AA Gent begon aan zijn weken van de waarheid, want na Club Brugge volgen binnenkort ook nog de toppers tegen Westerlo, Anderlecht en Standard. Georges Leekens moet bewijzen dat zijn ploeg bij de eerste vijf thuishoort.

Eén keer voelde voorzitter Ivan De Witte zich deze competitie al geroepen om de spelersgroep op te zoeken voor een diepgaand gesprek en hen op hun plichten te wijzen. Dat was net voor het thuisduel op de vijfde speeldag tegen RC Genk, nadat zijn ploeg met een vier op twaalf vrij teleurstellend aan de competitie was begonnen. De onvrede was groot, zeker omdat de tegenstanders (nieuwkomer SV Zulte Waregem, La Louvière, Cercle Brugge en Germinal Beerschot) vooraf als hapklare brokken werden ingeschat. De Intertotocampagne had bovendien aangetoond dat een Europese klepper als Valencia veel moeite had om de organisatie van AA Gent te ontwrichten en een uitmuntende Mbark Boussoufa af te stoppen. De peptalk van De Witte had invloed. Het leidde niet alleen tot 2-0-winst, maar prompt ook tot een reeks van zes wedstrijden zonder nederlaag, die echter afgelopen weekend werd doorbroken door Club Brugge, dat nipt won met 2-1.

Alhoewel er vaak werd uitgepakt met zuinige zeges (1-2 op Moeskroen, 2-1 tegen Brussels), slaagde het team van Georges Leekens er toch stilaan beter in om het resultaat te spelen en (broodnodige) punten te pakken. De drie opeenvolgende gelijke spelen tegen SV Roeselare, Lierse en Sint-Truiden zorgden voor bittere teleurstelling, de 3-0-zege op de balgoochelaars van Beveren was een bevestiging dat enkele spelers (Steve Cooreman, Davy De Beule en Aliyu Datti Mohammed) stilaan weer hun oude niveau halen. De komende weken moet AA Gent in de toppers kleur bekennen : wordt het een seizoen in de subtop, na Standard en Anderlecht, of dreigt er een periode van de grijze middenmoot ?

Engelse waarden

Wat maakte AA Gent de laatste competitiewedstrijden zo gevaarlijk ? De typische Engelse waarden komen dan meteen bovendrijven : weinig academisch voetbal, maar alles gestoeld op werkkracht, veel kick and rush met lange ballen van achteruit en een groot loopvermogen op het middenveld. Het etiket van Leekens : hij heeft in aanvallend opzicht het voordeel dat hij over alle soorten spitsen beschikt, waardoor hij gemakkelijker kan variëren. De Ierse toren Dominic Foley, die hem was opgevallen bij het Intertotoduel tegen Bohemians Dublin, is een typische targetman. Een aanspeelpunt, iemand die net zoals Cédric Roussel en Alexandros Kaklamanos goed tegen de centrale verdedigers van de tegenstander aanleunt, waardoor hij constant voor dreiging zorgt. Foley was het ontbrekende puzzelstukje waar Leekens sinds de voorbereiding naar zocht. Hij is sterk met de rug naar doel, fysiek stevig in de duels, aartsgevaarlijk in de zestien meter en kopbalkrachtig.

Aliyu Datti Mohammed is dan weer het prototype van een counterspits die uitblinkt door zijn snelheid en opportunisme. Aan de zijde van Foley komt hij het best tot zijn recht, omdat hij kan gebruikmaken van de ruimte die ontstaat door het knok- en zwoegwerk van de Ierse reus. De Serviër Nenad Mladenovic is linksvoetig, heeft voetballend vermogen, denkt bijzonder collectief, maar kampte lange tijd met een conditionele achterstand door een knieletsel. Zéphirin Gnahoua Zoko benadert nog het meest de stijl van Foley : pure Ivoriaanse kracht, kopbalsterk, maar hij mist scorend vermogen en kaatst niet zo gemakkelijk als de Ier. Vandaar dat Leekens Zoko meestal achter de hand houdt als joker.

Flyers en pushers

Achter de twee spitsen is AA Gent heel afhankelijk van de flyers Mbark Boussoufa en Davy De Beule. De 3-5-2-veldbezetting werd door Leekens zodanig uitgekiend dat dit duo, in een min of meer vrije rol, zijn creativiteit mag botvieren. Ze worden meestal gesteund door drie recupererende spelers, de zogenaamde pushers. Boussoufa en De Beule zijn voetballers die gemakkelijk tussen de lijnen spelen, iets wat heel moeilijk te verdedigen valt. Ze haken af, zoeken de vrije ruimte op door eventueel in de hoeken van het speelveld te kruipen. Boussoufa doet in zijn rol terugdenken aan Marc Degryse op het einde van zijn loopbaan bij AA Gent en Germinal Beerschot. Een nummer tien die werd omgevormd tot schaduwspits. Als hij de juiste keuzes maakt, op techniek en doorzicht, valt daar weinig tegen te beginnen. Hij is de spelbepalende factor van AA Gent, door zijn beweeglijkheid, ritmeveranderingen, technische kunstjes en het spelen in één tijd. De Nederlandse balgoochelaar wijkt graag uit naar de linkerkant, wat moeilijk kan worden opgevangen door verdedigers, die vaak moeten uitstappen of individuele dekking toepassen.

Een andere dominante figuur op het middenveld is Wouter Vrancken. Man met drie longen, een ongelofelijk goed positiespel, verzorgde passing in de voet en bijzonder sterk met het hoofd op stilstaande fasen. Zijn rol wordt vaak onderschat, maar hij is van onschatbare waarde in het huidige systeem van AA Gent. Aan zijn linkerzijde kreeg de Limburger de laatste weken Kenny Thompson naast zich, die op korte tijd uitgroeide tot een revelatie, door zijn felheid in duels, kopbalsterkte en als buffer voor de verdediging. De meer offensief ingestelde Christophe Grégoire mist op dit moment wedstrijdritme en zin voor initiatief om de bal op te vragen na zijn mislukt avontuur bij Anderlecht. Yngvar Hakonsen schoof door zijn komst een rij achteruit, maar kan depanneren als linkerverdediger of -middenvelder. De Noor is een sobere voetballer, die in de opbouw niet sterk genoeg is om de flank voor zich te nemen. Een geweldenaar als Maâmar Mamouni moet zijn onstuimigheid vaak nog bekopen met gele waarschuwingen, maar is het type voetballer dat negentig minuten lang de ideale kuitenbijter vormt.

Georges Leekens heeft de indruk dat er een stap vooruit werd gezet – hij staaft dat met de stelling dat er dit seizoen nog geen punt werd gestolen – zijn volgende stap is het verhogen van het spektakelgehalte. Rendement blijft echter voorop staan voor Mac The Knife. Dat wil zeggen : het collectieve primeert altijd op het individuele. Niet goed spelen, maar toch winnen. Het credo van Patrick Remy komt weer naar boven. AA Gent werd onder Leekens efficiënter en leper, kan vooral thuis beter het resultaat spelen. Uitgekookter voetballen, of slimmer spelen, zoals de trainer het graag omschrijft. Geen combinatievoetbal, maar de lange bal en snel bijsluiten. Zelf het spel niet maken, maar rekenen op de stilstaande fasen (waar de gave traptechniek van Boussoufa ten volle wordt uitgebuit) en spelen op balbezit, toeslaan op de juiste momenten, meestal in de eerste twintig minuten, en dan terugkruipen voor eigen doel. Er schuilt immers, zowel offensief als defensief, lengte genoeg in de ploeg. Bovendien kan Leekens in doel rekenen op een alerte Frédéric Herpoel, die een heel hoog niveau haalt en constante prestaties aaneenrijgt.

Hakbijlstrategie

Waarom is AA Gent zo kwetsbaar ? Waardoor vallen ze te ontwrichten ? Een zwak punt is zeker het gebrek aan wendbaarheid en snelheid bij Dario Smoje, Chinedu Anianwu Blessing en vooral de Australiër Stephen Laybutt. Met doelpunten in cadeauverpakking lag hij in het begin van het seizoen tegen SV Zulte Waregem en La Louvière aan de basis van duur puntenverlies, maar Laybutt herstelde zich goed nadat hij verzaakte aan zijn verplichtingen voor de nationale ploeg. Centraal komt hij het best tot zijn recht, op links – door de blessure van Nicolas Lombaerts – verliest hij veel van zijn mogelijkheden. Om zijn gemis aan snelheid te compenseren, grijpt de oud-speler van Moeskroen dan iets te gemakkelijk terug naar een overdreven hakbijlstrategie. Op die manier, alles of niks, flirt hij vaak met een donkergele of lichtrode kaart.

Veelvuldig fouten maken, het is een rode draad doorheen het spel van AA Gent. Tot voor het competitieduel afgelopen weekend tegen Club Brugge begingen de Buffalo’s na La Louvière de meeste overtredingen in eerste klasse. Trouw aan de stijl van Leekens, die aandringt op het aanjagen van de tegenstander en hoog pressen. Vorig seizoen slaagde Steve Cooreman erin negen gele kaarten te incasseren, gevolgd door Maâmar Mamouni met acht stuks. Die stevige fysieke aanpak komt ook nu nog terug, waarbij Wouter Vrancken al het meest werd bestraft voor zijn afbrekerswerk.

De afwezigheid van Nicolas Lombaerts laat zich momenteel in defensief opzicht sterk gevoelen. De geblesseerde Belgische belofte-international, amper twintig, speelt links achterin met de flair van iemand die al minstens tien jaar op het hoogste niveau aan de slag is. De West-Vlaming beschikt over een uitmuntend positiespel, is kopbalsterk en blinkt uit door zijn overzicht. Door het gebrek aan communicatie bij zowel Smoje, Blessing of Laybutt is Lombaerts vaak de leider van de driemansverdediging die verbaal de anderen stuurt.

Ook de efficiëntie voor doel blijft een heikel thema voor Leekens, die vooral thuis sneller de offensieve kaart durft trekken en daar de meeste punten behaalt. Op verplaatsing is die strategie nog niet echt doeltreffend. Een magere zes op achttien is daarvan het gevolg. Doordat zijn ploeg moeilijkheden ondervindt om zelf het spel te maken, is het aantal doelpunten dat werd gemaakt uit een vloeiende aanval of een mooie combinatie op één hand te tellen. Dat is een doorn in het oog van Leekens, die nochtans over voldoende aanvallend geweld en technisch vermogen beschikt om een wedstrijd open te breken. Er is dus nog werk aan de winkel. l

FRédéric vanheule

FOLEY WAS HET ONTBREKENDE PUZZELSTUKJE WAAR LEEKENS SINDS DE VOORBEREIDING NAAR ZOCHt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content