Bozzi legt uit: ‘We moeten de sympathie van het publiek terugwinnen. Dat kan door op de jeugd in te zetten. We hebben destijds de impact onderschat van die homegrownregel. Oostende heeft daar wel goed op geanticipeerd door Belgische talenten aan zich te binden en met Dario Gjergja een coach aan te stellen die hen beter maakt. Wij hebben die trein gemist. Voor komend seizoen hebben we een aantal jongeren ingehaald die net achter die talentvolle generatie van die van Oostende komen.

‘Daarnaast hebben we ons transferbeleid herzien’, gaat Bozzi, die als trainer zes keer kampioen speelde met de Spirous, zijn analyse verder. ‘In het verleden werden te vaak spelers met een fysiek manco aangeworven. Spelers die veel talent hadden, maar bijvoorbeeld uit blessure terugkwamen. Zoals twee seizoenen geleden gebeurde met Rodrigue Beaubois, ex-speler van de Dallas Mavericks. We halen geen spelers meer over wie we twijfels hebben bij hun conditionele paraatheid. Of wiens mentaliteit niet deugd.’

Bozzi steekt de hand dus in eigen boezem, maar wil anderzijds niet dramatiseren. ‘Topsport verloopt in cycli’, orakelt de voormalige succescoach, ‘nu domineert Oostende, maar vlak daarvoor hebben wij vier keer op rij de landstitel gewonnen en was de situatie omgekeerd. Spirou Charleroi blijft een topclub met veel potentieel, met onze vernieuwde visie ben ik er zeker van dat we binnen dit en drie jaar weer komen bovendrijven.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Dat voormalig voorzitter Eric Somme nauwe banden had en hulp kreeg van de lokale en nationale overheden, was een publiek geheim.’ TOMAS VAN DEN SPIEGEL

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content