Wat betekent het vertrek van Laurent Depoitre voor AA Gent?

Op Charleroi speelde AA Gent zaterdag voor het eerst in deze competitie zonder Laurent Depoitre (27), die in Kortrijk (speeldag 1) 86 minuten en thuis tegen Genk (speeldag 2) 90 minuten op het veld stond. Met Depoitre vertrok een onbetwiste basisspeler. Zelfs toen hij een groot deel van vorig seizoen door vermoeidheid, blessuurtjes en transferballonnetjes in zijn hoofd zijn beste niveau niet meer haalde, bleef Hein Vanhaezebrouck hem opstellen. Het zegt veel over zijn belang voor de ploeg die met de landstitel en een plaats in de achtste finales van de Champions League voor de succesrijkste periode uit de clubgeschiedenis zorgde. Maar het zegt ook iets over het weinige vertrouwen dat de Gentcoach toen in zijn doublure Kalifa Coulibaly stelde. Nu Depoitre vorige week voor FC Porto tekende, is de vraag: hoe zal AA Gent zijn vertrek opvangen?

ANALYSE

Hoe functioneerde Laurent Depoitre bij AA Gent?

Hein Vanhaezebrouck deed het in de eerste twee competitiewedstrijden van dit seizoen voorin met twee verschillende bezettingen. Tegen KV Kortrijk was Depoitre de enige centrumspits. Het is de manier waarop hij bij Gent het vaakst functioneerde, in de specifieke spelwijze van de coach:

– als de doelman van de tegenstander aan de bal is, dan staat zijn ploeg compact opgesteld in 4-2-3-1

– bouwt zijn ploeg zelf van achteren uit op, dan staat de offensieve linkerflankspeler (Simon) open om het spel breed te houden, komt de offensieve rechterflankspeler (Milicevic) naar binnen in steun van de centrumspits (Depoitre) en de nummer 10 (Matton), en gaat de rechtsachter (Foket) hoog tegen de lijn spelen om aan die kant het spel breed te houden.

Tegen Racing Genk acteerde Gent met twee centrumspitsen (Coulibaly en Depoitre) naast elkaar. Twee targetspitsen die toelaten powerplay te spelen. Twee torens, noemde Genkcoach Peter Maes hen. Opvallend was vooral het verdedigende werk dat Depoitre in die spelwijze in de rechterzone opknapte, hoe hij in de omschakeling druk zette en zelfs zoals een rechtermiddenvelder langs de lijn terugliep om op de eigen helft ballen te recupereren. Hoe hij daar net voor de rust als een rechtsback met een tackle de bal uit de voeten van Leon Bailey ging halen. Het is belangrijk in het hogedrukvoetbal van Vanhaezebrouck, maar vanzelfsprekend is het allesbehalve voor een centrumspits. Depoitre bezit er de mentaliteit, het loopvermogen en de kracht voor.

Het is die werkkracht die het moeilijkst te vervangen wordt.

Coulibaly liet met zijn lengte, kracht en snelheid al zien dat hij in offensief opzicht in staat geacht mag worden om Depoitre als targetspits te vervangen. En Perbet, vorig seizoen bij Charleroi topschutter van de competitie, is niet zo snel en ook niet zo sterk in duel, maar staat vaak op de juiste plaats. Zijn scorend vermogen is een surplus voor de selectie van Gent. Dat is ook de analyse van Andy De Smet, Belgische scout van Everton die van de Premier Leagueprofielen Depoitre en Coulibaly al veel scoutingverslagen opmaakte en die in zijn tijd in de staf van RAEC Mons ook nog met Perbet werkte.

‘Coulibaly is als grote en sterke targetspits een meer dan waardig alternatief voor Depoitre’, zegt hij. ‘Een extra troef is dat hij van achteren uit makkelijker bereikbaar is met crosses. Door zijn gestalte en springkracht wint hij bijna al zijn kopduels. Als hij evenveel speelt, zal hij volgens mij ook meer scoren dan Depoitre. Vorig seizoen deed hij het op Champions Leagueniveau zelfs twee keer in een minuut of dertig speeltijd. Ook in de competitie maakte hij er vier in vooral korte invalbeurten. Dat is toch een opmerkelijk rendement. Depoitre oogt door zijn wroeten balvaster, maar ik zou niet durven te zeggen dat zijn voeten beter zijn. Misschien werkt hij harder. In elk geval haakt Coulibaly niet zo diep af. Maar zijn mentaliteit is prima. Hij kan ook heel gedisciplineerd spelen. Thuis tegen Club Brugge in play-off 1 opende hij mijn ogen. Hij was toen ongelooflijk sterk: won elk kopduel, was niet van de bal te zetten, werkte hard en zijn runs waren zeer moeilijk te verdedigen. Als die jongen zich tactisch, technisch en conditioneel kan blijven ontwikkelen, sluit ik niet uit dat hij nog een carrière maakt zoals Christian Benteke. En van Perbet weet iedereen intussen dat er in onze competitie geen grotere goaltjesdiep rondloopt, denk ik. Hoewel. Begin vorig seizoen zei ik tegen een scout van Genk: ‘Waarom pakken jullie Perbet niet?’ Hij antwoordde: ‘Dat is allang passé.’ Ik begreep dat niet. Want hij is dan wel 31, maar scherper, strakker, beweeglijker en vinniger dan ooit sinds hij bij Villarreal leerde wat dat inhoudt. Ik zie hem wel niet aan het ritme van Depoitre telkens dertig meter teruglopen. Maar het is wel iemand met de intelligentie en de bereidwilligheid om als spits positioneel zijn verdedigend werk te doen. Als je Coulibaly en Perbet samen opstelt, wat volgens mij in België in veel wedstrijden mogelijk moet zijn, dan creëer je extra offensieve impulsen en moet je in de omschakeling een nieuw defensief evenwicht zoeken.

Zo geschiedde zaterdag in Charleroi. Vanhaezebrouck koos er voor Coulibaly én Perbet in de spits én hij paste zijn middenveld aan:

– hij speelde zonder nummer 10 (tegen Genk, met Coulibaly en Depoitre voorin, stond daar nog Matton als infiltrerende middenvelder)

– hij speelde met Milicevic vanaf de rechterkant (waar tegen Genk alleen Foket stond en waar Depoitre in de omschakeling veel loopwerk verrichtte)

– en hij speelde op links met middenvelder Saief (waar tegen Genk de aanvaller Simon stond)

Zijn ploeg voetbalde enorm dominant, met ook veel kruispasses en flankvoorzetten. Charleroi verdedigde laag en compact met backs, centrale verdedigers en verdedigende middenvelders die in positie bleven. Maar dat belette niet dat Gent grote kansen creëerde. Die werden niet benut door onder meer Coulibaly en Perbet. Na het 1-1-gelijkspel toonde Vanhaezebrouck zich ontevreden over de inschattingsfouten in zijn verdediging en ‘het gebrek aan leiderschap’ om na de voorsprong (een trap van Renato Neto na een infiltratie van Saief) de wedstrijd te blijven controleren. Hij prees Dieumerci Ndongola voor zijn invalbeurt (voor Milicevic).

SYNTHESE

Met Depoitre verdween uit AA Gent een uniek profiel. De grootste leemte laat zijn voor een centrumspits buitengewone werkkracht. Die moet nu herverdeeld worden. Coulibaly kan als grote, sterke en vrij snelle targetspits uitgroeien tot ‘de nieuwe Depoitre’. Perbet is een profiel dat vorig seizoen niet in de kern zat: torinstinct is zijn kernkwaliteit. Hij moet zich aanpassen aan het hogedrukvoetbal, dat mentaal en fysiek meer van hem vraagt. Met de komst van ook nog de Zweed Emir Kujovic (1m93), van wie nog moet blijken wat hij in de Belgische competitie waard is, blijft in elk geval de optie ’twee torens’ mogelijk. Met hem en Coulibaly kan Vanhaezebrouck een spitsenduo opstellen met een gemiddelde lengte van 1m94. Behalve een extra centrumspits beschikt de Gentcoach met Ndongola ook nog over een bijkomende snelle rechterflankspeler met een actie. Het kan hem toelaten meer te variëren naargelang de tegenstander en de wedstrijdomstandigheden, én zijn ploeg langer fris en scherp te houden dan vorig seizoen.

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO’S BELGAIMAGE

De werkkracht in het hogedrukvoetbal moet herverdeeld worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content