De interne onvrede bij Telindus Oostende werd de Amerikaan Aaron McCarthy uiteindelijk fataal.

Niet de vier opeenvolgende nederlagen in de Euroliga, het hoofddoel van het nieuwe bestuur, waren de aanleiding tot het ontslag van Aaron McCarthy. De eerste competitienederlaag tegen RB Antwerpen was dat evenmin. De slechte resultaten vormden niet meer of minder dan het perfecte excuus om de Amerikaanse coach aan de deur te zetten. In werkelijkheid is dit slechts de kroniek van een aangekondigd ontslag. Binnen Oostendse rangen sluimerde al langer een donkere schaduw. Het vertrouwen tussen McCarthy, zijn spelers en de coachingstaf was ver te zoeken. In de eerste plaats leefden de jongeren in onvrede. Waar zij in de voorbereiding nog aardig wat speelminuten kregen en bewezen over voldoende potentieel te beschikken, werden ze in de competitie – op Christophe Beghin na – compleet genegeerd. Dat zorgde voor een demotiverend effect binnen de groep. Vooral de wijze waarop McCarthy consequent blind bleef voor de inbreng van Gerrit Major wekte heel wat wrevel op bij de thuisaanhang. Die andere spelverdeler, Eric Elliott, haalde immers niet het gewenste rendement en blonk alleen uit in het drukken van het wedstrijdtempo. Telkens Major werd ingebracht, begon de ploeg te draaien. En telkens haalde McCarthy de jonge spelverdeler weer naar de kant. In de Europese confrontatie met Villeurbanne werd die halsstarrigheid zelfs het publiek even te veel. Een fluitconcert richting McCarthy volgde.

Naarmate de resultaten uitbleven, werden de brandjes die geblust moesten worden talrijker. Vooral tussen nieuwe aanwinst Eric Elliott en McCarthy boterde het niet. In die mate zelfs dat erevoorzitter Johan Vande Lanotte eerder liet doorschemeren dat misschien wel één van de twee moest opkrassen. (en dat zou niet Elliott zijn, die door de erevoorzitter binnengehaald werd) Ook de ster van het team, Virginijus Praskevicius toonde de voorbije maanden een zekere laksheid. De geboorte van zijn baby zit daar natuurlijk ook voor iets tussen, maar echt gemotiveerd leek de Litouwer niet onder McCarthy. Naast zijn merkwaardige tactische keuzes, zorgde de Amerikaan ook door zijn attitude voor irritatie. Californiër in hart en nieren, gaf McCarthy vaak de indruk niet genoeg met zijn vak bezig te zijn. Een zekere nonchalence was hem niet vreemd. Te laat opdagen, regels uitvaardigen die hij zelf niet nakwam en onvoldoende trainingsethiek waren zijn deel.

Daarnaast bleek het chaotische en risicovolle transferbeleid een vergiftigd geschenk voor McCarthy. Op papier was zijn ploeg wel sterk, maar de blessures en het gebrek aan matchritme devalueerde de aanwezigheid van talent dramatisch. Fysiek kon zijn team geen volledige wedstrijd aan. En McCarthy slaagde er nooit in om die conditionele achterstand weg te werken.

Op zich valt de voormalige bondscoach van Finland weinig te verwijten. De stevige constructie die hij in gedachten had, was gebouwd op drijfzand. Het ontslag van zijn voorganger Lucien Van Kersschaever bracht heel wat deining teweeg. Vande Lanotte wou toen Dirk Bauermann als opvolger, Rudolph Vanmoerkerke opteerde voor McCarthy. Toen Mr. V eind augustus besliste om een stapje opzij te zetten, moest daar geen tekeningetje bij. Zeker als je bedenkt dat Bauermann enkele weken geleden op straat werd gezet door zijn Turkse werkgever en dus vrij op de markt is.

door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content